Browning M2-zwaar machinegeweer

De Browning M2 QCB (quick change barrel) is een zwaar machinegeweer. Het wapen kan worden gebruikt tegen grond- en luchtdoelen. De M2 verschiet munitie van 12.7mm, oftewel .50 inch. Het wapen staat zodoende bekend als de .50, spreek uit als: punt 50.

Het kan dat actuele informatie nog niet is toegevoegd op deze pagina.

Vergroot afbeelding De nieuwe zware mitrailleur M2.
De nieuwe zware mitrailleur M2.

De .50 wordt geplaatst op grond- of voertuigaffuiten (onderstellen). Het wapen wordt onder meer ingezet als ondersteuningswapen voor infanteriepelotons. Ook is vrijwel ieder Nederlands marinevaartuig met de M2 uitgerust voor de nabijbeveiliging. Met bijna 60 kilo (zonder munitie) wordt het zelden lopend meegevoerd. In dat geval wordt het wapen in 4 delen vervoerd: wapen (25,3 kilo), loop (12,7 kilo), 3-poot (20 kilo) en munitie.

Specificaties

  • fabrikant: FN Herstal (Fabrique Nationale)
  • lengte: 1,65 meter
  • gewicht: 38 kilo (58 kilo met 3-poot)
  • munitie: .50 BMG (Browning machine gun, 12.7 x 99mm)
  • aanvoer: patroonbanden van 100 patronen (bandgevoed)
  • maximale dracht: 6.700 meter
  • effectieve dracht: 1.800-2.000 meter (gronddoelen), 2.000 meter tegen luchtdoelen
  • vuursnelheid: 450-550 schoten per minuut
  • in gebruik bij: Koninklijke Landmacht, Koninklijke Marine

Meer dan een eeuw oud

Het ontwerp van John Browning dateert al van 1921. Het wapen is bij veel strijdkrachten overal ter wereld vrijwel ongewijzigd in gebruik tot op de dag van vandaag. Een belangrijke aanpassing is de QCB (quick change barrel) uit 2007. Hierdoor is het wisselen van de loop sterk vereenvoudigd en hoeft het niet opnieuw afgesteld te worden. 

Grote rol

Het wapen is vanaf de Tweede Wereldoorlog intensief gebruikt in vele grote oorlogen. Zoals de Korea-, Vietnam-, Zesdaagse, Falkland-, en de Irak-Iran-oorlog. Ook in beide Irakoorlogen  (1991, 2003) en Afghanistan speelde het een grote rol. Nog altijd is de M2 het belangrijkste zware machinegeweer van de NAVO. De .50 is sinds 1950 in gebruik bij de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Marine.

Inzet

Het wapen is effectief tegen:

  • groepen personeel in het open terrein;
  • personeel in voertuigen;
  • licht gepantserde voer- en vaartuigen;
  • huizen;
  • lichte verdedigingswerken (veldversterkingen en wapenopstellingen);
  • laag vliegende helikopters en vliegtuigen.

Lichtspoormunitie

Afhankelijk van het doel, worden de patronen in een bepaalde mengverhouding in de patroonband geplaatst. Bijvoorbeeld: op iedere 5 patronen 1 lichtspoorpatroon. De lichtspoormunitie wordt gebruikt om te zien waar je schiet en dus ook ter correctie. In een andere mengverhouding wordt deze munitie gebruikt om brand te creëren.

Luchtgekoeld

De patroonaanvoer is van links, maar met enkele aanpassingen kan dit ook van rechts. Om oververhitting te voorkomen, is het wapen voorzien van een loop met een dikke wand. Gaten in de mantel zorgen voor koeling van de achterkant van de loop.