Verslag informatiebijeenkomst rattle noise 3 april 2025
Op 3 april organiseerde Defensie een bijeenkomst voor 277 omwonenden van vliegbasis Gilze-Rijen in Rijen. Tijdens de bijeenkomst werd uitgelegd hoe het gaat met de maatregelen om het rattle noise te verminderen. Medewerkers van Defensie, onderzoeksbureau Witteveen+Bos, Rijkswaterstaat en adviesbureau WesselinkVanZijst vertelden over hoe het gaat met de plannen en beantwoordden vragen van bewoners. Het verslag van deze bijeenkomst is te vinden onder downloads onderaan deze pagina.
Aanwezig:
Mevrouw P. Wijnja, moderator
Kolonel J. van der Leij, Defensie
De heer A. van Sloten, Defensie
De heer M. Bruurs, advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos
De heer H. Wempe, Rijkswaterstaat
De heer J. Medema, adviesbureau WesselinkVanZijst
Diverse medewerkers van Defensie, Rijkswaterstaat, Witteveen+Bos en uitgenodigde bewoners
Notulen:
Mevrouw A. Smetsers (Notuleerservice Nederland)
Opening
De moderator, mevrouw Wijnja, opent om 19.15 uur de informatieavond rattle noise en heet de aanwezigen welkom. Defensie organiseert een informatieavond om de bewoners op de hoogte te houden van de activiteiten die plaatsvinden op het gebied van rattle noise. Een aantal sprekers zal een toelichting geven op de uitgevoerde werkzaamheden. Er wordt een terugblik gegeven en de toekomstplannen worden toegelicht. Ook worden mogelijkheden geboden om vragen te stellen. Er wordt verzocht algemene vragen te stellen. Na afloop van de informatiebijeenkomst kunnen individuele vragen worden gesteld. Het is ook mogelijk een vragenformulier in te vullen, waarop dan separaat een terugkoppeling wordt gegeven. Er wordt een verslag van de sessie gemaakt, dat na een week beschikbaar zal zijn op de pagina 'Aanpak rattle noise' op Defensie.nl. Op verzoek kunnen ook de slides van de bijeenkomst worden gedeeld. Hiervoor dient het e-mailadres te worden gedeeld.
De gespreksleider, mevrouw Wijnja, opent om 19.15 uur de informatieavond rattle noise. Defensie organiseert regelmatig informatieavonden om de bewoners te informeren over activiteiten van rattle noise. Ze leggen dan uit wat voor werk ze hebben gedaan en wat ze nog gaan doen. Tijdens de informatieavond kunnen bewoners algemene vragen stellen. Aan het einde van de avond kunnen zij ook persoonlijke vragen stellen of een vragenformulier invullen. De antwoorden op dat formulier worden later beantwoord. Het verslag van de informatieavond staat na ongeveer een week op de pagina 'Aanpak rattle noise' op Defensie.nl. Als bewoners hun e-mailadres doorgeven, krijgen zij de presentatie per e-mail doorgestuurd.
Belang van goede samenwerking met de omgeving
Kolonel Van der Leij vertelt dat de plannen in de bijeenkomst van september 2024 zijn uitgelegd. Hij hoopt dat de bewoners merken dat er iets gebeurt, ook al gaat het nog niet zo snel. Het is een proces met veel detail dat tijd nodig heeft. Het is belangrijk om samen met de bewoners te overleggen en zo snel mogelijk een oplossing te vinden. De bewoners krijgen duidelijke informatie over wat er gebeurd is en wat het doel is.
Presentatie huidige stand van zaken
De heer Van Sloten geeft een toelichting.
Waar staan we nu?
Het is nog steeds de eerste fase. De voorstellen zijn klaar en er is een pilot gestart met 16 woningen. Bij de bewoners thuis zijn gesprekken geweest over het werk dat daar wordt gedaan. Naast de pilot wordt ook een evaluatie opgestart. Daarna wordt het definitieve plan voor het vervolg gemaakt en begint fase 2. Ook start het onderzoek naar schade.
Hoe gaan we om met de omgeving?
Het hele proces duurt al lang. Een extern bureau heeft samen met de gemeente, de stichting van omwonenden, Rijkswaterstaat en Witteveen+Bos gekeken hoe moet worden omgegaan met de omgeving. Zo komt er samen een goed resultaat. Er is nagedacht over hoe schade moet worden beoordeeld, over de aandachtspunten tijdens het werk, over de samenwerking met Rijkswaterstaat en hoe de omgeving wordt geïnformeerd. Daarvoor zijn voorstellen gedaan en die worden nu verder uitgewerkt.
Evaluatie
De evaluatie begint tegelijk met de pilot. Het is belangrijk dat bewoners tevreden zijn. Als zij geen verschil merken in de overlast, dan heeft het geen zin om veel geld uit te geven. Ook wordt gekeken of de maatregelen technisch goed werken. Er wordt onderzocht of het hele proces sneller kan en of de maatregelen echt helpen. Eerder is al gezegd dat Defensie volgens de wet niets hoeft te doen aan rattle noise. Toch is beloofd om te kijken of de overlast minder kan worden. Dit moet open en eerlijk gebeuren. De situatie wordt op verschillende momenten bekeken:
- De nulmeting;
- Tijdens de uitvoering;
- Direct na de uitvoering;
- Drie maanden na de uitvoering.
In de evaluatie wordt gekeken naar wat mensen in de omgeving merken en of de maatregelen van de pilot helpen. De nulmeting wordt snel gedaan. Ook wordt gekeken hoe dit samen met bewoners gedaan kan worden. De bewoners uit de pilot doen mee, maar er wordt ook gezocht naar bewoners die niet meedoen. Zo worden de verschillen duidelijk. Aan bewoners wordt gevraagd om mee te doen aan het onderzoek. Het is een andere manier van meten dan alleen met geluidsmeters. Het gaat hier om hoe mensen de overlast ervaren en of zij verbetering zien na het uitvoeren van de maatregelen. Ook bewoners die niet meedoen met de pilot krijgen vragen over hoe zij het geluid van de vliegbasis ervaren. Zo kan gekeken worden naar de verschillen en of de maatregelen werken.
Toelichting vastgesteld maatregelenpakket, toetsing en werking door Witteveen+Bos
De heer Buurs kijkt terug op wat er tot nu toe is gedaan. Er zijn vier blokken (stappen) gezet:
- Theorie.
- Documentenonderzoek. Bij de gemeente zijn bouwdocumenten opgevraagd van alle woningen in het gebied. Zo kon worden bekeken welke huizen op elkaar lijken qua bouw.
- De woningen zijn verdeeld in groepen. Uit deze groepen zijn 18 huizen gekozen.
- Onderzoek bij bewoners thuis (veldonderzoek). In 16 van deze woningen is onderzoek gedaan. De onderzoekers keken hoe het huis in elkaar zit. Ook bespraken ze een uitgebreide vragenlijst.
Op basis van dit onderzoek is een eerste voorstel (conceptafwegingskader) gemaakt. Dit voorstel laat zien welke maatregelen aan de woning mogelijk zijn. Medewerkers van Rijkswaterstaat bespreken dit bij de bewoners thuis, aan de keukentafel. Ze leggen nog kort uit wat rattle noise betekent. In huis gaan dingen ratelen. Als een helikopter over een huis vliegt zorgt dat voor geluid. Dat wordt een nieuwe geluidsbron en dat heet rattle noise. Hierop zijn de maatregelen gebaseerd. Rattle noise ontstaat door:
- Directe rattle: de helikopter vliegt over en dat geluid zorgt voor verschil in de druk op bijvoorbeeld ramen en deuren die daardoor gaan trillen.
- Indirecte rattle: geluid komt via ramen en deuren binnen. Lichte spullen zoals een tafel met servies, gaan trillen.
- Indirecte rattle: het dak en een gevel gaan trillen door geluid. Hierdoor gaan muren en plafond trillen en daardoor ook spullen in huis.
Er zijn eerder onderzoeken gedaan, door TNO en Level. Die vormden de basis. Ook de resultaten van het veldonderzoek zijn gebruikt. Het doel van de maatregelen is om de rattle in ‘duurzame verblijfsruimten’ te verminderen. Dat zijn bijvoorbeeld de slaapkamers, de badkamer en de keuken. Er worden algemene maatregelen genomen aan de gebouwschil van het huis. De gebouwschil vormt de grens tussen de binnenkant en de buitenkant van het huis. Hij kan bestaan uit de begane vloer, de buitenmuren, de ramen, de kozijnen, de deuren en het dak. Bij de woningen in de pilot worden veel maatregelen genomen. Aan de binnenkant wordt standaard 1 maatregel genomen: het vastzetten van de binnendeuren. Uit de pilot blijkt dat dingen in de woningen kunnen ratelen en deze worden aangepakt. Er is geen vast pakket waar alle vloeren of binnenwanden worden vervangen.
Eisen voor nieuwe huizen
Bij het verder uitwerken van het plan zijn ontwerpeisen voor nieuw te bouwen huizen gemaakt. In de eerste stap is bepaald wat de duurzame verblijfsruimten zijn en hoe deze het beste kunnen worden aangepakt. Dit zijn bijvoorbeeld de slaapkamers en een uitbouw waar bewoners vaak zijn. Ruimtes zoals de bijkeuken, zijkant van de woning of een vliering met opslag horen hier meestal niet bij. De buitenkant (schil) van deze belangrijke ruimten is in elke woning anders. Daarom kan het zo zijn dat in de ene woning de badkamer op de eerste verdieping wel wordt meegenomen, en in een andere woning niet. Dit hangt af van hoe het huis is gebouwd en hoe de bewoners de ruimtes gebruiken.De aanpak van de nieuwe huizen bestaat uit 4 onderdelen:
- Bij schuine daken wordt geprobeerd om de buitenkant (schil) van de belangrijke ruimtes zwaarder te maken. Het doel is 100 kilo per vierkante meter. Bij alle maatregelen gaat het om het toevoegen van gewicht aan de buitenkant van het huis.
- De vloer van de zolder wordt zwaarder gemaakt.
- Aan de binnenkant van het dak worden platen aangebracht om extra gewicht toe te voegen. Ook worden kieren dichtgemaakt. Platte daken worden zwaarder gemaakt. Lichte buitenwanden worden bij voorkeur aan de binnenkant zwaarder gemaakt. Voorbeelden van lichte buitenwanden zijn dakkapellen met hout of kunststof, of uitbouwen met veel glas.
- De grootste maatregelen gaan over de ramen en kozijnen. Sommige woningen hebben al zwaarder glas gekregen, bijvoorbeeld vanwege geluid van een snelweg. Toch is dat glas vaak niet zwaar genoeg. De standaardkeuze moet glas van 16 millimeter dik worden. In woningen met veel glas aan de achterkant is 16 millimeter soms niet genoeg. In die situaties is 28 millimeter dik glas nodig. De dikte van het glas hangt af van de ligging van de verblijfsruimte, het aantal ramen en de plaats van die ramen. Kozijnen van kunststof, aluminium of zachthout zijn vaak te licht voor het zwaardere glas. In die gevallen zijn hardhouten kozijnen een betere optie. Dit moet per woning bekeken worden. Wanneer ramen openstaan, werkt het zwaardere glas niet meer tegen het geluid. Om toch frisse lucht binnen te krijgen, komt in elke woning een mechanisch ventilatiesysteem. Hierdoor kunnen de ramen gesloten blijven.
Verder krijgt elke klant andere maatregelen, zoals het vastzetten van een radiator of dakgoot.
Toelichting pilotfase en planning
De heer Van Sloten legt uit dat de pilotfase is begonnen. De deelnemers hebben een startbijeenkomst gehad en informatie gekregen over het proces. Rijkswaterstaat voert de maatregelen uit en begeleidt de pilot.
De heer Wempe legt uit dat Rijkswaterstaat veel ervaring heeft met het isoleren van woningen. Werken aan rattle is nieuw, maar het werken in bestaande woningen is wel bekend.
Voor de pilotwoningen is een pakket met maatregelen gemaakt. Hiervoor zijn de huizen eerst bekeken. Dat gebeurt straks ook bij de andere 261 woningen. In het pakket staat bijvoorbeeld of een kozijn moet worden vervangen of dat er iets aan het dak moet gebeuren. Witteveen+Bos bekijkt samen met Rijkswaterstaat of het plan werkt en of alles uitvoerbaar is. Ook de wensen van de bewoners spelen een rol. Tijdens de gesprekken komt aan bod wat mogelijk is, wat nodig is en wat bewoners willen. Soms maken de maatregelen het huis zwaarder. Dan onderzoekt een expert of de woning dat aankan. Als kleine aanpassingen noodzakelijk zijn, dan wordt dat in de uitvoering geregeld. De hoofddraagconstructie wordt niet aangepast. Soms is een vergunning nodig voor de werkzaamheden. In dat geval vraagt Rijkswaterstaat die aan. Na controle van de maatregelen bespreekt Rijkswaterstaat het aanbod met de bewoner. Als de bewoner akkoord gaat, volgt een goedkeuring. Daarna worden 8 woningen klaargemaakt voor uitvoering. Dit kost tijd. De aannemer krijgt daarna ook tijd om zich voor te bereiden. In de woning meet de aannemer alles na. Zo wordt duidelijk of de maatregelen echt mogelijk zijn. Als dat niet lukt, moet het ontwerp worden aangepast. Materialen hebben ook een levertijd. Daarna start de aannemer met de uitvoering. Tijdens de uitvoering houden toezichthouders van Rijkswaterstaat alles in de gaten. Zij zorgen ook voor contact tussen de aannemer en de bewoners. Het ontwerp wordt uitgevoerd zoals bedacht. Rijkswaterstaat belooft niet dat de rattle helemaal verdwijnt, maar probeert deze wel te verminderen. Sinds 2012 heeft Rijkswaterstaat ongeveer 15.000 woningen onderzocht. In heel Nederland zijn 2.000 woningen geïsoleerd. Rijkswaterstaat weet dus goed wat nodig is.
De gesprekken voor de pilot zijn nu bezig. Het plan is om eind september te starten met twee aannemers. De werkzaamheden starten rustig. Als het sneller kan, gebeurt dat. De pilot moet laten zien hoe het werkt met rattle. De samenwerking met Defensie en Witteveen+Bos gaat goed. Als de rattle niet minder wordt, dan komen er nieuwe plannen.
Schadeafhandeling
De heer Van Sloten legt uit dat Defensie vroeger zelf onderzoek deed naar schadegevallen. Vaak kreeg de melder toen te horen dat de schade niet door Defensie kwam. De laatste jaren is dat veranderd. Als iemand nu schade meldt, dan moet hij eerst bewijzen dat Defensie die schade heeft veroorzaakt. Dat is lastig. Tijdens gesprekken aan de keukentafel wijzen bewoners ook op schade aan hun woning. Daarom is besloten om schade uit het project te halen. De schade wordt apart opgepakt, samen met de bewoners. Hiervoor is gekozen voor de Joint Fact Finding-methode. Defensie, de gemeente, omwonenden en de stichting gaan hiermee aan de slag. Een onafhankelijke partij begeleidt dit proces. De heer Medema van adviesbureau WesselinkVanZijst legt uit wat Joint Fact Finding is.
De heer Medema zegt dat hij onafhankelijk werkt en dat Defensie hem heeft gevraagd om dit proces te begeleiden. Joint Fact Finding is een feitenonderzoek. De vraag is of de schade aan de woningen te maken heeft met de activiteiten van Defensie. Om discussies over de uitkomst van het onderzoek te voorkomen, is het belangrijk om onderzoeken samen te doen. Alle stappen in het onderzoek zijn te zien voor bewoners, de gemeente en de stichting. Zo ontstaat er vertrouwen. Samen wordt besloten wat er onderzocht moet worden, hoe dat gebeurt en welke vragen er aan het onderzoeksbureau gesteld worden. Het volgende is nodig van buurtbewoners:
- Het maken van een begeleidingsgroep. Er komt een kleine groep van drie of vier bewoners die helpt bij het onderzoek. Zij denken mee over wat moet worden onderzocht, waar de schade zit en hoe de woningen gebouwd zijn. Deze groep komt ongeveer 1 keer per maand bij elkaar. Een overleg duurt ongeveer 2 uur, en er is ook wat voorbereiding nodig. Het onderzoek duurt ongeveer een half jaar. Bewoners uit het gebied kunnen zich tot 17 april aanmelden bij de heer Van Sloten of bij WesselinkVanZijst. Daar kunnen zij kort uitleggen waarom ze willen meedoen. Daarna wordt samen met Defensie, de gemeente en de stichting een keuze gemaakt uit de aanmeldingen. Er zijn formulieren beschikbaar voor de bewoners om zich aan te melden.
- Informatie delen met bewoners. De begeleidingsgroep helpt ook bij het informeren van andere bewoners. Denk aan het delen van het verloop van het proces of het organiseren van bijeenkomsten. Zo blijft iedereen op de hoogte van wat er gebeurt.
Vragen
Vraag: Wat gebeurt er met oude boerderijen?
Antwoord: De heer Bruurs antwoordt dat bewoners zelf mogen kiezen of ze maatregelen willen uitvoeren. Eerst wordt gekeken of de maatregelen invloed hebben. Ook moet de manier waarop het huis gebouwd is sterk genoeg zijn. Als dat niet zo is, dan worden de maatregelen aangepast aan het huis. Tijdens de opname bekijkt een expert de mogelijkheden. In een gesprek met Rijkswaterstaat bespreekt de bewoner of hij de maatregelen wil of misschien liever een andere oplossing zoekt.
Vraag: Wat is de looptijd voor de woningen ná de pilot?
Antwoord: De heer Van Sloten legt uit dat de keukentafelgesprekken nu plaatsvinden en dat de aanpak per woning verschilt. De werkzaamheden beginnen direct na de zomer (eind september). De pilot loopt tot de zomer van 2026. Daarna start fase 2. De woningen in de pilot zijn gekozen op basis van bouwkenmerken. Per woningtype wordt onderzocht welke maatregelen goed werken. Daarna volgt een planning voor de rest van de woningen. Zo wordt snel duidelijk wat voor elk type woning werkt.
Vraag: Voor 16 woningen duurt het anderhalf jaar. Er blijven dan nog meer dan 250 woningen over. Duurt dit dan nog jaren?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat het project niet eind 2026 klaar is. Het hele proces duurt nog meerdere jaren. Hoe lang precies, hangt af van hoe ingewikkeld het wordt.
Vraag: Wat als de pilot weinig oplevert?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat het mogelijk is dat de maatregelen weinig invloed hebben of te duur worden. Dan gaan ze zoeken naar andere oplossingen. Op dit moment is er geen plan om te stoppen of een ander plan. De maatregelen die nu worden getest zijn het best mogelijke volgens het onderzoek, maar de praktijk moet laten zien of het werkt. Na de pilot moet duidelijk worden welke oplossing past bij alle woningen.
Vraag: Zijn de kosten van het filter voor het ventilatiesysteem onderzocht?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat dit een specifieke vraag is. Hier komt na de bijeenkomst een antwoord op.
Vraag: Waarom wordt er niets meer gezegd over luchtdruk?
Antwoord: De heer Bruurs legt uit dat luchtdruk een belangrijke oorzaak is van het geluid. Vooral lage, niet-hoorbare drukgolven zorgen voor de rattle. Deze lage drukgolven veroorzaken de meeste overlast. Als de maatregelen zijn uitgevoerd, zouden de gevolgen minder moeten worden.
Vraag: Zorgt het aanpakken van de buitenkant (de schil) ervoor dat vloeren minder gaan trillen?
Antwoord: De heer Bruurs zegt dat het doel is om de rattle noise te verminderen. De aangepaste schil moet daarvoor zorgen. Als er bijvoorbeeld honderd keer per jaar rattle is, dan moet dat minder worden. Helemaal wegnemen lukt niet. Aanpassingen aan de vloer kunnen soms een beetje helpen, maar meestal niet veel.
Vraag: Wordt de fundering aangepakt bij huizen zonder gewone fundering, bijvoorbeeld met bogen?
Antwoord: De heer Bruurs zegt dat de maatregelen vooral zijn gericht op het verminderen van de overlast. In de pilot zit ook een woning met een vloer op bogen, dus daar wordt ook naar gekeken.
Vraag: Wat zijn de kenmerken van de woningen in de pilot? Kun je dat vergelijken met je eigen woning?
Antwoord: De heer Bruurs zegt dat de pilot bestaat uit verschillende woningtypes met verschillende bouwjaren. Het gaat vooral om vrijstaande huizen en twee-onder-een-kapwoningen. Ook is gekeken naar kenmerken zoals dakkapellen en aanbouwen
De heer Van Sloten begrijpt dat mensen willen vergelijken. Er komt een overzicht van woningtypes, zonder dat adressen bekend worden gemaakt.
Vraag: Zitten er ook woningen met een rieten dak in de pilot?
Antwoord: De heer Bruurs zegt dat dit niet zo is. Woningen met een rieten dak vallen in de categorie 'specials'. Deze gevallen vragen om maatwerk en extra aandacht. In de pilot zit 1 unieke woning, maar die heeft geen rieten dak.
Vraag: Moet het project sneller door de situatie in de wereld? Komen er meer activiteiten van Defensie?
Antwoord: Kolonel Van der Leij zegt dat er veel gebeurt in de wereld en dat Defensie groeit. Defensie moet ook investeren. In Gilze en Rijen is geen uitbreiding gepland, maar er komen wel meer oefeningen. Deze oefeningen vinden niet alleen hier plaats maar ook op andere plekken.
Vraag: Wat gebeurt er met schade aan woningen als ondertussen al aan huizen wordt gewerkt?
Antwoord: De heer Van Sloten legt uit dat het eerder niet lukte om goed met het schadeprobleem om te gaan. Daarom is gekozen voor de Joint Fact Finding Methode. Deze methode onderzoekt waar de schade vandaan komt. Er wordt los naar de schade gekeken. Als de schade door Defensie komt, dan moet Defensie dit oplossen. Soms past de oplossing bij het rattleproject, soms is een andere oplossing nodig.
Vraag: Wordt ook onderzocht hoe schade zich ontwikkelt na de aanpassingen?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat dit onderdeel is van het schadetraject, maar ook wordt gekeken naar schades die ontstaan door te nemen maatregelen. Dit moet worden opgelost.
Vraag: Komt er een nieuwsbrief over wat er tijdens de bijeenkomst is besproken?
Antwoord: Mevrouw Wijnja zegt dat het verslag van de bijeenkomst op de website van Defensie komt. Wie zijn e-mailadres doorgeeft, krijgt de presentaties ook per e-mail. De presentatie komt niet op de website.
Vraag: Wat als bewoners onderhoud uitstellen vanwege de maatregelen die gaan komen?
Antwoord: De heer Wempe zegt dat dit vaak gebeurt. Toch is het slim om gewoon onderhoud te doen als een woning nog niet in de pilot zit. Er is nog geen planning dus bewoners kunnen contact opnemen wanneer er een planning is. Na het plaatsen van bijvoorbeeld een nieuw raam wordt het kozijn opnieuw geschilderd, binnen en buiten.
Vraag: Iemand heeft al jaren schade. Als het herstel lang duurt, wordt de schade dan erger?
Antwoord: De heer Wempe zegt dat dit serieus wordt genomen. Tijdens het onderzoek wordt er gekeken naar wat nodig is voor de maatregelen. Er wordt niet gekeken naar de schade zelf. Daarvoor is een apart proces. Soms komt een woning eerder aan de beurt. Defensie bepaalt dat. Als Defensie niet verantwoordelijk is voor de schade, kan Rijkswaterstaat dit niet oplossen.
De heer Van Sloten voegt toe dat het schadeproces sneller wordt. Het onderzoek kijkt niet alleen naar losse huizen, maar ook naar het type schade en waar het vandaan komt. Ook als Defensie niet de oorzaak is van de schade, kunnen bewoners hulp krijgen. Als er iets aan de woning moet gebeuren vanwege schade, dan wordt gekeken of dit tegelijk met de rattlemaatregelen kan.
Vraag: Als het dak van binnen wordt verstevigd, betekent dat dan dat alle plafonds eruit gaan?
Antwoord: De heer Wempe zegt dat de woning na de werkzaamheden weer netjes worden achtergelaten. Als er bijvoorbeeld maatwerkkasten in een kamer staan, dan worden die in overleg met de bewoner teruggeplaatst. De maatregelen komen deels uit het ontwerp. Soms worden er platen aan de binnenkant van het dak geplaatst of balken zichtbaar gemaakt. Dit hangt af van het huis en van de maatregelen die nodig zijn. Alles gebeurt in goed overleg met de bewoners.
Vraag: Als er 2 mogelijkheden zijn en de ene is goedkoper dan de andere, mag de bewoner dan bijbetalen om voor de betere optie te kiezen?
Antwoord: De heer Wempe zegt dat het niet alleen gaat om de goedkoopste oplossing, maar vooral om een oplossing die goed werkt tegen rattle noise. Soms zijn er duurdere maatregelen nodig. In dat geval moet Defensie hierover meepraten.
De heer Van Sloten vult aan dat deze keuzes in het gesprek met de bewoner worden besproken. Het gaat om maatwerk. Er wordt gekeken naar wat het oplevert en wat de gevolgen zijn. Aanpassingen die niks toevoegen, hebben geen zin.
Vraag: Wat gebeurt er als het geld op is tijdens het project?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat na de pilot een pakket met maatregelen wordt gemaakt. Daarna hebben alle bewoners recht op deze maatregelen, ook als de kosten uiteindelijk hoger zijn. De maximale kosten worden later bepaald en vergeleken met het nut. Het nut moet in lijn zijn met de kosten.
Vraag: Als het maatregelenpakket vastligt, krijgen bewoners dan alles of niets?
Antwoord: De heer Wempe legt uit dat in het gesprek met de bewoner wordt gekeken naar wat nodig is, wat mogelijk is en wat de bewoner zelf wil. Bewoners mogen zelf kiezen welke maatregelen ze niet willen. Elke woning krijgt wel een minimaal aantal maatregelen. Alleen een kastje vastzetten is bijvoorbeeld niet genoeg. Dat levert geen echte verbetering op. Als een ruimte niet wordt aangepakt, dan zal de rattle daar ook niet minder worden.
Vraag: De zolder wordt niet meegenomen. Maar in een puntdak is de zolder juist belangrijk voor het gewicht. Wordt de rattle dan wel goed aangepakt?
Antwoord: De heer Bruurs zegt dat de zolder alleen wordt meegenomen als het een slaapkamer of een andere verblijfruimte is. In andere gevallen gebeurt er niets op zolder. Het dakoppervlak is vaak groter dan de vloer, dus het werkt beter om de vloer zwaarder te maken dan het hele dak aan te pakken. In de praktijk is dat ook makkelijker.
Vraag: Hoe wordt gemeten of de maatregelen werken? Is er wel een nulmeting gedaan?
Antwoord: De heer Van Sloten zegt dat er wél een nulmeting is gedaan. Er wordt goed gekeken naar hoe bewoners het geluid ervaren, maar ook naar de technische werking van de maatregelen. Tijdens de pilot worden de gevolgen onderzocht. Ook bij woningen zonder maatregelen wordt gemeten. Zo kan een goed beeld ontstaan van wat de maatregelen doen. Er wordt niet alleen naar cijfers gekeken, maar ook naar het gevoel en de ervaring van bewoners. De technische gegevens zijn belangrijk maar de ervaring van bewoners ook.
Afsluiting
Mevrouw Wijnja bedankt iedereen voor het meedenken en voor alle vragen. Na de bijeenkomst is er nog tijd om extra vragen te stellen. De bijeenkomst eindigt om 20.50 uur.