Een vermoeden van een misstand melden
Wanneer u denkt dat er bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) sprake is of is geweest van een misstand bij de uitvoering van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) of de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo), kunt u dit vermoeden melden.
U kunt een melding doen over ieder (vermeend) optreden van de MIVD ter uitvoering van de Wiv 2017 of juist het uitblijven daarvan. Uw melding kan betrekking hebben op iedere medewerker van de MIVD en op ieder ander die onder verantwoordelijkheid van de MIVD heeft gehandeld.
Voorwaarden voor het melden van een misstand
U kunt een melding indienen zodra de misstand zich volgens u heeft voorgedaan. Meldingen van een vermoeden van een misstand dienen gebaseerd te zijn op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de melder bij de MIVD heeft opgedaan of voortvloeien uit kennis die de melder heeft gekregen in verband met diens betrokkenheid bij de Wiv 2017 of de Wvo. Daarnaast dient er een maatschappelijk belang in het geding te zijn bij het wettelijk voorschrift dat wordt geschonden, een gevaar te zijn voor de veiligheid van personen, of een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten.
Er zijn gevallen waarin de minister een melding van een vermoeden van een misstand niet hoeft te behandelen, zoals wanneer u klaagt over een beslissing waartegen u bezwaar of beroep kunt of kon indienen.
Hoe kunt u een vermoeden van een misstand melden?
U kunt een vermoeden van een misstand op verschillende wijzen melden:
- Telefonisch: (070) 318 75 99, van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 9.00 en 10.00 uur;
- online;
- Per post aan:
de minister van Defensie
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Afdeling Juridische Zaken/klachten
Postbus 20701
2500 ES Den Haag.
Graag uw uitdrukkelijke aandacht om hier geen gerubriceerde informatie te delen.
Hoe wordt mijn melding behandeld?
Het bevoegd gezag moet binnen 12 weken op uw melding reageren. Lukt dat niet, bijvoorbeeld vanwege de complexiteit van de melding, dan mag de afhandeling met een redelijke termijn worden uitgesteld. Hiervan wordt u dan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. Verder uitstel is mogelijk voor zover u daarmee schriftelijk instemt.
De MIVD neemt uw melding in behandeling en streeft ernaar om tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen. Degene over wie u een melding doet, wordt ook gevraagd zijn of haar zienswijze te geven. Voor behandeling dient uw melding te voldoen aan de wettelijk gestelde vereisten. De MIVD hoeft uw melding niet in behandeling te nemen wanneer:
- de melding kennelijk ongegrond is;
- het maatschappelijk belang, dan wel de ernst van de misstand onvoldoende is;
- reeds een melding is ingediend en behandeld over dezelfde misstand waarover u een melding doet, met inachtneming van de Interne Klokkenluidersregeling MIVD, tenzij een nieuw feit of een nieuwe omstandigheid bekend is geworden hetgeen tot een ander oordeel over de betreffende misstand zou hebben kunnen leiden;
- bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak reeds over de misstand is geoordeeld;
- de melder onvoldoende meewerkt aan een zorgvuldig verloop van het onderzoek en het bewaren van de vertrouwelijkheid van uitkomsten van het onderzoek.
Rechtsbescherming en te goeder trouw en naar behoren melden
Een melder komt in aanraking voor rechtsbescherming mits hij of zij te goeder trouw en naar behoren handelt. Het gaat erom dat de melder in procedureel en materieel opzicht zorgvuldig moet handelen. Procedureel zorgvuldig handelen houdt in dat de melder eerst intern bij de MIVD heeft gemeld, tenzij dat is redelijkheid niet van hem gevraagd kan worden. Van materieel zorgvuldig handelen is sprake als de melder een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden heeft dat de desbetreffende feiten juist zijn.
Niet eens met afhandelen melding?
Wanneer u het niet eens bent met de uitkomst of de wijze van afdoening van uw melding van een vermoeden van een misstand door de MIVD, kunt u zich richten tot de afdeling klachtbehandeling van de CTIVD. In eerste instantie dient u het vermoeden van een misstand dus te melden bij de dienst waarbinnen sprake is van de vermoedelijke misstand. Alleen wanneer redelijkerwijs niet van een melder verwacht kan worden zijn of haar melding bij de dienst in te dienen, kan melder zich rechtstreeks richten tot de afdeling klachtbehandeling van de CTIVD.
De afdeling klachtbehandeling van de CTIVD neemt een melding alleen in behandeling indien zij van oordeel is dat er sprake is van een vermoeden van een misstand. De afdeling is dus niet verplicht een onderzoek naar de melding in te stellen. Wanneer de afdeling klachtbehandeling de melding in behandeling neemt, deelt zij de inhoud van de melding aan de minister van Defensie mede, waarbij zij erop toeziet dat deze niet herleidbaar is tot de identiteit van de melder. De identiteit van de melder kan slechts aan de minister van Defensie worden medegedeeld indien de melder daarmee instemt.