NAVO versterkt verdediging vanwege veiligheidssituatie

Alle bondgenoten zouden zich direct en langjarig moeten verbinden aan de zogenoemde NAVO-norm van 2% van het BNP. Dat zei secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg vandaag in Brussel. Daar zijn de defensieministers van het bondgenootschap sinds gisteren bijeen. Volgens Stoltenberg is die 2% nodig zodat bondgenoten hun krijgsmachten kunnen versterken om het NAVO-verdragsgebied te verdedigen.

De norm houdt in dat landen vanaf 2024 elk jaar minimaal 2% van hun bruto binnenlands product aan Defensie uitgeven. De bondgenoten nemen het voorstel naar verwachting volgende maand aan tijdens de NAVO-top in de Litouwse hoofdstad Vilnius.

Het kabinet steunt het maken van financieringsafspraken in NAVO-verband. In 2024 en 2025 voldoet Nederland aan de 2%-norm. Voor minister Ollongren is het voor Defensie belangrijk zekerheid te hebben voor de lange termijn: “We moeten blijven investeren in mensen, capaciteiten en zorgen dat de basis op orde is. Dat is een les uit het verleden. We zien allemaal dat de veiligheidsomstandigheden aanzienlijk zijn verslechterd in Europa, maar ook in de rest van de wereld. Dus dat Defensiebudgetten omhoog moeten en hoog zullen blijven staat voor mij vast.”

Regionale verdediging

Voor de versterking van de collectieve afschrikking en verdediging ligt een pakket militaire plannen klaar. Onder meer nieuwe regionale plannen voor de collectieve verdediging vanaf 2025. Daarvoor zijn goed getrainde eenheden nodig die overal snel inzetbaar zijn. Minister Kajsa Ollongren benadrukte de noodzaak om die als bondgenoten daadwerkelijk beschikbaar te stellen. Het gaat om land- lucht- en maritieme capaciteiten. Defensie stelt in nauw overleg met strategische partners zoals Duitsland grotere eenheden samen die stand-by staan. Dit is iets anders dan de vooruitgeschoven aanwezigheid van NAVO bij de oostelijke bondgenoten, zoals in Litouwen. Daar blijft Nederland ook aan bijdragen.

Oekraïne

Veel bondgenoten spraken, net als Ollongren de hoop uit dat Zweden in Vilnius als volwaardig bondgenoot aan tafel zal zitten. Het NAVO-partnerschap met Oekraïne kwam ook aan de orde. De leiders spreken daarover verder tijdens de Vilnius-top.

Nederland pleit voor zoveel mogelijk steun aan Oekraïne. Zo kan het land op korte termijn weerstand blijven bieden tegen de Russische agressie. Op langere termijn is het nodig de Oekraïense krijgsmacht vergaand te moderniseren. Zij beschikken in de toekomst niet meer over voormalig Sovjet-materieel. Om zich te kunnen blijven verdedigen wil het land daarom over naar Westerse systemen. Dit komt ook de samenwerking met de NAVO ten goede. 

Defensie-industrie

De oorlog in Oekraïne laat elke dag het belang zien van voldoende voorraden wapens en munitie. In Brussel bespraken de NAVO-ministers van Defensie rechtstreeks met vertegenwoordigers van de defensie-industrie hoe de productie het beste kan worden opgevoerd. En hoe belemmeringen voor samenwerking kunnen worden weggenomen. Bij de bijeenkomst waren ook Oekraïne en de Europese Unie aanwezig.

NAVO- en EU-initiatieven kunnen elkaar versterken. Zo speelt de NAVO bijvoorbeeld een belangrijke rol door militaire standaarden vast te stellen. Tijdens de NAVO-top zal de NAVO een nieuw actieplan voor defensieproductie (Defence Production Action Plan) presenteren. Het is bedoeld om tekorten in de voorraden snel aan te pakken. Het plan moet ook helpen om de interoperabiliteit te verbeteren van de munitie en de uitrusting die door verschillende bondgenoten wordt gebruikt.