Bijlage 1: transitie, gereedheid en inzet van de krijgsmacht
De verslechterde veiligheidssituatie maakt het urgent dat de inzetbaarheid, en dus ook de gereedheid, van onze eenheden fors omhoog gaat. Militaire eenheden moeten vaker en langer kunnen worden ingezet.
In deze bijlage wordt de transitie per defensieonderdeel beschreven. Ook wordt toegelicht wat de defensieonderdelen ondernemen om de gereedheid te verhogen en hoe eenheden in verschillende samenstellingen en samenwerkingsverbanden kunnen worden ingezet. En de begrippen gereedheid en inzetbaarheid worden toegelicht.
Transitie per Defensieonderdeel
Inzet en samenwerking
De huidige en verwachte dreigingen en technologische ontwikkelingen vereisen een aangepaste manier van optreden op en vanuit zee. De vloot zal door ‘gedistribueerd’ optreden slagvaardiger zijn en minder kwetsbaar voor de toenemende dreiging van onder andere onderzeeboten en hypersone raketten. Door op te treden met een combinatie van bemande en onbemande schepen, helikopters en vliegtuigen met modulaire sensoren en bewapening, zal de vloot wereldwijd een betere invulling kunnen geven aan het bestrijden van onderzeeboten, het uitvoeren van maritime strike operaties, de verdediging tegen raketten en het ondersteunen van amfibische en landoperaties.
De marinierseenheden krijgen de beschikking over eigen gevechtssteun zodat ze nog sneller dan voorheen met zowel kleinere en schaalbare als grotere formaties kunnen opereren. De verbeterde langeafstandsvuursteun komt vanaf schepen, landingsvaartuigen en onbemande systemen. De marinierseenheden worden bovendien special operations capable voor meer operationele wendbaarheid in het gehele geweldsspectrum. De Maritime Special Operations Forces krijgen meer personeel en nieuw materieel voor het uitvoeren van speciale operaties. In het Caribisch gebied zetten we in op de verdere professionalisering van de Caribische milities.
Vloot en mariniers werken samen met nationale en internationale partners. Bijvoorbeeld de deelname aan internationale maritieme taakverbanden en de UK/NL Amphibious Force. De Belgische en Nederlandse marine zijn geïntegreerd. De marine intensiveert de komende jaren de samenwerking met de Duitse en Franse marine en zet stappen met de Noren om de operationele samenwerking in het hoge noorden verder uit te breiden. Daarnaast bestendigt de marine de zeer goede banden met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. In het Caribisch gebied intensiveert de marine de samenwerking met de Europese en trans-Atlantische partners. Omdat onze veiligheid niet aan de grenzen van Europa begint, zal de marine vaker samen met partners oostelijk van het Suezkanaal opereren. In het nationale domein intensiveert de marine de samenwerking met de kustwachten, andere departementen en civiele partners. De maritieme situational understanding op de Noordzee en in het Caribisch gebied wordt verbeterd door meer gebruik te maken van sensoren, het intensiveren van patrouilles en het uitwisselen van data tussen de hoofdkwartieren van de marine en de kustwachten.
Personeel en organisatie
De marine levert meer gevechtskracht en zal dit op de langere termijn met hetzelfde aantal of minder mensen doen. De marine houdt vast aan de ingezette koers om de omvang van scheepsbemanningen te verkleinen. Daarbij maakt de marine gebruik van de kansen die technologische ontwikkelingen bieden. Als onderdeel van de defensiebrede HR-transitie zet de marine in op het beter samenbrengen van de unieke kwaliteiten, capaciteiten en talenten van de medewerker met de behoeftes van de organisatie. De marine concentreert, verduurzaamt en vernieuwt het vastgoed op de 3 hoofdlocaties Den Helder, Nieuw Milligen en Rotterdam voor de vloot, het Korps Mariniers en de initiële opleidingen.
Materieel en ondersteuning
De marine vergroot de slagkracht onder andere met de introductie van langeafstandsraketten voor fregatten en onderzeeboten. De luchtverdedigingscapaciteit tegen ballistische en (supersone) luchtdreigingen wordt uitgebreid en de slagkracht van het Korps Mariniers wordt vergroot door de introductie van moderne langeafstandsvuursteun, tactische luchtverdedigingswapens en onbemande systemen. In internationaal verband versterkt de marine de capaciteiten in het ruimte- en cyberspacedomein. 10 hulpvaartuigen worden vervangen door 8 nieuwe schepen. De amfibische transportschepen en de 4 patrouilleschepen worden vervangen door 1 type schip, dat geschikt is voor amfibische operaties, maritieme patrouilletaken en noodhulp. Met extra budget voor personeel en opleiding, instandhouding en reserveonderdelen en inzetvoorraden en munitie wordt de inzetbaarheid vergroot.
Inzet en samenwerking
De landmacht wordt sneller en flexibeler door te transformeren naar zelfstandigere commands met elk een eigen kennis, kunde en ondersteuning. De gereedheid en inzetbaarheid worden hiermee verhoogd. De eenheden kunnen zelfstandig of samengesteld worden ingezet in het volledige geweldsspectrum, in nationaal en internationaal verband. Ook kunnen eenheden worden samengevoegd tot een Combined Arms Team, een Battalion Task Group of een Brigade Combat Team. De inzetduur van een eenheid is afhankelijk van het soort eenheid en de schaalgrootte.
De landmacht gaat nog nauwer samenwerken met Duitsland: van samenwerking naar integratie en uiteindelijk specialisatie. Duitsland levert bijvoorbeeld tankcapaciteit, Nederland vuursteuncapaciteit. Die samenwerking, waarbij Duitsland capaciteiten in Nederlandse eenheden inbedt en andersom, wordt verder onderzocht. Wapensystemen worden voortaan zoveel mogelijk samen gekocht. Daarnaast gaat de landmacht meer trainen met Frankrijk en Noorwegen.
Nationaal gaat de landmacht ook meer samenwerken. Zo voeren de landmacht en de marechaussee samen taken op het gebied van militaire mobiliteit uit. Voor de nationale veiligheid wordt de samenwerking met civiele autoriteiten versterkt.
Personeel en organisatie
Met het nieuwe HR-model kan de landmacht militairen inzetten waar zij primair voor zijn: militaire operaties. Het model vergemakkelijkt op- en afschalen. Zo kan een militaire stafmedewerker een operationeel hoofdkwartier versterken. Een militair met een flexibel contract kan ingezet worden voor Train, Advice & Assist-taken en een partnerbedrijf kan bijspringen bij onderhoud.
De gevechtskracht van respectievelijk 43 Gemechaniseerde Brigade en 13 Lichte Brigade wordt versterkt door de oprichting van het Heavy Infantry Command en het Medium Infantry Command. Daarmee kan de landmacht een beslissende klap uitdelen in het gevecht en de bevolking beschermen, in het hoogste geweldsspectrum en in pre- en postconflict situaties. Het Korps Commandotroepen en 11 Luchtmobiele Brigade integreren in het SOF/Rapid Reaction Command, dat een snelle klap kan uitdelen, inlichtingen verzamelen, randvoorwaarden kan creëren voor de inzet van andere eenheden en Nederlanders kan evacueren uit crisisgebieden. Het Integrated Air & Missile Defence Command en het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps worden verder ontwikkeld. Om bij militaire operaties sneller en beslissender te kunnen handelen op basis van de juiste informatie brengt de landmacht capaciteiten voor onder andere Command & Control-ondersteuning, inlichtingenverzameling en -verwerking, cyberweerbaarheid, communicatie & engagement en elektronische oorlogvoering bij elkaar. Defensie handelt daarbij altijd binnen de Nederlandse juridische en ethische kaders, zoals privacywetgeving. Ook de lessen van de onafhankelijke commissie die onderzoek doet naar het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) worden hierbij betrokken voordat gestart wordt met het opzetten van deze entiteit.
De doorontwikkeling van de landmacht naar meer snelheid en flexibiliteit stelt nieuwe behoeftes aan het vastgoed, naast de noodzakelijke revitalisering van het bestaande vastgoed. Daarom wordt vastgoed afgestoten, regionaal geconcentreerd en gemoderniseerd. Het regionaal concentreren van vastgoed en eenheden versterkt de samenwerking met regionale partners.
Materieel en ondersteuning
Naast de verbetering van de individuele militaire uitrusting, moderniseert of vervangt de landmacht bijna alles wat rijdt of rolt, zoals de 4 belangrijkste wapensystemen: CV90, de Fennek, de Pantserhouwitser en de Boxer. De landmacht versterkt de grondgebonden luchtverdediging. De operationele wielvoertuigen worden vervangen door schonere, terreinvaardiger, multifunctionele en beter beschermde versies. De landmacht investeert met partners uit het bedrijfsleven en kennisinstituten in de ontwikkeling van gevechtssystemen van de toekomst, zoals autonome systemen en robots. Hiermee blijft de landmacht toekomstbestendig en wordt, voor zover mogelijk, arbeidsextensiever.
Inzet en samenwerking
De reeds ingezette transformatie wordt voortgezet, versneld en versterkt. Daarmee wordt verder gebouwd aan een organisatie die Air & Space Power genereert die bijdraagt aan de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging. De gereedheid en inzetbaarheid worden verhoogd en de squadrons worden zelfstandiger en langduriger inzetbaar binnen de 4 commands. Daarnaast wordt de slagkracht versterkt. Door de modulaire opbouw van de squadrons en nauwe internationale samenwerking klikt de luchtmacht met onderscheidende capaciteiten naadloos in bij de Europese en NAVO-bondgenoten.
De luchtmacht neemt deel aan verschillende internationale samenwerkingsverbanden voor de inzet van gevechts- en luchttransportmiddelen en de bewaking van het luchtruim. Belgische en Nederlandse jachtvliegtuigen wisselen elkaar af voor de bewaking van het luchtruim van België, Nederland en Luxemburg. Nederland is partner in het F-35-programma. De luchtmacht werkt op opleidings- en trainingslocaties samen met de andere gebruikers van de F-35, waaronder de VS en tal van Europese landen. Nederland is lead nation voor de prestigieuze Multi Role Tanker Transportcapaciteit, gevestigd op Vliegbasis Eindhoven. Verder coördineert het Movement Coordination Centre Europe, ook op Vliegbasis Eindhoven, het strategisch militair luchttransport en het bijtanken van vliegtuigen in de lucht binnen de 28 deelnemende landen van de NAVO en EU. Nederland neemt daarnaast deel aan het internationaal samenwerkingsverband Strategic Airlift Capability C-17.
Personeel en organisatie
De luchtmacht ontwikkelt zich naar een vijfde generatie luchtmacht. De transitie resulteert uiterlijk 2025 in een slagvaardige, wendbare organisatie met 4 commands, Het Air Combat Command, het Defense Helicopter Command, het Air Mobility Command en het Air Support Command, die garant staan voor het leveren van toekomstbestendige Air Power als onderdeel van het multidomeinoptreden.
De luchtmacht zet in op werving en behoud van militairen en vergroot haar adaptief vermogen door vaker en beter tijdelijk te kunnen beschikken over militairen in een flexibele schil. Concentratie, verduurzaming en vernieuwing van het vastgoed maakt deel uit van de transformatie, met het oog op (geluids)ruimte voor groei, structurele betaalbaarheid en voor het personeel een veilige en duurzame leef- en werkomgeving.
Materieel en ondersteuning
De luchtmacht richt een volledig gevuld 3e F-35-squadron op. Daarnaast wordt onderzocht wat de toekomstige mogelijkheden zijn voor onbemande jachtvliegtuigen. Met investeringen in kapitale munitie kan de luchtmacht wapens over grote afstand inzetten en vijandelijke geïntegreerde luchtverdediging onderdrukken of uitschakelen. De komende jaren verdubbelt de MQ-9 capaciteit, zodat deze capaciteit op 2 assen tegelijk inzetbaar is. Daarnaast versterkt de luchtmacht de MQ-9 op het gebied van signals intelligence, maritieme surveillance en communicatiesystemen. Tevens zal de MQ-9 bewapend worden.
De luchtmacht versterkt het Cougar-squadron gericht op de ondersteuning aan speciale operaties. De Cougar-helikopter wordt op termijn vervangen door een Medium Utility Helicopter, die speciale operaties op land en op zee gaat ondersteunen. Er wordt geïnvesteerd in moderne elektronische zelfbescherming voor alle helikoptertypen. De capaciteit van de gevechts- en transporthelikopters wordt aangepast aan de nieuwe eisen van het land- en maritieme optreden.
De C-130 wordt vervangen. Zo behoudt Nederland tactische luchttransportcapaciteit met een hogere beschikbaarheid en groter bereik dan de huidige vliegtuigen. Deze vloot wordt met een extra vliegtuig uitgebreid.
Het Defensie Space Security Center wordt doorontwikkeld. Hiertoe wordt een satellietconstellatie opgebouwd en de huidige radars geschikt gemaakt voor observatie van de ruimte. Hiermee bouwt Nederland een militaire ruimte-capaciteit op waarmee het in internationaal verband goed en slim kan samenwerken.
Inzet en samenwerking
De marechaussee transformeert langs de 2 assen militarisering en digitalisering naar een krijgsmachtdeel dat ook onder oorlogsomstandigheden in staat is politietaken uit te voeren. Bij de marechaussee wordt Intelligence in de volle breedte de basis voor interventie. Zij zal hiermee gaan beschikken over de digitale ondersteuning voor de nationale taken en voor internationale crisis- en oorlogsinzet. Daarnaast gaat de marechaussee specifieke eenheden voor militaire politietaken vormen. Deze eenheden zijn ook inzetbaar in situaties van oplopende spanningen en hybride dreigingen. Een belangrijke ontwikkeling is het weerbaarder maken van het personeel, door onder andere de militaire eisen belangrijker te maken.
De Europese militaire politiekorpsen werken intensief samen, bijvoorbeeld binnen de European Gendarmerie Force, een multinationale samenwerking van politiekorpsen met een militaire status. De marechaussee draagt bij aan Frontex, het Europese grenswachtagentschap dat de Europese grenscontroles versterkt. Los van deze operaties voeren de afzonderlijke lidstaten zelf ook grenscontroles uit. Dat kan zijn met marineschepen, kustwachtvliegtuigen en marechausseepersoneel.
10-tallen marechaussees bewaken de Schengenbuitengrenzen in Frontex-verband. Defensie levert vanuit het opleidingscentrum van de marechaussee en de Nederlandse Defensie Academie ook kennis en expertise aan Frontex.
De marechaussee kan een bijdrage leveren aan het weerbaarder maken van personeel van andere organisaties die ook onder crisis- en oorlogsomstandigheden hun civiele taken moeten kunnen blijven uitvoeren. De marechaussee heeft immers al ervaring met het opleiden van politiefunctionarissen voor inzet in oorlogsgebieden. De kracht van de marechaussee daarbij is dat ze zowel de civiele als militaire wereld begrijpt en van daaruit die brugfunctie kan vervullen.
Personeel en organisatie
De marechaussee beziet in navolging van de luchtmacht en de landmacht om over te gaan tot een command-structure, waarbij naast het Landelijk Tactisch Commando, analoog aan de Gendarmerie Mobile, een nieuw command ‘Marechaussee Mobiel’ wordt ingericht. Dit command bestaat, naast een hoofdkwartierelement, uit mobiele flexibele eenheden, zoals de in actielijn 1 genoemde eskadrons, het Hoog-Risico-Beveiligingseskadron, de Landelijke Bijstandsorganisatie en de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten.
Ook wordt bezien hoe het opleiden-, training- en kennisdomein moet worden versterkt. Dit domein is randvoorwaardelijk om de HR-development, doctrines, opleidingen en trainingen te verzorgen, inbegrepen de benodigde militaire en civiele certificeringen. De versterking dient te passen in de command-structure zodat zowel de aansluiting op het militaire als civiele opleidingsdomein is gegarandeerd.
Materieel en ondersteuning
Het project GRENADE-29 wordt uitgebreid met IBIS-30, het Intelligence Based Intervention System dat de marechaussee in staat stelt ook in de toekomst interventies te baseren op de steeds toenemende hoeveelheid informatie.
De marechaussee formeert een MP-eskadron voor combat support-taken en een multifunctioneel eskadron ter ondersteuning van de civiele gezagsdragers en het Military Mobility Plan.
Inzet en samenwerking
Het Defensie Cybercommando versterkt zichzelf de komende 4 jaar zowel kwalitatief als kwantitatief. Het verhogen van de gereedheid vereist geen kinetische wapensystemen, maar draait vooral om personele gereedheid en geoefendheid van hoog gekwalificeerde mensen: de unieke cyberprofessionals. Bij de transitie zijn de inspanningen gericht op het ontwikkelen van de kennis, de mensen en het conceptuele operationele kader om met cybermiddelen effectief bij te dragen aan een militaire operatie.
Militaire cyberoperaties maken deel uit van het multidomein optreden van de krijgsmacht. Het cybercommando is inzetbaar om een zelfstandig strategisch effect te sorteren, bijvoorbeeld om een maatschappij ontwrichtende cyberaanval te beantwoorden. Het cybercommando ondersteunt daarnaast de inzet van de operationele commando’s. Bovendien versterkt het cybercommando de operationele slagkracht van de hele krijgsmacht door de ontwikkeling van cyberconcepten en -capaciteiten ten behoeve van de operationele commando’s te ondersteunen. De ontwikkeling van de digitale slagkracht gebeurt in nauwe samenwerking met de MIVD in Cyber Mission Teams.
Cyberveiligheid is een uitdaging voor de hele samenleving en vereist daarom samenwerking, binnen en buiten Defensie. Het cybercommando is een partner in de nationale cyberveiligheidsketen. Het motto van de verdere operationalisering van de digitale slagkracht is dan ook: ‘Digitale slagkracht door samenwerking’. Het cybercommando intensiveert de komende kabinetsperiode daarom in de samenwerking met de MIVD binnen het concept van de Cyber Mission Teams en de samenwerking met de operationele commando’s door het integreren van cyberoptreden in operationele concepten.
Het cybercommando draagt bij aan de digitale veiligheid van Nederland door het verstevigen van het veiligheidsnetwerk, waarbij het aansluiting zoekt bij het in ontwikkeling zijnde Rijksbrede Responskader tegen Statelijke Dreigingen en nauw samenwerkt met kennisinstituten om cyberkennis en -technologie te ontwikkelen.
Personeel en organisatie
Personeel, infrastructuur, waaronder huisvesting en een adequate governance zijn randvoorwaardelijk voor de gereedheid van het cybercommando.
Het cybercommando richt zich op het vergroten van de personele gereedheid door de cyberprofessionals flexibiliteit, uitdaging, carrièremogelijkheden en een passende beloning te bieden. Het cybercommando beschikt over een flexibele schil van 150 cyberreservisten met aanvullende cyberexpertise. Vooruitlopend op de geconcentreerde nieuwbouw in de Haagse regio werkt het cybercommando vanuit 3 locaties. Deze zullen in de komende periode gefaseerd worden aangepast tot een hybride, adequate werkomgeving.
Rollen, taken en bevoegdheden van het cyberdomein zijn binnen Defensie verspreid belegd, bij de MIVD (inlichtingen), het Defensie Cybersecuritycentrum (DCSC), de marechaussee (rechtshandhaving) en het cybercommando (militaire cyberoperaties). De komende periode wordt de governance van het cyberdomein heroverwogen en wordt gezocht naar optimaliseren van de mandaten om het potentieel van alle cyberorganisaties te vergroten en ook de (inter-) nationale samenwerking te verbeteren.
Materieel en ondersteuning
Het cybercommando investeert de komende jaren in de doorontwikkeling van de cyberrange, een oefenfaciliteit voor cyberspecialisten.
Inzet en samenwerking
SOF staan met operationele capaciteit altijd en overal gereed om ingezet te worden voor nationale doelstellingen. Ze vormen een strategische handelingsoptie voor speciale operaties. Deze speciale operaties worden vaak uitgevoerd in situaties waarbij politiek-strategische of militair-strategische belangen en risico’s groot zijn, of als de operatie strikt geheim gehouden is. Speciale eenheden moeten ingezet kunnen worden in de conflictfase met gelijkwaardige of superieure statelijke actoren of met zeer goed gewapende groeperingen.
Speciale operaties worden uitgevoerd in alle domeinen (zee, land, lucht, cyber, space). Ze kunnen zich snel, schaalbaar, wendbaar en effectief bewegen tussen de verschillende stadia van een conflict. Inzet bestaat uit 2 categorieën operaties: foreseeable en unforeseeable operaties. In de complexe veiligheidsomgeving staan speciale eenheden 24 uur per dag voor unforeseeable operaties klaar om snel en beslissend op te treden onder nationaal gezag. De evacuatieoperatie vanuit Kabul was hier een voorbeeld van. De focus van de activiteiten wordt verlegd naar de fase vóór escalatie van de crisis of het conflict. Daardoor is het mogelijk om een betere beoordeling van de situatie te hebben, en kunnen speciale eenheden facilitair optreden in tijden van crisis of conflict, mede omdat er wordt geïnvesteerd in het bouwen van netwerken en relaties.
Inzet vindt altijd plaats met anderen. Het Special Operations Command is verantwoordelijk voor de planning, aansturing, uitvoering en evaluatie van speciale operaties en valt direct onder de Commandant der Strijdkrachten. Het Special Operations Command draagt, samen met België en Denemarken, bij aan een Composite Special Operations Component Command: een uitzendbaar NAVO-hoofdkwartier voor het aansturen van speciale operaties. Speciale eenheden blijven dan ook een belangrijke nationale en internationale partner. Hierbij blijft de focus op het wereldwijde special operation forces network, maar wordt ook contact opgebouwd met publieke en private partners. Via deze netwerken wordt het fundament gelegd voor de effectiviteit van alle activiteiten. Speciale eenheden richten zich steeds meer op geïntegreerd optreden met diverse (SOF) componenten, maar behouden de focus als schaarse strategische capaciteit. Bij inzet en samenwerking groeit het belang van de digitalisering van het SOF-optreden, om op het scherpst van de snede informatie snel en accuraat te kunnen blijven uitwisselen en analyseren.
Personeel en organisatie
Met specifiek aangewezen, geselecteerd en getraind personeel versterken en verbreden de marine, landmacht en luchtmacht de ondersteuning van speciale eenheden. Dit vergroot de capaciteit, schaalbaarheid en de diversiteit voor het uitvoeren van speciale operaties. Het Korps Commandotroepen en 11 Luchtmobiele Brigade integreren in het op te richten SOF/Rapid Reaction Command van de landmacht. Met de transformatie van het Cougar-squadron wordt bij de luchtmacht een SOF Air Rotary Wing capaciteit ingericht met specifiek aangewezen, geselecteerd en getraind personeel en adequaat materieel om snel en geïntegreerd met andere SOF-componenten te kunnen optreden.
Materieel en ondersteuning
De operationele ondersteuning voor speciale eenheden tijdens inzet is essentieel en wordt verder versterkt in het maritieme, land- en luchtdomein. De landmacht en de marine richten eenheden op die specifiek zijn opgeleid, getraind en toegerust voor de ondersteuning van speciale eenheden. De luchtmacht vormt een deel van zijn helikoptervloot om tot een SOF air capaciteit die speciale eenheden kan ondersteunen en de kern van een tactisch hoofdkwartier kan vormen om eigen of andere luchtcapaciteiten aan te sturen. Zo bouwt Nederland aan een volledige joint NAVO Special Operations Forces capability.
Tot slot wordt ook voor SOF de digitale transformatie doorgezet, om waar ook ter wereld geheime informatie sneller en beter te kunnen delen. Door middel van een versterking van onder andere specifieke netwerken, inlichtingen software en specifieke hardware, zoals sensoren en communicatiemiddelen worden de digitale capaciteiten verder uitgebreid.
Inzet en samenwerking
Het ondersteuningscommando transformeert zich langs 2 ontwikkellijnen. Enerzijds richt het ondersteuningscommando zich op de doorontwikkeling van de huidige ondersteuning en anderzijds op geheel nieuwe vormen van ondersteuning. Uitgangspunten daarbij zijn: samenwerking binnen de krijgsmacht en met partners daarbuiten, schaalbaarheid en flexibiliteit.
Tegelijkertijd richt het ondersteuningscommando zich op verdere modernisering van de defensiebrede ondersteuning door meer datagedreven te werken. Het ondersteuningscommando investeert en schaalt op in robotisering en intelligente automatisering. Met als oogmerk een moderne datagedreven bedrijfsvoering waarin de meer en meer schaarse mensen wordt ingezet voor het werk waar zij de grootste toegevoegde waarde hebben.
Presteren, Samenwerken en Innoveren (PSI) zijn het kompas bij de uitvoering. Samenwerking kent een interne en externe dimensie, met industrie en kennisinstituten. Initiatieven focussen zich onder meer op de initiële officiersopleidingen, de reguliere gezondheidszorg, de werving en selectie, de personeelsadministratie, de personeelszorg, Host Nation Support, Infra/huisvesting, verduurzaming, strategisch transport, bewaken en beveiligen en voeding.
Personeel en organisatie
Innovatie en vakmanschap van de medewerkers spelen bij de doorontwikkeling en transformatie van het ondersteuningscommando een belangrijke rol. Veiligheid, betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, voor onszelf en anderen in een diverse inclusieve organisatie, zijn daarbij toetsstenen.
Materieel en ondersteuning
Door extra te investeringen in met name vastgoed, strategisch transport, geneeskundige ondersteuning en capaciteit voor bewaken en beveiligen worden grote defensiebrede achterstanden weggewerkt.
Inzet en samenwerking
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) ondersteunt de transitie naar een informatiegestuurde en technologisch hoogwaardige krijgsmacht met de best mogelijke IT en materieel. Zelf transformeert de DMO naar een geïntegreerd IT en Materieel Commando teneinde de rol als strategisch partner van de Commandant der Strijdkrachten, van de operationele onderdelen en van internationale partners te versterken. De DMO vergroot de impact van de ondersteuning door een integrale en innovatieve aanpak van IT- en materieelprojecten, (wapen)systeemmanagement en ketenlogistiek.
De DMO ondersteunt de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht met advies, IT-middelen, materieel, kleding en uitrusting, munitie en branden bedrijfsstoffen en bewaakt met het IT Operation Center 24/7 de operationele IT van Defensie. De expertise om op cyberaanvallen te reageren, zetten we ook nationaal en bij onze bondgenoten in met Cyber Rapid Response Teams. Ook zorgt de materieelorganisatie voor 24/7 gebruikersondersteuning voor informatievoorziening (IV)- en IT-diensten.
Het uitvoeren van innovatieve projecten vraagt om meer samenwerking met het bedrijfsleven, kennisinstituten en andere overheidsorganisaties en maatschappelijke instanties. Onder de vlag van National Armaments Director ontwikkelt en versterkt de DMO ook de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal).
Personeel en organisatie
De DMO investeert in de kwaliteit van haar mensen en de flexibiliteit en diversiteit van het personeelsbestand. De belangrijkste capaciteiten van de DMO zijn de kennis en ervaring van het personeel. Er zijn 4 uitvoerende directies: Joint IV Commando, Wapensystemen & Bedrijven, Projecten en Inkoop. Deze worden ondersteund door (staf)directies op het gebied van HR, Finance & Control (F&C), Bestuur & Bedrijfsvoering en Innovatie.
Materieel en ondersteuning
Om de krijgsmacht sneller te voorzien van IT en materieel zet de DMO naast technologische innovatie in op proces- en sociale innovatie op het gebied van projectvoering, inkoop en afstoting van defensiematerieel en personele en logistieke ondersteuning.
Gereedheid
De gereedheid van een eenheid geeft aan in hoeverre deze eenheid klaar is om een taak uit te voeren. Het is mogelijk dat een eenheid door een oefenachterstand niet gereed is voor taken in het hoogste geweldsspectrum, maar wel voor minder complexe taken zoals het bewaken van vitale infrastructuur, het trainen van veiligheidsinstanties in ontwikkelingslanden of het ondersteunen bij rampen. Eenheden die nog in het trainingsprogramma zitten voor inzet in het hoogste geweldsspectrum, kunnen wel al voor deze minder complexe taken worden ingezet. Om de gereedheid te verhogen, moeten 3 samenhangende bouwstenen worden versterkt:
Personele gereedheid
Is de mate waarin de eenheden beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel voor het uitvoeren van de hoofdtaken. Maatregelen die Defensie neemt om de personele gereedheid te vergroten zijn bijvoorbeeld:
Een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord.
Uitvoeringsagenda boeien, binden en behouden. Het vergroten van de opleidingscapaciteit.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vastgoed en IT.
Regionale concentratie en de realisatie en behoud van de aanwezigheid nabij grote steden voor groot arbeidspotentieel.
Materiële gereedheid
Is de mate waarin een eenheid beschikt over geschikt en werkend materieel voor de hoofdtaken. Maatregelen die Defensie neemt om de materiële gereedheid te bevorderen:
De achterstanden in het onderhoud inlopen.
De voorraden aan reserveonderdelen op peil brengen.
Het vervangen en moderniseren van materieel.
Het vergroten van de inzetvoorraden, bijvoorbeeld munitie.
Geoefendheid
Is de mate waarin de eenheid getraind en geoefend is voor de hoofdtaken. Maatregelen die Defensie neemt om de geoefendheid toe te laten nemen:
Het gebruik van simulatie bij training vergroten.
Vaker intensiever oefenen.
Het versterken van de gevechtsondersteuning, zodat meer eenheden tegelijk kunnen trainen.
Het vergroten van de opleidings- en trainingsvoorraden van bijvoorbeeld munitie. Het vestigen van opleidingseenheden bij operationele eenheden.
Voor meer complexe taken zetten we doorgaans samengestelde eenheden in. Dit zijn eenheden met verschillende expertises die voor een taak of missie worden samengesteld. Wanneer bijvoorbeeld een grondgebonden gevechtseenheid wordt ingezet voor een complexe militaire operatie, krijgt ze ook bomexperts, geneeskundige ondersteuning, vuursteun en soms zelfs helikoptercapaciteit mee. Om als samengestelde eenheid inzetbaar te zijn moet alles kloppen: van munitie, geneeskundige artikelen, reservedelen, en operationele rantsoenen tot de gezamenlijke geoefendheid.
Inzetbaarheid
Inzetbaarheid gaat over de vraag hoe snel, vaak en lang we onze eenheden kunnen inzetten voor een specifieke taak met unieke kenmerken en eisen. Is de eenheid precies daarvoor inzetbaar? Kunnen we de eenheid op de plaats van de inzet krijgen? Kunnen we herbevoorrading organiseren? De krijgsmacht moet vaker, langer en sneller kunnen worden ingezet. Dit vraagt veel van de gereedheid van de eenheden en van de organisatie als geheel. Zo zorgen we ervoor dat we als het nodig is in elke samenstelling en grootte inzetbaar zijn. Dat we individuele eenheden zelfstandig kunnen inzetten, maar dat we ook grootschalig kunnen optreden, gecombineerd met eenheden van verschillende krijgsmachtdelen en als onderdeel van een internationaal verband.
Ontwikkeling gereedheid en inzetbaarheid
Om de gereedheid en de inzetbaarheid te kunnen verhogen moeten we in de komende periode systematisch alle randvoorwaarden op orde brengen.
Met de investeringen van dit kabinet kunnen we de gereedheid en inzetbaarheid van onze eenheden verhogen. Bij sommige eenheden zal dit snel zichtbaar zijn, bij andere kan de gereedheid en inzetbaarheid zelfs nog iets verder dalen, voordat het effect van de investeringen van dit kabinet zichtbaar wordt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer bepaalde munitiesoorten of reservedelen lange levertijden hebben of specifiek personeel voor deze eenheden moeilijk geworven kan worden of een lange opleidingstijd heeft.
Om goed zicht te houden op de ontwikkeling van de gereedheid en inzetbaarheid ontwikkelt Defensie een dashboard met duidelijke indicatoren. Vanaf het najaar bekijken we hoe diverse rapportages moeten worden doorontwikkeld om de ontwikkeling van operationele gereedheid inzichtelijk te maken. De komende jaren zullen wij de Tweede Kamer in vertrouwelijke bijlagen en briefings informeren over de stappen die we nemen om de gereedheid en inzetbaarheid van onze eenheden te verbeteren en wat het effect hiervan is.