Luchtmachtoefeningen

Vliegers van de luchtmacht oefenen dagelijks om hun vaardigheden op peil te houden. Bijvoorbeeld in laagvliegen en vliegen bij duisternis. In het oefenprogramma staat omschreven hoeveel vlieguren de vliegers jaarlijks moet maken.

De vaardigheden die een vlieger van de luchtmacht moet onderhouden zijn onder meer navigatie en avondvliegen. Kijk voor de oefengebieden boven Nederland op de pagina Geluidhoeveelheid en vlieghoogten. Daarnaast oefenen gevechtsvliegers in flight simulatoren met vliegtuigstoringen, noodprocedures en onderscheppingen.

Oefeningen gevechtsvliegers

F-16- en F-35-vliegers oefenen in onderscheppingen en luchtgevechten op middelbare en grote hoogte. Hiervoor zijn militaire oefengebieden boven de Noordzee beschikbaar via zogenoemde Temporary Reserved Airspaces (TRA's). Deze liggen ongeveer 7 kilometer ten noorden van de Waddeneilanden. Daarnaast maken gevechtsvliegers samen met vliegers van andere NAVO-landen gebruik van de Air Combat Manoeuvering Installation-range (ACMI). Deze range ligt in de Noordzee tussen Nederland en Engeland.

Het grootste gedeelte van de oefeningen vindt dus boven zee plaats. Soms oefenen gevechtsvliegers ook boven land. Zoals een gebied boven het noorden van Friesland en Brabant. Daar leren ze zich te oriënteren op bijvoorbeeld rivieren en kerktorens. Voor de vliegers zijn deze trainingen, op een hoogte van minimaal 2.500 meter, van groot belang. Ze moeten weten hoe ze in oorlogstijd aan een vijandelijk vliegtuig kunnen ontsnappen. En hoe ze hun boordwapens moeten gebruiken.

Oefeningen helikoptervliegers

De Helicopter Weapons Instructor Course (HWIC) is een opleiding tot helikopterwapeninstructeur. Helikoptervliegers en -loadmasters specialiseren zich met de cursus onder meer in tactisch optreden. Maar ook in samenwerken met eenheden van andere krijgsmachtdelen. Tijdens de oefeningen ligt de nadruk op bijvoorbeeld op uitvoering, instructie en standaardisatie van verschillende missies.

Vergroot afbeelding Controletoren op Vliehors Range.
Controletoren op Vliehors Range.

Vliehors Range

Een belangrijk oefenterrein voor de Nederlandse jachtvliegtuigen en helikopters is de Vliehors Range. Dit NAVO-schietterrein ligt op het meest westelijke deel van het Waddeneiland Vlieland. Het is een gebied van ongeveer 17 vierkante kilometer. Tijdens oefeningen is de Vliehors Range voor publiek gesloten. Er staan waarschuwingsborden langs het oefenterrein en bij oefeningen staan er ook rode vlaggen.

Op het terrein zijn verschillende doelen opgesteld voor bommen, boordwapens en raketten. Er zijn het hele jaar oefeningen met oefenmunitie. Van 15 september tot en met 28 februari mag op deze range met echte munitie worden geschoten. Dan mogen de vliegtuigen ook echte bommen afwerpen. Dat gebeurt niet vaak, want het is erg duur. De vliegers mogen in de oefenperiode maximaal 70 bommen afgooien. Wanneer dit gebeurt, vliegen de vliegtuigen vanaf de Noordzee. Daardoor beperken ze de overlast voor het Waddengebied zo veel mogelijk.

Hoeveel geluid hoorbaar is, hangt ook af van de weersomstandigheden. Als het weer teveel overlast gaat veroorzaken, gaan de oefeningen niet door. Om dit te meten richt de Koninklijke Luchtmacht op Texel een meetpost in. Deze mobiele meetpost staat in direct contact met de verkeerstoren van de Vliehors Range.

Avondvliegen F-16's, F-35's en helikopters

Gevechtsvliegers en helikoptervliegers oefenen ook in het vliegen bij duister. Om een missie in het donker goed uit te voeren, moet een vlieger dat hebben geoefend. Zeker als er meer toestellen aan een missie meedoen en er dreiging is vanaf de grond en/of in de lucht. De inzet in missiegebieden vindt vaak in de avond of nacht plaats. Het luchtmachtpersoneel gebruikt dan nachtzichtapparatuur. Zij zien door deze helderheidsversterkers alles in groentinten. Het zicht van een vlieger is beperkt, alsof hij door 2 kokers kijkt. Het trainen met de nachtzichtapparatuur is daarom pas zinvol als het volledig donker is.

Het avondvliegen van de gevechtsvliegers en helikopters boven Nederland gebeurt vanaf de F-35-bases Leeuwarden en Volkel en vanaf de helikopterbases Gilze-Rijen, Deelen en De Kooy in Den Helder.

Video: avondvliegen F-35 en F-16

In de periode waarin de dagen kort zijn en het lang donker is bereidt het personeel van het Air Combat Command van de Koninklijke Luchtmacht zich voor op het opereren bij duisternis. Het avondvliegen is voor de F-35 net zo noodzakelijk als voor de F-16 en ook vergelijkbaar. In de avond werken en vliegen is voor al het personeel fysiek, lichamelijk en geestelijk een andere ervaring en belasting dan wanneer er tijdens kantooruren overdag geoefend wordt. Bovendien hebben we ervaren dat inzet tijdens missies veelal in de avond en nacht uitgevoerd wordt. Om goed voorbereid te zijn op deze taak moet thuis dan ook met duisternis geoefend worden.

Speciaal voor het vliegen bij duisternis heeft de vlieger de beschikking over sensoren en geavanceerde nachtzichtapparatuur, de zogenaamde Night Vision Goggles (NVG).
Het vliegen vindt veelal plaats boven zee, maar het is ook noodzakelijk om tijdens duisternis boven land te vliegen. Soms kan dit ook niet anders door bijvoorbeeld de weersomstandigheden boven zee.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de militaire vlieggebieden boven Friesland, Drenthe, Overijssel en Brabant.

De bemanningen van transportvliegtuigen en helikopters van de Koninklijke Luchtmacht trainen overigens het gehele jaar door in de avonduren. Wilt u meer weten over deze en andere vliegbewegingen? Kijk dan op luchtmacht.nl/vliegbewegingen en lees hoe personeel van de Koninklijke Luchtmacht zich gereed maakt en houdt om te beschermen wat ons allen dierbaar is.

Laag en snel landen C-130

Met C-130 Hercules-transportvliegtuigen oefent de luchtmacht in het laag en snel landen. Deze tactische naderingen gebeuren op verschillende vliegbases in Nederland. De vliegtuigen naderen de vliegbasis dan op ongeveer 175 meter hoogte en uit verschillende richtingen.

De bemanning oefent dit om tijdens uitzendingen personeel en materieel in gebieden met vijandelijke dreiging te krijgen. Om dreiging vanaf de grond te vermijden kan de gezagvoerder vanaf grote hoogte snel dalen en landen. Om buiten het radarbeeld van de vijand te blijven kan het nodig zijn op lage hoogte de landingsbaan te naderen.

Laagvliegen vraagt specifieke training

Laagvliegen vraagt, zeker bij duisternis, om specifieke training en ervaring. Obstakels zijn bij laagvliegen pas laat zichtbaar. Daarom moeten vliegers zich eerst kwalificeren voor laagvliegen. Daarna mogen zij pas operationele taken uitvoeren. Ook moeten vliegers hun vaardigheden daarna op peil houden.

Oefenen in het buitenland

Veel oefeningen zijn in het buitenland. Nederlandse gevechtsvliegtuigen nemen jaarlijks deel aan grootschalige oefeningen in Europa, Canada en de Verenigde Staten. Tijdens de oefeningen in Canada en de Verenigde Staten hebben de vliegers vaak de mogelijkheid om te vliegen met minder beperkingen dan in West-Europa.

Maar het is niet mogelijk om alle trainingen in het buitenland te doen. Bijvoorbeeld omdat vliegers samen moeten oefenen met grondeenheden, zoals 11 Luchtmobiele Brigade. Bovendien moeten de vliegers vertrouwd zijn met het vliegen boven het nationale grondgebied. Dit voor het geval dat inzet binnen de Nederlandse grenzen nodig is.