Max Wolff (1926-2025)
Organisatie
Zojuist hoorde ik dat Max Wolff is overleden. Het viel mij dit jaar op dat hij niet bij de herdenkingen was. En ondanks zijn hoge leeftijd – hij is 99 jaar geworden – raakt het me toch.
Max is Tweede Wereldoorlog-veteraan. In 1941 moest hij als joodse jongeman onderduiken met zijn gezin. Na verschillende onderduikadressen besloot het gezin naar Zwitserland te vluchten. Daarbij werden de zussen van Max en zijn zwager opgepakt, en in 1942 in Auschwitz vermoord. Max en zijn ouders doken weer onder, dit keer in Brussel. Max, toen 18 jaar, wilde zich inzetten in de strijd tegen de bezetter.
Met hulp van het Belgische verzet legde hij een reis van honderden kilometers af om zich bij de geallieerde strijdkrachten aan te sluiten. Hij kreeg in het Verenigde Koninkrijk een opleiding voor de Prinses Irene Brigade, en ging daarna aan het werk als tolk bij de Britse en Canadese troepen. Zo ondersteunde hij de bevrijding van Frankrijk, België (waar hij zijn ouders terug zag) en Nederland. Max is dus Nederland ontvlucht, en teruggekeerd als bevrijder. De vrijheid was bitterzoet; Max heeft 289 familieleden verloren.
Op 6 juni 2019 was er een grote internationale herdenking van 75 jaar D-Day op Juno Beach in Normandië. Max Wolff was daarbij, samen met Rudi Hemmes (die in 2022 is overleden). Zij zaten vrijwel achteraan. Aan de Amerikaanse Commandant der Strijdkrachten, general Dunford, werd gevraagd of hij twee Nederlandse D-Day-veteranen wilde ontmoeten. Dat wilde hij graag. Op de foto zie je ze in gesprek, met links Rudi en in het midden Max en rechts general Dunford. ‘Gentlemen, why are you sitting in the back?’ vroeg de generaal. Meteen verzocht hij zijn staf om vooraan plek voor ze te maken, naast de andere D-Day veteranen – hun brothers in arms van toen. En dat lukte.
Veteranen verdienen een plek vooraan bij herdenkingen. Ook als ze er niet meer zijn. Zij waren het die in de angstigste momenten van ons vaderland, bereid waren om het hoogste offer te brengen. Ze verloren kameraden, en een deel van hun jeugdige onschuld. Sommigen bereikten een hoge leeftijd – Rudi en Max werden allebei 99 jaar – maar konden nog over de oorlog spreken alsof het gisteren was.
Het was altijd goed om met Max te spreken. Op hoge leeftijd was hij nog scherp, en ondanks alle onrust in de wereld: optimistisch. Zijn rollator noemde hij “mijn huidige pantserwagen”. Zijn naam is onlangs toegevoegd op de British Normandy Memorial Wall en van Frankrijk kreeg hij de Légion d’Honneur. Hij verdient alle eer, en vooral: dat we zijn daden blijven herdenken, en ons de man herinneren die hij was.