Defensie neemt aanbevelingen rond Uitkeringsregeling chroom-6 grotendeels over

Defensie neemt vrijwel alle aanbevelingen over van de Commissie Heerma van Voss rond de Uitkeringsregeling Chroom-6. De commissie presenteerde eind november een uitgebreid eindrapport, waarin onder meer de regeling zelf werd onderzocht. Staatssecretaris Christophe van der Maat stuurde vandaag de reactie op deze bevindingen naar de Tweede Kamer.

Sinds 2018 bestaat de huidige Uitkeringsregeling chroom-6 Defensie. Die is voor (oud-)defensiemedewerkers die ziek zijn als gevolg van blootstelling aan chroom-6. Defensie erkende in 2018 dat deze medewerkers bij hun werk te weinig zijn beschermd. Ook nabestaanden maken onder bepaalde voorwaarden aanspraak op de uitkeringsregeling.

De commissie onderzocht onder meer de regeling en mogelijke consequenties van een eventuele uitbreiding hiervan. Zij noemde de huidige regeling evenwichtig en voldoende ruimhartig uitgevoerd. De uitkeringsregeling sluit aan bij soortgelijke  regelingen en het aansprakelijkheidsrecht.

Gevraagde duidelijkheid

Van der Maat zei na het verschijnen van het rapport, begin 2023 met een reactie te komen. Dat is nu gebeurd. “De commissie verschaft met haar onderzoek, analyse en antwoorden de gevraagde duidelijkheid. Ik hoop dat met het overnemen van het merendeel van de aanbevelingen, de uitkeringsregeling en de uitvoering daarvan verder verbetert.”

De staatssecretaris erkent wel dat het dossier nog niet voor iedereen afgesloten is. “Net als de commissie ben ik door de gesprekken met oud-medewerkers en nabestaanden geraakt door het leed dat zij hebben ondervonden en nog ondervinden. Ik blijf mij inzetten voor een goede uitvoering van de uitkeringsregeling en het voorzien in de nazorg aan de (oud-)medewerkers en nabestaanden.”

Causaal verband

Een uitgangspunt van de uitkeringsregeling is dat er sprake moet zijn van causaal verband tussen een ziekte en het werk. De commissie concludeerde dat aan dit standpunt moet worden vastgehouden. Dat doet Defensie dan ook. De regeling geldt daarom alleen voor werknemers bij wie is vastgesteld dat chroom-6 mogelijk een ziekte heeft veroorzaakt of voor hun nabestaanden.

De commissie is van mening dat de mogelijkheid om een tegemoetkoming te krijgen voor bijzondere kosten, beter moet worden uitgewerkt en meer bekendheid moet krijgen. Defensie neemt deze aanbeveling over.

Begeleiding

Defensie wijst (oud-)medewerkers onder meer met een folder op de mogelijkheid een claim in te dienen bij Defensie. Dat kan indien zij menen ziek te zijn door het werken met andere gevaarlijke stoffen. Deze mensen worden bij het indienen van een claim begeleid met het opzoeken van informatie, die nodig is voor het onderbouwen van hun claim.

Ook worden (oud-)defensiemedewerkers gewezen op de Tegemoetkomingsregeling Stoffen-gerelateerde Beroepsziekten. Die is sinds dit jaar van kracht voor alle werkenden in Nederland. Opties voor samenwerking met het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde beroepsziekten (Lexces) voor nader onderzoek naar andere gevaarlijke stoffen worden bekeken.

Hoogte van vergoeding

Verder wordt vastgehouden aan de eerder afgesproken hoogte van de uitkering voor materiële kosten. “Mocht later blijken dat een hogere vergoeding in de rede ligt, dan volgt een heroverweging”, aldus Van der Maat. Een claim indienen om hogere kosten vergoed te krijgen, kan al wel.

Voor nabestaanden gaat de vastgestelde vergoeding wel omhoog. Zo komt de uitkering meer in verhouding te staan met de werkelijke schade, met name de uitvaartkosten. Hoe hoog dit bedrag wordt, wordt nog uitgewerkt.

In sommige bijzondere gevallen wordt het recht op een smartengeldvergoeding voor nabestaanden uitgebreid. Dit geldt bijvoorbeeld als een (oud-)medewerker al contact had gelegd om van de regeling gebruik te maken, maar dit voor zijn of haar overlijden niet heeft kunnen afronden. 

De huidige uitkeringsregeling is met de vakbonden opgesteld. De aanpassingen worden ook weer overlegd met de bonden.

Stand van zaken

Per 17 maart 2023 hebben 747 (oud-)medewerkers en nabestaanden een uitkering ontvangen op grond van de tijdelijke en/of de huidige coulanceregeling. Het gaat om een bedrag van € 12 miljoen. Er zijn nog verzoeken in behandeling. Het aantal nieuwe aanvragen voor een uitkering varieert het laatste jaar tussen de 5 en 10 per maand. Naar verwachting verandert dit aantal de komende jaren niet.