Actielijn 3 Defensienota: versterken van specialismen

Ook in ons deel van de wereld nemen veiligheid en stabiliteit af. Dat vraagt om de best denkbare versterking voor het gezamenlijk optreden. En dat is: onze specialismen verder ontwikkelen en samenwerken op basis van een gespecialiseerde inbreng.

Defensie kiest voor extra investeringen in die capaciteiten en kwaliteiten waar onze krijgsmacht goed in is en die de grootste meerwaarde hebben voor het gezamenlijk optreden met onze bondgenoten en partners. Zo kunnen we het gevecht samen winnen – en als we dat kunnen, schrikken we potentiële tegenstanders zoveel mogelijk af om het gevecht aan te gaan. Niet alle partners doen hetzelfde en partners hebben verschillende capaciteiten waar ze onderscheidend en van meerwaarde in zijn, onder andere door hun geografische ligging en specifieke kwaliteiten. Dankzij onze samenwerkingsverbanden hoeven we ook niet alles zelf te doen en te kunnen. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht op een slimme manier vergroot. Dat draagt bij aan de doelmatigheid van Defensie.

De specialismen waar Defensie in investeert zijn de inlichtingencapaciteit, capaciteiten in het cyberdomein, special operations forces en de geïntegreerde lucht- en raketverdediging, waaronder versterking van de fregatten, onderzeeboten, jachtvliegtuigen en grondgebonden luchtverdedigingssystemen. Daarnaast intensiveren we de integratie van de landmacht met die van Duitsland door deze eenheden de noodzakelijke gevechtsondersteuning te bieden zodat de gezamenlijke gevechtskracht wordt vergroot. Ook wordt training en advisering van veiligheidsinstituties ter bevordering van de internationale rechtsorde beter geborgd en uitgebreid.

De volgende stap in het versterken van samenwerking is het maken van afspraken met partners en bondgenoten over specialisatie. Specialisatie is een verdergaande vorm van samenwerking met als doel meer gebruik te maken van de afzonderlijke sterke punten van partners en bondgenoten. Nederland is een aanjager binnen Europa om te komen tot meer specialisatie. Het is een langdurig traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we een hogere effectiviteit van optreden. 

Integrated Air and Missile Defence (IAMD)

Een van de snel veranderende dreigingen waar Nederland mee wordt geconfronteerd, is de lucht- en raketdreiging. Innovaties van de betrokken wapensystemen volgen elkaar in razend tempo op. Tegelijkertijd staan  wapenbeheersingsafspraken en internationale controlemechanismen steeds meer onder druk. Het antwoord van Nederland, in lijn met de gekozen focus, is om te investeren in IAMD. Deze geïntegreerde lucht- en raketverdediging richt zich op de bescherming van het NAVO-grondgebied, onze vitale belangen, en onze burgers en strijdkrachten. IAMD verdedigt tegen conventionele luchtdreigingen als vliegtuigen, helikopters en onbemande systemen (air defence, luchtverdediging) en tegen ballistische en kruisraketten (missile defence, raketverdediging).

We ontwikkelen een geïntegreerd systeem, doordat militaire middelen als  jachtvliegtuigen, radarsystemen, Air Command and Control en space-capaciteit worden verbonden met fregatten, onderzeeboten en grondgebonden luchtverdedigingssystemen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in aanvullende  capaciteiten ter bestrijding van onbemande luchtvaartuigen, zoals drones. Deze systemen worden counter-unmanned aerial systems (C-UAS) genoemd. Ook breidt Defensie de luchtverdedigingscapaciteit uit voor de korte en middellange afstand.
Deze investeringen zijn in de verschillende actielijnen terug te vinden. Door deze acties versterken we de Integrated Air and Missile Defence-capaciteiten zowel nationaal als internationaal: de acties stellen Nederland in staat om van grotere waarde te zijn in EU- en NAVO-verband en vullen daarmee een gemeenschappelijk tekort in.

Om te zorgen dat Europa een grotere verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen  veiligheid, is meer gezamenlijke gevechtskracht en interoperabiliteit nodig. Actielijn 4 over Europese samenwerking gaat hier nader op in.

Naast het versterken van onze specialismen, wordt de komende jaren geïnvesteerd in de tijdige vervanging van systemen door modern, hoogtechnologisch materieel. De komende jaren staan in het teken van de vervanging van onze onderzeeboten, fregatten, jachtvliegtuigen en de verbetering van diverse voertuigen. 

Acties

Extra capaciteiten

De veiligheidssituatie in de wereld verslechtert. Het kabinet investeert daarom gericht in een grotere bijdrage van Nederland aan de gezamenlijke afschrikking en gevechtskracht. Ook investeert het kabinet in de rol van Nederland als logistieke speler en in de unieke expertise die Nederland de afgelopen decennia heeft opgebouwd met training en advisering.

  • Defensie breidt haar F-35-vloot uit zodat we beschikken over 3 volledige squadrons. Daarmee beschikt Nederland in totaal over 52 toestellen. Hiermee geeft Nederland samen met andere Europese NAVO-landen verder invulling aan de gezamenlijke bescherming en  verdediging van het Europese luchtruim.
  • De gehele F-35-vloot wordt uitgebreid met moderne langeafstand- en precisiewapens, waarmee in een verhoogde dreigingsomgeving strategische doelen kunnen worden aangegrepen zoals geïntegreerde luchtverdedigingssystemen.
  • De lucht- en raketverdediging op en vanuit zee wordt uitgebreid met systemen die ballistische raketten detecteren en vervolgens onderscheppen. Dit betreft zowel  interceptieradarsystemen als afvuurmechanismen en bewapening voor de luchtverdedigings- en commandofregatten en toekomstige onbemande schepen.
  • Ook voor de marine investeren we in langeafstands- en precisiewapens die we kunnen lanceren vanaf fregatten en onderzeeboten.
  • Defensie investeert daarnaast in raketartillerie en bijbehorende precisiewapens, waarmee doelen  over een grote afstand met hoge nauwkeurigheid kunnen worden bestreden. Hiermee geeft Defensie een extra impuls aan de samenwerking met Duitsland.
  • We versterken de bestrijdingscapaciteit tegen kleine vijandelijke drones met een vaste eenheid, detectie- en bestrijdingssystemen waarmee we onder andere lucht- en zeehavens kunnen beschermen. Deze capaciteit kan operaties in het buitenland ondersteunen, maar ook civiele autoriteiten bij het beschermen van vitale infrastructuur en processen binnen het Koninkrijk tegen deze groeiende dreiging. Nader onderzoek is nodig om tot een definitieve keuze voor de systemen te komen.
  • Defensie verdubbelt de MQ-9 capaciteit. Hiermee wordt de capaciteit voor (maritieme) intelligence, surveillance and reconnaissance (ISR) verbeterd. Zo kan op meerdere plekken tegelijk, boven land en boven zee, hoogwaardige informatie worden verzameld. Daarnaast gaat Defensie investeren in het bewapenen van deze onbemande vliegtuigen. Dat versnelt het bereiken van gewenste militaire effecten.
  • De anti-torpedocapaciteit voor de zelfbescherming van de schepen wordt gemoderniseerd.
  • De voorbereiding en inzet van militaire trainers en adviseurs wordt verder geprofessionaliseerd: er komt in carrièrepaden meer aandacht voor training en advies, en training- en adviesmissies worden centraal en domeinoverstijgend aangestuurd.

Samenwerking

Nederland zal een voortrekkersrol vervullen waar het gaat om het vergroten van de  standaardisatie, interoperabiliteit en het langjarig traject naar specialisatie.

  • De samenwerking met bondgenoten en partners wordt verdiept en uitgebreid, waaronder de integratie van de landmacht met die van Duitsland. Het Strategisch Kompas van de EU en het Strategische Concept van de NAVO bieden daar aanknopingspunten voor.
  • In gesprekken met internationale partners en bondgenoten gaat Nederland de urgentie opvoeren van het langdurige traject naar specialisatie.
  • Bij de verwerving van materieel wordt standaardisatie en interoperabiliteit zowel tussen krijgsmachtonderdelen als met Europese partners en bondgenoten standaard meegenomen in het behoeftestellingsproces.

Materieelproces

Defensiematerieel gaat vaak lang mee, maar moet uiteindelijk gemoderniseerd of vervangen worden zodat onze militairen kunnen beschikken over de nieuwste technologie. Deze kabinetsperiode staan belangrijke vervangingsprojecten gepland. Ook op dit vlak gaat Defensie de wendbaarheid vergroten.

  • Tekorten in het investeringsprogramma worden aangevuld. Hierdoor kunnen vervangingstrajecten tijdig doorgang vinden.
  • In overleg met de Tweede Kamer wordt het Defensie Materieelproces (DMP) geactualiseerd om het vlotter te maken. Streven is om in 2023 het nieuwe DMP vast te stellen. Daarnaast onderzoekt Defensie waar het interne deel van het 'voorzien-in’-proces, van initiële behoeftestelling tot levering van de diensten of goederen, wendbaarder gemaakt kan worden.
  • Het beleid ‘verwerven van de plank, tenzij’ blijft onverkort van kracht, in lijn met de beleidsdoorlichting ‘COTS/MOTS’. Als materieel van de plank niet (tijdig) beschikbaar, geschikt, wenselijk of betaalbaar is, kan worden overwogen af te wijken van de algemene regel. Dit zal in voorkomend geval toegelicht worden.
  • De resterende huidige tekorten in het investeringsprogramma worden opgelost.

Duurzaam materieel

De milieu- en klimaatbelasting van onze organisatie en ons nieuwe materieel moet zo klein mogelijk zijn. Defensie weegt duurzaamheid nadrukkelijk mee als uitgangspunt bij de aanschaf van materieel. Enerzijds om de operationele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en anderzijds als bijdrage aan de nationale en Europese doelstellingen op dit gebied. Tegelijkertijd moeten (wapen)systemen wel de noodzakelijke effectiviteit behouden. Defensie reserveert budget om eventuele meerkosten van verduurzamingsmaatregelen bij investeringsprojecten (ten opzichte van traditioneel materieel) te overbruggen. We komen daarom met een plan dat in ieder geval de volgende punten bevat: 

  • Defensie vervangt meer niet-operationele voertuigen door een nul-emissievariant. Deze kabinetsperiode gaat het om 700 tot 800 voertuigen. Deze actie werkt ook na deze kabinetsperiode door en zorgt ervoor dat Defensie in 2030 in totaal over ruim 2.800 nul-emissie voertuigen beschikt: bijna 80% van het niet-operationele voertuigenpark. Het Rijksbeleid is evenwel dat dit in 2028 voor 100% van het niet-operationele voertuigenpark zou moeten gelden.
  • De nieuwe hulpvaartuigen van de marine worden emissieloos.
  • Defensie streeft naar structurele bijmenging van gemiddeld 30% biologische of synthetische brandstoffen (kerosine, diesel en scheepsdiesel).
  • Defensie werkt samen met de Nederlandse industrie en kennissector zodat zij zich met duurzame oplossingen internationaal kunnen onderscheiden.
  • Defensie voegt verduurzaming toe aan de afwegingskaders die in het ‘voorzien-in’-proces worden gebruikt bij besluitvorming over materieel in vastgoedprojecten.
  • Defensie gaat (het identificeren van) duurzaamheidseisen standaard opnemen in de reguliere bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld bij het inkoopproces. Hiervoor wordt capaciteit vrijgemaakt. Daarbij wil Defensie haar inkoopvolume gebruiken om verduurzaming in de keten te stimuleren door bijvoorbeeld duurzaamheidseisen te stellen aan de leveranciers.

Verantwoording

Doeltreffendheid

Specialisatie is een verdergaande vorm van samenwerking met als uitgangspunt meer gebruik te maken van de afzonderlijke kwaliteiten van partners en bondgenoten. Dankzij onze samenwerkingsverbanden hoeven we niet alles zelf te doen en te kunnen. Door met extra investeringen specialismen te versterken, wordt de totale gevechtskracht dus op een slimme manier vergroot. Defensie kan daarmee beter voldoen aan internationale verplichtingen en meer inzet realiseren.

Doelmatigheid

Bij het gericht versterken van specialismen, kiezen we voor capaciteiten waarmee Defensie meerwaarde heeft ten opzichte van Europese partners en die passen binnen de gekozen focus. Verouderd materieel wordt vervangen voordat de exploitatiekosten significant stijgen. Dat is efficiënter dan blijven investeren in onderhoud van oud materieel.

Verder lezen?

Ga naar de volgende pagina. Of ga terug naar de overzichtspagina van de Defensienota 2022.