Toespraak Commandant der Strijdkrachten bij MIVD-seminar Fog of War

Toespraak van de Commandant der Strijdkrachten Generaal Onno Eichelsheim op het seminar: Fog of War 2.0 ter gelegenheid van 20 jaar MIVD op 23 juni in Den Haag.

Het is kwart voor 5 ‘s morgens.

In een legering in Duitsland gaat de wekker. Een eenheid van zo’n 120 Nederlandse militairen staat in het donker op. Er staat koffie, er worden broden binnen gedragen en honderden plakjes kaas in plastic. Als iedereen gedoucht, gekleed en gevoed is, kunnen ze zich verplaatsen naar de schietbanen. Zodat de eenheid om 8 uur stipt kan beginnen met de schietoefening. Maar als ze op het veld aankomen, hangt er een dichte mist. De commandant roept: waar is de OBOM? De groentjes kijken verward om zich heen. Anderen gaan op linie staan en beginnen te blazen.

De landmachters hier vandaag weten precies wat ik bedoel… OBOM: de ‘officier belast met het optrekken van de mist’. Geen serieuze functie dus, maar een uiting van frustratie over de dingen die je niet zag aankomen. En wat mij betreft kunnen we OBOM, op een serieuze manier, gebruiken voor het werk van de MIVD. Want MIVD’ers moeten het zicht helder maken binnen domeinen waar de vijand het moedwillig mistig maakt. Zorgen dat de mist optrekt, zodat ik een goede beslissing kan nemen – soms een hele snelle beslissing.

Die mist is overal, in elk domein – land, lucht, zee, space en cyber.

Ik wil weten wat anderen weten over ons… wat anderen ontwikkelen… ik wil dat vijandige operaties tegen ons worden verstoord… en ik wil dat wij inlichtingen en veiligheid in cyber en space blijven ontwikkelen. Dat is het boodschappenlijstje dat ik inlever bij de MIVD.

Het domein cyber komt daar meermaals in terug. Want vooral in het cyberdomein nemen de mistgordijnen toe. Voor onze veiligheid moeten we vooruit kunnen kijken, door de mist heen, zodat we ons kunnen voorbereiden op dreigingen en op mogelijke aanvallen.

Ik ga vandaag een blik door de mist met u delen – om met u vooruit te kijken.

De minister vertelde net over de ambities van het Chinese leger.

Dat het waarschijnlijk is dat zij over 15 jaar beschikt over operationele wapensystemen die op basis van AI volledig autonoom kunnen functioneren binnen alle domeinen. Zonder enige menselijke tussenkomst.

Als China vooroploopt met militaire AI, en wij niet met hen aan kop gaan, dan is dat een zorgelijke ontwikkeling. Vooroplopen of achterlopen zijn hier grote woorden.

Bij de Olympische Spelen kan het verschil tussen goud en zilver in enkele seconden zitten. Soms heeft de winnaar een grote voorsprong. Maar vaak gaat het om millimeterwerk. Milliseconden. Nét iets sneller zijn dan de anderen in het schaatsen of op de skeleton.

En daar zitten zware jaren van trainen in, zwoegen om steeds beter te worden. Zware jaren van trainen, daar zijn we mee bekend bij Defensie: train as you fight, maar dan in een twenty-four-seven strategische competitie. In deze race is achterlopen geen optie.

En juist op het terrein van AI gaan de ontwikkelingen snel. China is op 4 fronten bezig met de ontwikkeling van AI.

1. Ten eerste: China ontwikkelt nu autonome wapensystemen die zelfstandig een doelwit kunnen aangrijpen.

Dit is zorgwekkend, omdat men hiermee sneller kan optreden – op een manier die bijvoorbeeld Nederland niet kan doen.

Want hiermee wordt de OODA-loop overhoop gegooid.

John Boyd, vlieger en militair strateeg, zette in de jaren '70 van de vorige eeuw uiteen welke cyclus de menselijke geest doorloopt om beslissingen te maken. De OODA-loop wordt nog steeds in militaire kringen gebruikt, maar ook in het bedrijfsleven.

OODA staat voor: Observe, Orient, Decide, Act. Observeren, oriënteren, beslissen en handelen. Kunstmatige intelligentie kan al deze taken uit handen van mensen nemen. Computers kunnen steeds vaker sneller denken dan mensen. Dus het is logisch dat we ons niet handmatig tegen raketten willen beschermen, maar met behulp van een systeem.

Dit leidt tot wat de Amerikaanse generaal b.d. John Allen en tech-ondernemer Amir Husain de ‘hyperwar’ noemen. Een oorlog waarin sensoren en kunstmatige intelligentie de strijd voeren. Gevechtshandelingen worden gereduceerd tot seconden, of fracties van seconden. Dit betekent in de praktijk dat conflicten korter en intensiever worden gevoerd.

Want de stappen in een conflict volgen elkaar waarschijnlijk zeer snel op met een grote mate van autonomie. Dit leidt er ook toe dat de reactietijd voor een tegenstander sterk vermindert.

Maar Nederland heeft altijd aangegeven dat we de ‘d’ in OODA, decide, bij een mens laten. Een mens moet beslissen of een doelwit daadwerkelijk wordt geraakt.

En ethisch gezien is dat ook juist.

Maar wat als de, al dan niet potentiële tegenstander, deze ethiek niet heeft?

En wat als hij daardoor sneller is?

Dan hebben wij een strategisch en tactisch nadeel. En weten we niet wat de ‘A’ in OODA wordt – ‘act’.

2. Ten tweede ontwikkelt China AI-toepassingen waarmee besluitvorming kan worden ondersteund.

Het maakt geavanceerde analyse en integratie van verschillende datastromen mogelijk voor het versnellen en verbeteren van militaire besluitvorming.

Dit gaat onder meer over commandovoering: op basis van een zo compleet mogelijk inlichtingenbeeld verschillende handelingsmogelijkheden op een rij kunnen zetten... om zo snel mogelijk een goede keuze te kunnen maken, inclusief inzicht in de mogelijke scenario’s die daar het gevolg van zijn. Dit geeft ons een veel kortere reactietijd voor een mogelijke tegenstander als China.

3. De derde toepassing is zwermtechnologie.

Een toepassing van AI waarbij een groter aantal onbemande voertuigen als autonome zwerm opereert en zelfstandig gecoördineerd opdrachten kan uitvoeren.

Bijvoorbeeld een zwem van tientallen drones die luchtverdedigingssystemen verzadigen.

Zo kan een raketafweersysteem worden verstoord en wordt het doelwit niet meer beschermd tegen raketten. Dat doelwit kan een eenheid van onszelf zijn, de Rotterdamse haven, maar ook een eiland.

4. En als laatste het inzetten van AI voor het vergaren van inlichtingen en het automatiseren van surveillance- en verkenningsactiviteiten.

Het is vernieuwend als deze activiteiten in grote mate op een meer automatische en autonome wijze worden gedaan.

Hoe is China tot dit punt gekomen?

Deze ontwikkeling wordt voortgestuwd door een nationale aanpak, waarbij het bedrijfsleven en de academische gemeenschap worden ingezet voor de ontwikkeling van Chinese krijgsmacht.

In het bedrijfsleven gaat het niet alleen om de traditionele defensie-industrie, maar ook om bedrijven als Alibaba en Huawei.

Herkenbare namen, ook voor Nederlandse consumenten.

Niet iedereen weet dat dit dual-use-bedrijven zijn. Dus bedrijven die naast civiele activiteiten, ook worden gestimuleerd hun kennis voor de ontwikkeling van militaire toepassingen te delen.

Ook heeft China jaren en jaren kennis kunnen opdoen in Europese landen. De open samenleving en de open academische wereld in de EU die ons zo veel heeft gebracht, heeft ook China waardevolle kennis opgeleverd.

Zeker op het gebied van technologie die zowel civiel als militair kan worden ingezet.

Daarom waarschuwt de MIVD steeds voor spionage bij onze universiteiten en bedrijven en de export van dual-use-goederen.

We moeten als Nederland en binnen Europa en het Westen zeer waakzaam zijn om onze onze unieke kennis en kunde te beschermen. Helaas is er hiervan in het verleden al veel naar het buitenland gegaan.

Maar we zien inmiddels wel een groeiend bewustzijn bij bedrijven, universiteiten, hoogleraren en kennisinstituten, voor deze kwetsbaarheid. Dat is goed en cruciaal voor onze eigen veiligheid.

Wat kunnen we hier tegenover stellen?
Natuurlijk moeten we zorgen dat China en andere landen niet nog meer kennis kunnen wegsluizen voor eigen gewin.

Maar dat is niet dé oplossing om hun ontwikkeling van AI te vertragen of te dwarsbomen – daarvoor hebben ze al genoeg kennis in huis. Waar we ons nu op moeten richten is:

  1.  samen met onze bondgenoten deze ontwikkeling nauwgezet volgen;
  2. onze capaciteiten en materiaal op orde krijgen zodat we hier tegen opgewassen zijn.

Dat is niet alleen een taak van Defensie maar ook van bedrijven, de Tweede Kamer en organisaties als de TNO. We moeten samen de achterstand inlopen.

Want - wij - lopen - achter.

10 jaar geleden was de EU koploper in onderzoek naar AI. De EU is blijven groeien, maar raakte achter. Chinees academisch onderzoek nam een vlucht. Wereldwijd pakken zij de koppositie als het gaat om het aantal publicaties over AI-gerelateerd onderzoek. In deze spurt naar de top heeft China zowel de EU als de VS achter zich gelaten.

We moeten als Nederland en als EU vol gas geven om samen met onze bondgenoten koploper te worden in deze race.

Daarnaast zijn er drempels om militaire AI verder te kunnen ontwikkelen. China is nu afhankelijk van buitenlandse halfgeleidertechnologie voor de productie van micro-elektronica. Dat is een beperkende factor. Exportcontrole en het tegengaan van ongewenste kennisoverdracht spelen hier een grote rol. Daarnaast blijft ook de betrouwbaarheid van AI de aandacht vragen. Niet alleen voor China. Verreikende autonomie hangt af van de betrouwbaarheid. Verkeerde inschattingen of berekeningen zullen namelijk grote gevolgen kunnen hebben.

En verder blijf ik erin geloven dat bij de ontwikkeling van militaire AI, de mens een ethische dimensie moet blijven toevoegen. Doet de tegenstander dat niet, dan is dat riskant. We moeten dan zorgen dat we op andere vlakken de snelheid kunnen inlopen.

In de permanente strategische competitie waarin wij ons inmiddels bevinden – of we het willen of niet – gaat het erom wie er sneller en slimmer is dan de ander.

Kennis is macht, juist hier. Waar de afgelopen decennia werd geïnvesteerd in een inlichtingenpositie voor wars of choice, moeten we ons nu richten op wars of necessity. Zoals de oorlog in Oekraïne, waarbij het NAVO-grondgebied wordt bedreigd.

In de permanente strategische competitie worden onze eenheden geconfronteerd met de bekende, en de potentiële tegenstanders. Of ze nu aan het gereedstellen zijn of daadwerkelijk zijn ingezet: de dreiging is continu. Het is aan de MIVD om deze dreiging te onderkennen en de krijgsmacht van inlichtingen te voorzien, zodat die haar taak kan uitvoeren.

De MIVD kan zo, gebruikmakend van de bijzondere bevoegdheden die de Wiv2017 de MIVD biedt, een cruciale bijdrage leveren aan de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht op alle niveaus van optreden.

Om beter te kunnen voorzien in de behoefte aan operationele en tactische inlichtingen van de krijgsmacht, worden sinds kort operationele eenheden deels en tijdelijk onder de MIVD geplaatst. En zij worden ingezet voor het verzamelen en analyseren van operationele en tactische inlichtingen.

In aanvulling op deze versterking van de operationele en tactische inlichtingencapaciteit, zal de J2-cel worden versterkt en uitgebreid. De J staat voor joint - alle krijgsmachtdelen - en de 2 voor inlichtingen.

Hiermee kan er meer sturing worden gegeven aan de operationele en tactische inlichtingenvraag vanuit de krijgsmachtdelen.

Ook de capaciteit voor het verspreiden van die inlichtingen richting de operationele eenheden wordt met het inrichten van een robuuste J2 capaciteit verder versterkt. Met centrale regie van de CDS in combinatie met het plaatsen van eenheden onder de MIVD, vergroten we de slagvaardigheid van het inlichtingensysteem van Defensie. Dit stelt de krijgsmacht in staat zich beter gereed te stellen in de wereld van permanente strategische competitie.

Beste mensen, ik heb u een blik door de mist gegeven, dankzij het harde werk van de MIVD. Want er is niks feestelijker op het 20-jarig bestaan van onze geheime dienst, dan het vrijgeven van informatie Op alle defensiedomeinen rukt de mist op, en over 20 jaar zal de wereld er weer heel anders uit zien.

Maar Nederland heeft de MIVD, haar officieren belast met het optrekken van de mist. Die door de mist heen kunnen snijden, zodat we vooruit kunnen kijken en ons voorbereiden op dreigingen, gebaseerd op feiten.

Jullie kracht ligt in het kunnen onderkennen van de waarheid.

Ik weet dat ik op jullie kan rekenen.

Gefeliciteerd met jullie 20-jarig bestaan.