Zr.Ms. Evertsen

Zr.Ms. Evertsen is een van de luchtverdedigings- en commandofregatten van de De Zeven Provinciën-klasse.

Luchtverdedigings- en commandofregat

Zoals de typebenaming al aangeeft, heeft het luchtverdedigings- en commandofregat (LCF) 2 hoofdfuncties: luchtverdediging en commandovoering. De verdedigingsfunctie houdt in dat ze een vlootverband in zijn geheel moet kunnen beschermen. De commandofunctie betekent dat het schip een complete operationele staf aan boord kan nemen. De commandant van deze staf heeft dan de leiding over meerdere schepen: een eskader of vlootverband.

Op de boeg staat de NAVO-aanduiding van het fregat: F805.

Geschiedenis Zr.Ms. Evertsen

  • Kiel gelegd: 6 september 2001.
  • Te water gelaten: 19 april 2003.
  • In dienst gesteld: 10 juli 2005.

Voorgangers

  • 1803-1814: Admiraal Evertsen, kanonneerschoener.
  • 1808-1819: Admiraal Evertsen, linieschip.
  • 1857-1921: Evertsen, fregat met stoomvermogen. Herdoopt in Neptunus en deed vervolgens dienst als logementschip.
  • 1894-1914: Evertsen, pantserschip.
  • 1926-1942: Evertsen, torpedobootjager.
  • 1946-1962: Evertsen, ex-Scourge, torpedobootjager.
  • 1967-1989: Evertsen, fregat Van Speykklasse.

Waar komt de naam vandaan?

Zr.Ms. Evertsen is vernoemd naar de Zeeuwse familie Evertsen, die vele zeehelden heeft voortgebracht. Bronnen hierover verschillen in aantallen van 13 tot 19 leden die de Nederlanden dienden en waarvan 7 tot 9 in de strijd sneuvelden. Zij dienden vanaf het begin van de opstand tegen Spanje tot ver na het einde van de Gouden Eeuw. Allen waren in dienst van de Admiraliteit van Zeeland.

Johan en Cornelis Evertsen
De bekendste Evertsens waren Johan (of Jan) (1600-1666) en zijn jongere broer Cornelis (1610-1666). Johan was al op 21-jarige leeftijd commandant van een schip. In de jaren 1625-1627 veroverde Johan onder meer een Spaans en een Portugees galjoen en ontzette hij een schip dat door Duinkerkse piraten was geroofd.

Vanwege deze heldendaden werd hij bevorderd tot commandeur. In deze rang gaf hij leiding aan het eskader dat de door Piet Hein veroverde zilvervloot naar Nederland begeleidde. Rond deze tijd was jongere broer Cornelis Evertsen ook al actief. Vanaf 1626 was hij aan boord geplaatst van verschillende oorlogsschepen van ’s lands vloot.
In 1637 werd Johan Evertsen bevorderd tot viceadmiraal van Zeeland. In die rang voerde hij in 1639 het Zeeuwse eskader aan bij de Slag bij Duins. In 1653 voeren de beide Evertsens in de noodlottige Slag bij Terheyde. Cornelis Evertsen raakte zwaargewond, maar overleefde de slag wel.

In 1666 werd Johan Evertsen tot de 1e luitenant-admiraal van Zeeland bevorderd. Hij hield zich voornamelijk bezig met de uitrusting van de vloot. Zijn jongere broer Cornelis werd daarna ook tot luitenant-admiraal bevorderd. Hij leidde het Zeeuwse eskader dat onder opperbevel van De Ruyter ten strijde trok. De Vierdaagse Zeeslag werd een geweldige overwinning, maar Cornelis Evertsen was wel een van de weinige Nederlandse slachtoffers.

Zodra Johan Evertsen hoorde van het overlijden van zijn jongere broer, besloot hij opnieuw dienst te nemen. Onder De Ruyter nam Johan Evertsen samen met Cornelis Tromp deel aan de Tweedaagse Zeeslag tegen de Engelse vloot. Het geluk liet ook deze Evertsen in de steek. Omsingeld door de complete Engelse vloot hield het eskader van Evertsen 3 uur stand, maar de overmacht was te groot. Getroffen door een ijzeren bout verloor hij een van zijn benen. Hij overleed op 66-jarige leeftijd in de ochtend van de tweede dag van de zeeslag, 5 augustus 1666.

Cornelis Evertsen de Jonge
Een andere Evertsen was Cornelis Evertsen de Jonge (1628-1679). Hij werd geboren in Vlissingen en werd kapitein in 1659. 2 jaar later nam hij de Duinkerker kaper Jean Collaert gevangen bij de Portugese Lizard. De Duinkerker vlootvoogd kaapte in Portugese dienst. Evertsen onderscheidde zich bij Lowestoft en werd daarop in 1665 bevorderd tot schout-bij-nacht. Een jaar later onderscheidde hij zich bij de Vierdaagse Zeeslag en werd benoemd tot viceadmiraal. Daarna commandeerde hij schepen en eskaders bij Chatham, bij Solebay, bij Schooneveld en bij Kijkduin.

Cornelis Evertsen de Jongste
Cornelis Evertsen de Jongste (1642-1706) was de volgende Evertsen. Zijn bijnaam was Kees de Duivel. Hij werd geboren in Vlissingen. In 1665 werd hij benoemd tot kapitein bij de Zeeuwse Admiraliteit. Hetzelfde jaar streed hij met 2 schepen tegen 3 Engelse schepen. Hij werd gevangen genomen, maar later weer in vrijheid gesteld. Een jaar later vocht hij tijdens de Vierdaagse en de Tweedaagse Zeeslag.
In 1672 onderscheidde Cornelis zich bij de verdediging van het Smyrnakonvooi. Ook voerde hij het commando over een expeditie naar West-Indië en veroverde daar Nieuw-Nederland. In 1675 werd hij schout-bij-nacht. In 1677 voerde hij het commando over de blokkadevloot bij Duinkerken. Hij werd viceadmiraal in 1679 en luitenant-admiraal in 1684. In 1688 was hij eskadercommandant van de vloot die Stadhouder Willem III naar Engeland bracht. In 1690 voerde hij het commando over de voorhoede in de Slag bij Bevesier. Hij is begraven in Middelburg.

Geleyn Evertsen
Geleyn Evertsen werd in 1655 geboren in Vlissingen. In 1672-1673 diende hij als luitenant bij de Zeeuwse Admiraliteit en vocht mee in de Slag bij Solebay, de Slag bij Schooneveld en de Slag bij Kijkduin. Een jaar later raakte hij gewond tijdens een tocht naar Martinique.

In 1679 werd hij kapitein, in 1685 schout-bij-nacht. In 1692 onderscheidde hij zich in de Slag bij La Hogue. In 1695 werd hij viceadmiraal. In 1700 was hij bevelhebber van een smaldeel dat samen met Engelse schepen Kopenhagen bombardeerde. In 1707 werd hij luitenant-admiraal. Hij is begraven in Middelburg.

Embleem

Het embleem toont in zilver 2 golvende dwarsbalken van sinopel. Beladen met 3 visserspinken, geplaatst in de verhouding 2:1 en uitgerust met een enkele mast zonder zeilen. Alles van natuurlijke kleur. Het ontwerp is ontleend aan het familiewapen van de Evertsens.