Defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten na fatale parachutesprong

Er is uiterlijk eind dit jaar een Defensiebrede richtlijn voor grensverleggende activiteiten. Voor gevallen dat daarbij sprake is van samenwerking met civiele partijen komen er kwaliteitseisen. Dit schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De besluiten volgen op een rapport van de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD).

De IVD onderzocht het overlijden van een 22-jarige landmachtmilitair tijdens parachutespringen in de zomer van 2019 bij een civiele springschool in Teuge. De sprong was een zogeheten grensverleggende activiteit. Dit is een activiteit met als primaire doelstelling bij te dragen aan het versterken van de mentale component. Hierbij wordt personeel veelal blootgesteld aan risicovolle situaties.

De IVD stelt na onderzoek vast dat bij het ongeluk geen tekortkomingen aan de parachute of onderdelen ervan aan het licht zijn gekomen. De hoofdparachute en reserveparachute van het slachtoffer zijn niet goed opengegaan, nadat hij in een onstabiele houding aan zijn sprong begon. Dit had de fatale afloop tot gevolg. Het Openbaar Ministerie sprak al eerder van een noodlottig ongeval.

Maatregelen

Hoewel de sprong via een civiele springschool is gemaakt, ontslaat dit Defensie niet van haar werkgeversverantwoordelijkheid, zo oordeelt de IVD. Defensie neemt dan ook maatregelen om de risico’s bij grensverleggende activiteiten zo veel mogelijk te verkleinen. Het is geen aanleiding om te stoppen met deze activiteiten.

Van der Maat: “Grensverleggende activiteiten zijn nodig, voor het op niveau brengen en houden van militairen en voor de operationele inzetbaarheid in alle mogelijke omstandigheden. De primaire doelstelling is gericht op het versterken van mentale vorming, waaronder groepsvorming.”

Defensiebrede richtlijn

Er komt een Defensiebrede richtlijn, die risico’s verder inzichtelijk moet maken. Hierbij worden interne kenniscentra en experts nog nadrukkelijker betrokken. Commandanten moeten hierdoor voortaan beter in staat zijn de risico’s van de specifieke activiteit af te wegen tegen het doel en de kennis en ervaring van de militairen.

Verder werkt Defensie aan een raamovereenkomst met civiele partners. Hierin staan kwaliteitseisen, die minimaal overeenkomen met de Defensiebrede richtlijn. De overeenkomst wordt regelmatig geëvalueerd om te zorgen dat de gestelde kwaliteitseisen ook in de praktijk worden nageleefd.

Toezicht

De IVD houdt toezicht op de fysieke en sociale veiligheid bij Defensie. Zij beoordeelt de werking van beleid en de uitvoering van regelgeving in de praktijk en onderzoekt ernstige voorvallen. Met haar toezicht wil de inspectie de veiligheidscultuur en het lerend vermogen van Defensie versterken.