Forensische opsporingsteams in Oekraïne gingen inventief te werk

“Met deze missies geven we een signaal aan de hele wereld.” Dat zei Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim vandaag tegen specialisten van verschillende forensische opsporingsteams van de Koninklijke Marechaussee. De leden verzamelden de afgelopen periode in 4 rotaties bewijs voor onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne. Vandaag werden zij onderscheiden met de Herinneringsmedaille Internationale missies.

Het eerste team vertrok mei vorig jaar naar Oekraïne, enkele maanden nadat het land binnen was gevallen door de Russen. In opdracht van het Internationaal Strafhof (ICC) stelde het team bewijs veilig. 3 andere rotaties volgden, de laatste keren ook bijgestaan door internationale collega’s.

Generaal Eichelsheim haalde vandaag de voortrekkersrol aan die de Nederlandse militairen hebben gespeeld. Pionierswerk, noemde hij het. De ongeveer 100 betrokkenen kregen hiervoor in Nijkerk de Herinneringsmedaille Internationale missies, met de speciale gesp ‘Forensische Opsporing ICC’ overhandigd.

Mapping

De teams gingen in Oekraïne inventief te werk. Zo maakte de afdeling Verkeersongevallenanalyse van de marechaussee gebruik van ‘mapping’: het zoeken en vastleggen van sporen in de omgeving, meetbaar en controleerbaar, om te kijken wat er precies bij een verkeersongeval is gebeurd. “Nooit bedoeld om te gebruiken in oorlogsgebieden, maar het werkte wonderwel”, aldus Eichelsheim.

“Datzelfde gold voor de röntgenapparatuur van de explosieven opruimingsdienst, gebruikt voor het doorlichten van koffers en verdachte pakketten. Maar ook bruikbaar voor het doorlichten van lichamen op granaatscherven en kogels. Jullie kochten bij de slager een koeienpoot en keken of de röntgenapparatuur daarin een kogel kon opsporen. Het werkte! In het mortuarium van Kyiv onderzochten jullie op die manier meer dan 50 lichamen: Oekraïense burgers en militairen die omkwamen in een fabriek.”

Uitdagende omstandigheden

Volgens Commandant van de marechaussee luitenant-generaal Annelore Roelofs kan het contrast tussen het werk in Oekraïne en de rust in Nederland bijna niet groter. “Ga er maar eens aan staan als je de vraag krijgt voor een inzet in Oekraïne. Om onderzoek te doen naar mogelijke oorlogsmisdaden. In het heetst van de strijd”, zei ze.

“Allemaal in uitdagende, soms gevaarlijke omstandigheden. Denk aan weer een verplaatsing naar een schuilkelder, raketinslagen om de hoek of een luchtalarm dat ’s nachts uren af gaat. Toch zorgden jullie er met elkaar voor dat het proces niet werd verstoord. Het werk moest gebeuren. En het werk ging door.”

Zij haalde onder meer de woorden van de Oekraïense president Zelensky aan: “Onze ogen hebben hetzelfde gezien.” Het zijn woorden die volgens Roelofs blijven hangen. “De woorden waarmee jullie inzet wordt omschreven. De woorden die passen bij de erkenning en waardering van vandaag.”