Joint logistic Support Ship (JSS)

Zr.Ms. Karel Doorman is een logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip, oftewel joint logistic support ship (JSS). Met een lengte van 205 meter is het het grootste schip van de marine. Hiermee kan de krijgsmacht operaties uitvoeren (ver) buiten de landsgrenzen.

Het kan dat actuele informatie nog niet is toegevoegd op deze pagina.

Lees ook: Zr.Ms. Karel Doorman krijgt luchtdoelraketten en 76mm-kanon tijdens onderhoud (20 juni 2022) en Combinatie van raket en granaat vervangt Goalkeeper (14 januari 2021)

Vergroot afbeelding Zr.Ms. Karel Doorman vaart de haven van Den Helder binnen na 3 maanden op missie te zijn geweest voor de Afrikaanse westkust om goederen te leveren ter bestrijding van ebola.
Zr.Ms. Karel Doorman arriveert in Den Helder na aan de Afrikaanse westkust goederen te hebben geleverd ter bestrijding van ebola (januari 2015).

Het schip heeft 3 hoofdtaken:

  • Bevoorrading op zee van andere marineschepen.
  • Strategisch zeetransport, inclusief het in- en ontschepen van personeel en materieel wanneer er geen of beperkte havenfaciliteiten zijn.
  • Logistieke ondersteuning vanaf zee (seabasing), waarbij het schip dient als basis op zee voor het uitvoeren en ondersteunen van operaties op het land.

Deze taken kan de Karel Doorman wereldwijd uitvoeren, ook in het hoogste geweldsspectrum (bijvoorbeeld tijdens gewapende conflicten, oorlogvoering en civiele ondersteuningsoperaties). Nederland zet het schip in voor de maritieme bevoorradingsfunctie. Voor de andere 2 taken wordt gezocht naar mogelijkheden van internationaal medegebruik. Op 4 februari 2016 tekende Nederland hiervoor een overeenkomst met Duitsland.

Specificaties

  • lengte: 204,7 meter
  • breedte: 30,4 meter
  • hoogte: 53 meter (inclusief mast)
  • diepgang: 7,6 meter
  • gewicht:
    • 17.200 ton (leeg)
    • 27.800 ton (maximaal beladen)
  • tankercapaciteit:
    • 7.700 m³ dieselolie voor schepen
    • 1.000 m³ helikopterbrandstof
  • accommodatie: 300 (129 eigen bemanning en 171 opstappers)
  • waterverplaatsing  maximaal 27.800 ton
  • voortstuwing: diesel elektrisch
  • manoeuvreren: 2 schroeven en roeren, 2 boegschroeven, 1 hekschroef
  • vermogen: 26 MW
  • bewapening:
    • 2 x Goalkeeper-snelvuurkanon voor nabijbescherming tegen raketten en vliegtuigen
    • 2 x 30mm-snelvuurkanon Oto Melara Marlin-wapensysteem (modular advanced remotely controlled lightweight naval)
    • 4 op afstand bediende zware 12,7mm-mitrailleurs
    • 6-8 affuiten voor handbediende MAG-middelzware mitrailleurs

Uitrusting

Een hoofdtaak is het bevoorraden op zee (BOZ). Hiervoor heeft het schip 2 BOZ-masten die met 680 m³ per uur brandstof en drinkwater kunnen overpompen. Ook kunnen er via een kabel pallets met voedsel of munitie worden overgebracht. Daarnaast kan de boordhelikopter goederen overbrengen.

Het schip heeft een enorm vliegdek voor helikopters. Het biedt plaats aan 6 NH90-maritieme gevechtshelikopters (met opgevouwen rotorbladen) of 2 Chinook-transporthelikopters. Deze laatste is de grootste helikopter van de krijgsmacht (met karakteristieke dubbele rotor), maar vliegt (nog) niet maritiem. Via een installatie op het helikopterdek kunnen helikopters al vliegend bijgetankt worden, dit heet vertical replenishment.

Roll on roll off

Onder het vliegdek bevindt zich het laaddek voor de opslag van voertuigen en goederen. De goederenlift kan tot maximaal 40 ton van het laaddek naar het helikopterdek verplaatsen. Voor het in- en ontschepen van zwaar materiaal is er een kraan en aan de stuurboord achterzijde een grote roll on roll offklep. Hiermee kan het schip gemakkelijk zelfstandig worden ontladen en kunnen voertuigen het schip op en af rijden. Het schip kan ongeveer 5.000 ton rijdend (pantser)materieel vervoeren.

Landingsstrand

Naast de klep aan de achterkant bevindt zich een zogenoemd landing beach, een soort laadklep/helling die het mogelijk maakt om LCU-landingsvaartuigen te bevoorraden. Er is dus geen intern dok om LCU’s mee te voeren, zoals de LPD’s hebben.
Wel heeft het schip 2 LCVP-landingsvaartuigen mee in davits (speciale scheepstakels) aan beide kanten. Deze worden gebruikt voor het transport van troepen en klein materieel van en naar land. Voor de LCVP’s hangen ook nog 2 RHIB-motorboten aan weerszijden, bijvoorbeeld voor de inzet van een boarding team.

Het schip heeft verder een hospitaal met 2 operatiekamers en een speciale zorgafdeling. Het hospitaal is deels mobiel en dus inzetbaar op het land.

Geïntegreerde mastmodule

Thales Nederland is de leverancier van de zogenoemde geïntegreerde sensor- en communicatiesuite. Deze is vrijwel identiek aan de sensor- en communicatiemast van de patrouilleschepen. De masten zijn gebouwd volgens het vernieuwende concept van de geïntegreerde mastmodule. Voor het eerst zijn camera-, radar- en communicatieantennesystemen samengevoegd in 1 constructie. De mast herbergt de ‘ogen en oren’ van het schip. Hiermee ziet het vliegende en drijvende objecten. De communicatiemiddelen in de mast maken het mogelijk wereldwijd operaties in samenwerking met vliegtuigen en schepen uit te voeren.

Sensoren

De kegelvormige mast is bijna 14 meter hoog, weegt bijna 54 ton en bestaat uit verschillende secties:

  • Smile: in het onderste deel van de mast zit de nieuwe Smile, ’s werelds eerste niet-roterende rondzoekradar voor langere afstand.
  • Gatekeeper: het middenstuk biedt, naast het ICCAS-communicatiesysteem, plaats aan het Gatekeeper-detectiesysteem. De Gatekeeper is een beveiligings- en alarmeringssysteem dat 360 graden observeert met infrarood- en hoge resolutie camera’s. Door het systeem weet de bemanning wat er in de directe omgeving gebeurt. Het is ook een belangrijke aanvulling op de beveiliging als een schip voor anker ligt. De hoogtechnologische verwerkingssoftware kan zelfstandig objecten detecteren en identificeren.
  • Seastar: bovenop de mast, onder de satellietcommunicatie, zit de Seastar. Deze radar heeft een iets kleiner bereik dan de Smile en is ontwikkeld om tussen de golven kleinere bootjes en zwemmers te traceren.

Zelfverdediging

De Karel Doorman heeft alleen relatief lichte wapens voor zelfverdediging. Een belangrijk deel van de verdediging gebeurt door schepen die hiervoor speciaal zijn toegerust, zoals de luchtverdedigings- en commandofregatten.

De verdediging van (internationale) vlootverbanden is  opgebouwd uit lagen. De buitenste verdedigingslinie bestaat uit jachtvliegtuigen, die aanvallende vliegtuigen uitschakelen voordat ze raketten kunnen lanceren. Als deze laag afwezig is of faalt, dan worden luchtdoelraketten voor de korte en middellange afstand gelanceerd. Moderne luchtdoelraketten kunnen scheepsraketten en vliegtuigen uitschakelen. Dit zijn bijvoorbeeld de Standard missile-2 van de LC-fregatten en de Sea Sparrow van de M-fregatten.

Laatste linie

De 2 Goalkeepers vormen een laatste verdedigingsmiddel tegen raketten en vliegtuigen. Hiervoor is het Amerikaanse 7-loops GAU-8 Avenger-kanon gekoppeld aan zoek- en richtradars van Hollandse Signaal Apparaten, het huidige Thales. Het 30mm-wapen heeft een vuursnelheid van 4.200 schoten per minuut en een bereik van 2 kilometer. De Goalkeeper kan gelijktijdig meerdere doelwitten volgen.

De 4 zware 12,7mm-mitrailleurs worden op afstand bediend via het Hitrole-wapenstation. Hierbij is het wapen gekoppeld aan een gyroscopische stabilisator, een daglichtcamera, een infraroodcamera en een laserafstandsbepaler. Een vuurcontrolecomputer ondersteunt de schutter bij het schieten op bewegende doelen.

Mijlpalen

Damen Schelde Naval Shipbuilding (DSNS) is de hoofdleverancier van het JSS. De cascobouw en een groot deel van de afbouw gebeurde op de werf van Damen in het Roemeense Galati. De verdere afbouw vond plaats bij DSNS in Vlissingen.

  • juli 2013: vertrek uit Galati naar Vlissingen. Aankomst halverwege augustus 2013.
  • 17 februari 2014: plaatsen geïntegreerde mast.
  • 8 maart 2014: doop door minister Jeanine Hennis-Plasschaert.
  • 22 juni 2014: start proefvaart.
  • September 2014: overdracht JSS door Damen Schelde Naval Shipbuilding aan de Defensie Materieel Organisatie (nu Commando Materieel en IT). Daarna volgen diverse beproevingen en een opwerkperiode voor schip en bemanning.
  • 24 april 2015: in dienst gesteld.

Inzet

Opvallend is dat de Karel Doorman nog voor de officiële indienststelling zijn hoofdtaken uitvoerde tijdens een missie. Op 6 november 2014 vertrok het schip beladen met 1.000 ton hulpgoederen, waaronder 120 voertuigen, ter bestrijding van de besmettelijke ziekte ebola.

In 2017 werd het schip tijdens haar opwerkperiode naar Sint Maarten gestuurd voor noodhulp na de verwoestende orkaan Irma.

In 2018 is Zr.Ms. Karel Doorman 2 maanden op de Middellandse Zee ingezet voor de NAVO-missie Sea Guardian. In het najaar deed het schip mee aan de grote NAVO-oefening Trident Juncture 2018.

In het voorjaar van 2020, wederom nog midden in haar opwerkperiode, was het logistiek ondersteunings- en bevoorradingsschip weer terug in het Caribisch gebied. De Karel Doorman verbleef daar enkele maanden om tijdens de eerste uitbraak van corona beschikbaar te zijn voor medische ondersteuning om de ziekenhuizen op de eilanden te ontlasten.

In 2022 is het schip 4 maanden onderdeel geweest van de NAVO-reactiemacht Standing NATO Maritime Group 1. De Karel Doorman was tijdens deze inzet het vlaggenschip van het NAVO-vlootverband, met aan boord de Nederlandse eskaderstaf.

Karel Doorman

Zr.Ms. Karel Doorman vervangt de bevoorradingsschepen Hr.Ms. Zuiderkruis (2012 afgestoten) en Zr.Ms. Amsterdam (2014 uit dienst gesteld). Het JSS is vernoemd naar de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman, die op 27 februari 1942 sneuvelde in de Slag in de Javazee.