Actielijn 1 Defensienota: krachtige ondersteuning

Gegeven de toegenomen dreiging op vele fronten, is het van het grootste belang dat Defensie haar inzetbaarheid op de kortst mogelijke termijn vergroot. Nu is er ruimte om daarin te investeren. Deze actielijn biedt snel zichtbare resultaten.

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid: Defensie moet sneller en vaker kunnen worden ingezet en moet een inzet langer vol kunnen houden. Dat geldt voor elk van de 3 hoofdtaken van Defensie. Op dit moment is het grootste knelpunt het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support). Operationele ondersteuning bestaat uit alle mensen en middelen die het gevecht ondersteunen zoals logistiek, transport, medische ondersteuning, vuursteun, inlichtingen en onderhoud. 

Betere ondersteuning maakt de krijgsmacht wendbaarder en meer schaalbaar. En met betere ondersteuning kan Defensie vaker ‘ja’ zeggen tegen nationale en internationale hulpverzoeken. Investeren in ondersteuning verhoogt ook de betrokkenheid en motivatie van onze mensen. Oefeningen lopen niet langer vast op tekorten aan reserveonderdelen, transport en munitie. Als militairen beter getraind zijn, verhoogt dat de gereedheid van de krijgsmacht. Bijlage 1 geeft meer informatie over de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht. 

Versnelling

Vanwege de acuut verslechterde veiligheidssituatie haalt het kabinet investeringen naar voren. Daarmee vult Defensie versneld de munitievoorraden, reserveonderdelen en andere inzetvoorraden aan. Ook worden achterstanden in het onderhoud versneld weggewerkt dankzij de inhuur van extern personeel. Hierdoor kan de gereedheid en  inzetbaarheid sneller worden verbeterd.

We moeten van ver komen en het versterken van de basis kost tijd. Om de voordelen van de betere ondersteuning zo snel mogelijk te behalen, pakt Defensie de investeringen slim aan. We maken afspraken met internationale partners en bondgenoten over het gezamenlijk aanschaffen en onderhouden van (nieuwe) ondersteunende capaciteiten. Nederland heeft hier al goede ervaringen mee, met onder meer de mijnenjagers (met België) en de Patriots (met Duitsland). 

Ook willen we het poolen and sharen van capaciteiten uitbreiden. Dit houdt in dat landen op basis van afspraken putten uit een gezamenlijke voorraad materieel. Zo kunnen landen zonder een volledige eigen capaciteit beschikken over vaak zwaarder materieel. Een voorbeeld hiervan zijn de Multi Role Tanker- en -Transportvliegtuigen (MRTT) die in Eindhoven gestationeerd zijn en waar Nederland samen met bondgenoten gebruik van maakt. Waar het kan, zetten we hier verder op in. Voor sommige zaken, zoals onze geneeskundige ondersteuning, brengen we de basis dusdanig op orde dat we voor onze eigen snel inzetbare capaciteiten zelfstandige inzet kunnen ondersteunen.

Internationale afspraken zijn ook nodig om effectief in te kopen, want door de oplopende spanningen is de vraag naar defensiematerieel groot. Ook dragen dergelijke afspraken bij aan standaardisatie en daarmee internationale interoperabiliteit: het gezamenlijk aanschaffen van ondersteunende capaciteiten zorgt ervoor dat we goed kunnen samenwerken. De EU moet bijdragen aan het versnellen van afspraken over standaardisatie en interoperabiliteit.

Ook nationaal gaan we meer en beter samenwerken. Zo gaat Defensie afspraken maken met marktpartijen over flexibele en gegarandeerde logistieke capaciteit. We zoeken nauwere samenwerking met ziekenhuizen en medische marktpartijen om gezamenlijk gebruik te maken van materieel en voorraden. Door de samenwerking met civiele (veiligheids)partners, kennisinstituten en het bedrijfsleven te versterken, behaalt Defensie voordelen en raakt Defensie nog meer verbonden met de samenleving. Immers, het bedrijfsleven en de kennisinstituten vervullen een belangrijke rol als ontwikkelaar van nieuw materieel, als leverancier van materieel en als samenwerkingspartner voor de instandhouding van dat materieel.

Defensie heeft in nationale samenwerking ook wat te bieden als het gaat om het sneller kunnen reageren op crisissituaties. Defensie heeft immers de toegesneden organisatiestructuur, de benodigde middelen en de mensen met de juiste kennis. In nationaal verband wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van een Rijksbrede Veiligheidsstrategie (RbVs). Het doel van de RbVs is ervoor te zorgen dat het Koninkrijk zo goed mogelijk is voorbereid op eventuele risico’s in het kader van de nationale veiligheid. Ook wordt een Rijksbreed geïntegreerd risico- en dreigingsbeeld opgesteld, als basis voor stappen binnen het Koninkrijk voor de langere termijn. De RbVs zal naar verwachting eind 2022 zijn afgerond. Defensie is hier nauw bij betrokken. 

Nationale en internationale samenwerking is ook vereist bij de bescherming van onderzeese infrastructuur. Kabels en de data die erover getransporteerd wordt, kunnen worden bedreigd door (mini)onderzeeboten die speciaal zijn toegerust voor dit doel. Een potentiële tegenstander die over zulke (mini)onderzeeboten beschikt, kan onopgemerkt en dus ongehinderd zijn doel bereiken. Deze heimelijke wijze van het bedrijven van offensieve seabed warfare vormt een actuele en reële dreiging. Defensie wil de capaciteit ter bescherming van datakabels verruimen en werkt hierbij samen met betrokken departementen en in internationaal verband.

Opleiding en training

De mensen van Defensie worden ingezet onder moeilijke omstandigheden en in complexe situaties. Het is essentieel dat ze daarop goed worden voorbereid. Defensie doet dit door zijn personeel individueel gedegen op te leiden en in eenheidsverband veel en realistisch te laten trainen en oefenen. Door de investeringen in ondersteuning en voorraden is er de komende jaren meer gelegenheid om te trainen en te oefenen, ook samen met Europese en andere partners. Daarbij wordt steeds meer gebruik gemaakt van moderne simulatietechnieken en virtuele ondersteuning. Defensie vergroot de opleidingscapaciteit en zoekt vaker de samenwerking met (regionale) kenniscentra en onderwijsinstellingen.

Ook worden mogelijkheden benut om vaker met internationale partners op te leiden en te oefenen. Het uitbreiden van deze vorm van internationale samenwerking, zorgt er ook voor dat landen gemakkelijker samen op kunnen treden in een crisis- of conflictsituatie.

De huidige veiligheidsomstandigheden maken bovendien dat inzet veelal gelijktijdig plaatsvindt op land, in de lucht, op zee en in het cyberdomein. Defensie-eenheden uit die verschillende domeinen moeten, om effectief te kunnen samenwerken bij inzet, ook steeds meer gezamenlijk opleiden en oefenen. Het zogenaamde multidomein-optreden krijgt daardoor een steeds prominentere plek in het opleidings- en trainingsprogramma van Defensie.

Acties

Ondersteuning van gevechtseenheden

Om een gevechtseenheid in te kunnen zetten is een veelheid aan ondersteunende capaciteiten nodig. Het kabinet investeert fors in die capaciteiten, waardoor we achterstanden kunnen wegwerken en de inzetbaarheid van de krijgsmacht voor alle hoofdtaken kunnen verhogen.

Defensie versterkt de ondersteuning van de special operations forces (SOF) met betere inlichtingen, explosievenopruiming, genie, medische ondersteuning, vuursteun en logistiek.

Dit leidt tot een hogere mate van gereedheid van de SOF-eenheden. Om deze ondersteuning vorm te geven, wordt onder meer een bataljon van 11 Luchtmobiele Brigade omgevormd naar een SOF-supporteenheid. Uit elementen van maritime special forces (MARSOF) en het Korps Commandotroepen (KCT) wordt een gemeenschappelijke Early Forward Presence-eenheid opgericht die de informatiepositie kan verstevigen en, indien nodig, de handelingsmogelijkheden kan versterken of versnellen.

  • Voor SOF-optreden wordt een gespecialiseerde helikoptereenheid ingericht. Deze capaciteit wordt vooralsnog ingevuld met de huidige Cougar-helikopter, maar deze zal op termijn worden vervangen door een helikopter die geschikter is voor SOF-optreden.
  • In afwachting van de nieuwe transportvliegtuigen verhoogt Defensie de inhuur van luchttransporturen, zodat eenheden blijvend ondersteund kunnen worden bij hun oefeningen en bij inzet in het buitenland. Deze inhuur loopt via het Europese samenwerkingsverband EATC (European Air Transport Command).
  • Nederland versterkt de ondersteuning van het Duits-Nederlandse tankbataljon, zodat het bataljon zelfstandig kan oefenen en kan worden ingezet. Het betreft vooral Command & Control, geneeskundige en logistieke ondersteuning.
  • Helikopters en transportvliegtuigen worden uitgerust met de juiste sensoren om zichzelf beter te beschermen tegen elektronische oorlogvoering.
  • De transporthelikopters worden uitgerust met sensoren waarmee ze beter kunnen opereren in omstandigheden met verminderd zicht en ze worden voorzien van aanpassingen om het vliegbereik te vergroten.
  • De bewakingseenheid op Vliegbasis Volkel wordt voor uitvoeren van nieuwe en bestaande taken op sterkte gebracht.
  • Door de capaciteiten voor de korte-afstand-luchtverdediging (Stinger) en vuursteun (mortieren) te vergroten, hoeven het Korps Mariniers en de luchtmobiele brigade deze niet meer te delen. Daardoor kunnen ze zelfstandig en gelijktijdig oefenen. Ook kunnen ze daarmee gelijktijdig ingezet worden.
  • De huidige capaciteit voor grondgebonden lucht- en raketverdediging wordt versterkt.
  • De geneeskundige keten, waaronder capaciteit voor gewondentransport en hoogwaardige mobiele hospitaalcapaciteit voor inzet op zowel land als zee wordt versterkt. Hierdoor kunnen we meer eenheden tegelijk inzetten.
  • Defensie versterkt zo ook de  capaciteiten die in nationale nood- en crisissituaties kunnen worden ingezet, zowel in Nederland als in de Caribische delen van het Koninkrijk. Defensie versterkt de vuursteuncapaciteit voor grondgebonden eenheden. Hiervoor vindt uitbreiding plaats van het aantal vuursteunmiddelen (onder andere ingebruikname van de reservecapaciteit pantserhouwitsers), van bewapening, sensoren, de capaciteit om deze aan te sturen en de logistieke ondersteuning.
  • De vuursteuncapaciteiten op schepen ter ondersteuning van de mariniers worden uitgebreid met moderne precisiewapensystemen.
  • De eigen tactische luchttransportcapaciteit wordt, naast de reeds geplande vervanging, uitgebreid met een extra vliegtuig. Daarnaast wordt het beschikbare aantal vlieguren van de gehele vloot uitgebreid. Hiermee kunnen eenheden beter en vaker worden ondersteund en draagt Nederland bij aan het invullen van een Europees tekort. Ook komen extra transportcapaciteiten ten goede aan de snelheid waarmee gereageerd kan worden op calamiteiten zoals een natuurramp in het Caribische deel van het Koninkrijk.
  • De marechaussee wordt uitgebreid met een eskadron dat gespecialiseerd is in de militaire politietaken in het hoogste geweldsspectrum, zoals detentie en onderzoek naar vermeende oorlogsmisdrijven in het inzetgebied.

Vergroten van de voorraden

Defensie gaat de komende jaren haar voorraden significant verhogen. Met aangevulde voorraden kunnen eenheden vaker en uitgebreider oefenen, kunnen ze sneller en langer worden ingezet en is Defensie beter voorbereid op crisissituaties.

  • De voorraden van munitie, geneeskundige goederen, brandstof, voeding en uitrusting worden verhoogd. Hiermee kan Defensie sneller en langer inspelen op zich manifesterende veiligheidsdreigingen. Hiervoor worden ook de opslagfaciliteiten aangepast.
  • We schaffen versneld extra munitie aan, onder meer door binnen bestaande raamcontracten meer af te nemen.
  • De tekorten bij het onderhouden van het materieel worden aangepakt. Het gaat bijvoorbeeld om het aankopen van reservedelen en om het versterken van de supply chain door meer beheer- en inkoopcapaciteit. Een deel van de reservedelen wordt eerder aangeschaft dan gepland.

Samenwerking

Ondersteuning moet wendbaarder en schaalbaarder worden: Defensie moet in crisistijd snel en robuust kunnen handelen, maar daarvoor hoeft de krijgsmacht niet alles in eigen beheer te hebben.

Daarom gaat Defensie de samenwerking rond ondersteunende capaciteiten verbreden en verdiepen.

  • Defensie zet bij het versterken van de ondersteuning in op gezamenlijk inkopen en vervolgens pooling and sharing met partnerlanden.
  • Defensie verdiept de samenwerking met nationale (veiligheids)partners. Daarbij spant Defensie zich in om hernieuwde afspraken te maken over de inzet van Defensie ter ondersteuning van de nationale autoriteiten, ook in het geval van oorlogsomstandigheden. Dit betreft bijvoorbeeld een Nationaal Defensieplan en een Landelijk Crisisplan Defensie. Dit omvat dan ook de inzet van Defensie in het Caribisch deel van het Koninkrijk, bijvoorbeeld bij de inzet tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit.
  • De zogenaamde ‘ecosystemen’ (samenwerkingsverbanden) met het bedrijfsleven worden voortgezet en uitgebouwd. Defensie werkt samen met het bedrijfsleven om de beschikbaarheid van bijvoorbeeld transport op een effectieve en efficiënte wijze te vergroten en te verduurzamen.
  • Defensie verdiept en verbreedt de samenwerking met civiele partijen en daarmee de binding met de samenleving, onder meer voor innovatie, opleidingen en operationele capaciteit. Defensie bouwt daarbij voort op succesformules als het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR), Defensity College en het HR-ecosysteem (een systeem waarmee organisaties op een laagdrempelige manier personeel met elkaar delen).

Nationale taken

Defensie vergroot de komende jaren haar capaciteiten om nationale taken en ondersteuning aan civiele autoriteiten uit te voeren.

  • Nederland is een belangrijke aankomst- en doorvoerlocatie voor militaire eenheden van partners die ondersteunen, oefenen en inzet plegen in Europa. In de komende periode worden de infrastructuur en processen (bewaken, beveiligen, begeleiden) daarvoor nog beter ingericht, in samenwerking met andere overheidsorganisaties. Nederlandse eenheden, NAVO-bondgenoten en EU-partners kunnen dan snel, efficiënt en effectief grote aantallen mensen en grote hoeveelheden materieel verplaatsen. Hiertoe gaan we versneld samenwerkingscontracten aan met partners en doen we eerder dan gepland enkele investeringen.
  • Om in Nederland beter te kunnen bijdragen aan bescherming tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN)-dreigingen breidt Defensie de CBRN-beschermingscapaciteiten uit.
  • Defensie vergroot de komende jaren stapsgewijs de (opschaalbare) capaciteit voor de bescherming van vitale militaire en civiele infrastructuur en processen. Dit geldt ook voor de bijstand, zoals bij de doorvoer van (buitenlandse) militaire eenheden door Nederland. Dit betekent onder andere een versterking van de flexibele capaciteit van de marechaussee en de Nationale Reserve.
  • Om het varend materieel en personeel in de Nieuwe Haven in Den Helder beter te beschermen verbetert Defensie de force protection van de haven.
  • Om in crisissituaties en bij calamiteiten in het Koninkrijk de civiele autoriteiten beter te kunnen bijstaan, versterkt Defensie de command and control bij de (crisis)coördinatiecentra. Hierbij worden bijvoorbeeld de centra beter met elkaar verbonden om in crisissituaties informatiegestuurd op te kunnen treden en gerubriceerd, snel en gemakkelijk informatie te kunnen uitwisselen.
  • Om de inzet van Defensie in het Caribisch gebied te versterken, wordt de gereedheid en inzetbaarheid van defensie-eenheden daar verbeterd.
  • De marechaussee en de Kustwacht Caribisch Gebied gaan middels een personeelsintensivering, in samenwerking met de Douane Nederland en de lokale autoriteiten, bijdragen aan versterkt grenstoezicht in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
  • De marechaussee formeert een multifunctioneel eskadron ter ondersteuning van de civiele gezagsdragers.

Verantwoording

Doeltreffendheid

Investeren in de operationele ondersteuning is effectief: meer eenheden kunnen tegelijk worden ingezet en er kan meer worden getraind en geoefend. Een verhoogd voorraadniveau komt direct ten goede aan de wendbaarheid en door exploitatietekorten op te lossen zal de materiële gereedheid omhoog gaan.

Doelmatigheid

Bij het versterken van de ondersteunende eenheden is specifiek gekozen voor die capaciteiten en voorraden die passen bij de gekozen focus. Daarnaast kiezen we voor eenheden waarover Nederland zelf moet kunnen beschikken bij inzet of gereedstellingsactiviteiten. Daarbij wegen we voortdurend af over welke ondersteuning Defensie moet beschikken en welke ondersteuning we kunnen organiseren in samenwerking met bondgenoten en marktpartijen.

Verder lezen?

Ga naar de volgende pagina. Of ga terug naar de overzichtspagina van de Defensienota 2022.