Defensie heeft meer fysieke en milieuruimte nodig

Meer militairen, meer materieel, meer activiteiten. Al vóór de oorlog in Oekraïne is vastgesteld dat Nederland meer nodig heeft om nationale en internationale veiligheid te waarborgen. Voor de groei en modernisering van de Nederlandse krijgsmacht is meer ruimte nodig. Daarom gaat het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) van start, meldt staatssecretaris Van der Maat in een brief aan de Tweede Kamer.

Vergroot afbeelding Marcherende militairen.
Foto ter illustratie.

Het gaat niet alleen om meer fysieke ruimte, maar ook om meer milieuruimte op bestaande Defensielocaties. Moderne oorlogsvoering vraagt om inzet van drones, nieuwe wapens, moderne voertuigen, informatiesystemen en nieuwe of gerevitaliseerde kazernes. Meer ruimte is verder nodig door meer gezamenlijke oefeningen met andere landen en de toegenomen behoefte aan militaire mobiliteit om meer materieel, voorraden en mensen door Nederland te vervoeren.

Van der Maat: “Volgend jaar moet de inbreng van alle betrokken ministeries er zijn voor de Nota Ruimte. Daarmee wordt de ruimtelijke puzzel in Nederland gelegd. Dan hebben we het over bijvoorbeeld de woningbouwopgave, de energietransitie, landbouw en natuur, maar ook over kazernes, militaire luchthavens en oefenterreinen. Er moeten keuzes gemaakt worden en waar het kan moeten functies worden gecombineerd. Het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie brengt de ruimte in beeld die de krijgsmacht nodig heeft.” 

Andere belangen

Het programma speelt zich af op verschillende niveaus: nationaal, regionaal en lokaal. Op nationaal vlak gaat het om nut en noodzaak van het nieuwe ruimtegebruik door Defensie. Dit wordt in beeld gebracht in een nationale beleidsvisie NPRD. Voor die visie worden de potentiële milieu-effecten in beeld gebracht in een plan-milieu-effectrapportage (m.e.r.).

Er spelen niet alleen nationale ruimtelijke belangen. Op regionaal niveau wordt ook de behoefte aan ruimte van decentrale overheden en maatschappelijke partijen per gebied in kaart gebracht. Daarvoor komen er gezamenlijke gebiedsvisies, waarin alle ruimtebehoeften met behulp van ontwerpend onderzoek bij elkaar worden gebracht. In die gebiedsvisies gaat het onder meer om de ‘kazerne van de toekomst’.

De juridisch-planologische vastlegging en borging gebeurt op lokaal niveau. Daar wordt per onderwerp bepaald of de besluitvorming bij het rijk, de provincie of bij de gemeente ligt. Dat gebeurt met een luchthavenbesluit of projectbesluit, respectievelijk een omgevingsplan.

Centrale kazerne

Van der Maat besteedt verder extra aandacht aan de locatie voor de nieuwe centraal gelegen kazerne. Hij heeft het besluit over de definitieve voorkeurslocatie daarvan onlangs uitgesteld. Daarvoor moet eerst een “breed ruimtelijk proces met voldoende ruimte voor participatie en communicatie” worden doorlopen. Om alles goed af te kunnen wegen is de kazerne daarom in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie opgenomen. Dit betekent dat wordt gekeken naar nut en noodzaak en eventuele mogelijkheden op bestaande locaties in het plan-m.e.r. De zoektocht naar potentiële locaties wordt opnieuw uitgevoerd.

Stikstof

Defensie heeft ook  te maken met de stikstofproblemen. Locaties liggen vaak in of vlak bij Natura 2000-gebieden. Wetgeving daarover maakt de groei van Defensie op korte termijn eigenlijk niet mogelijk. Daarom staat in het coalitieakkoord dat er aandacht moet zijn voor de bijzondere positie van Defensie. De stikstofproblemen mogen de ontwikkelingen niet te veel beperken. De geplande bouw van en op Defensielocaties wordt wel opnieuw getoetst aan de stikstofregels.

Vervolg

In het najaar volgt meer informatie over welke Defensieactiviteiten een plaats krijgen in het programma en wat de planning daarbij is. Ook wordt dan duidelijk hoe alle partijen bij het programma betrokken worden. Defensie publiceert dan de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, die het startschot vormt voor het plan-m.e.r. Hierin staat beschreven wat wordt onderzocht en tot welk detail en met welke aanpak. De notitie gaat in op de ruimtelijke claims, de alternatieven en de wijze van effecten op bijvoorbeeld milieu vast te stellen. Dit is ook de formele start van participatie.

Rond de zomer van 2024 wordt de Nota Ruimte van het ministerie van Binnenlandse Zaken afgerond en neemt het kabinet een besluit over alle verschillende ruimtelijke behoeften, waaronder die van Defensie.