Ollongren pleit voor meer militaire verantwoordelijkheid in Europa

“Europa moet sneller zelfstandig handelen”, vindt minister Kajsa Ollongren. Zij en haar Zweedse ambtgenoot Pål Jonson spraken vandaag over de rol van Europa in de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Dat deden ze in het openingspanel van de State of the Union Conference op Instituut Clingendael in Den Haag.

Vergroot afbeelding Ollongren en Pål Jonson bij het openingspanel van de State of the Union Conference.
Ollongren en Pål Jonson (links) bij het openingspanel van de State of the Union Conference.

Het zijn instabiele tijden voor Europa. De oorlog in Oekraïne spreekt volgens Ollongren boekdelen. Wat haar betreft vormt Rusland een grote bedreiging voor de Europese veiligheid. Maar er zijn ook crises en conflicten aan de randen van het continent. Denk aan de militaire interventie van Azerbeidzjan en de enclave Nagrono-Karabach. Of aan de toenemende spanningen tussen Kosovo en Servië, staatsgrepen in de Sahel en sinds kort de oorlog tussen Israël en Hamas. Het werd allemaal aangestipt in Den Haag, net als de andere onzekerheden voor de veiligheid in Europa. Denk aan de structurele veranderingen in de wereldorde en de militaire opkomst van China. Maar ook de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen.

Al deze ontwikkelen dwingen Europa na te denken over zijn rol in de wereld. Volgens Ollongren moet het voor zijn veiligheid niet langer afhankelijk zijn van andere landen. Europa moet meer verantwoordelijkheid nemen voor defensie, zowel in NAVO- als EU-verband. Dat gaat volgens de bewindsvrouw niet snel genoeg.

Meer militair vermogen

Wat moet er volgens de minister gebeuren? “Alle NAVO-lidstaten moeten vasthouden aan de 2%-norm. Sinds de NAVO-top in Vilnius is dat niet langer een plafond, maar een bodem. Er is meer militair vermogen nodig in Europa.”

Hierbij gaat het volgens haar niet alleen om de vraagzijde, de overheden die bestellen, maar ook om de aanbodkant, de defensie-industrie. Die moet de productie van munitie, wapens en materieel flink ophogen. Niet alleen om Oekraïne te blijven steunen, maar ook om de eigen voorraden weer op peil te krijgen. Daarbij is het van belang dat landen gezamenlijk sneller en meer materieel ontwikkelen en aanschaffen. Dat vergroot de Europese slagkracht.