Verwerving luchtverdediging op korte en middellange afstand in 1 project

De projecten van Defensie voor de vervanging van zowel de luchtverdediging op de korte als op de middellange afstand worden samengevoegd. De raketten en lanceerinstallaties voor beide systemen worden bij 1 leverancier verworven. Op die manier kunnen beide capaciteiten optimaal met elkaar worden geïntegreerd. Dat schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat vandaag aan de Tweede Kamer.

Vergroot afbeelding Luchtverdediging.
De raketten en lanceerinstallaties voor beide systemen worden bij 1 leverancier verworven.

“De gecombineerde capaciteit moet bescherming bieden voor zowel manoeuvrerende eenheden, als vitale infrastructuur en gebieden. Beide capaciteiten worden zo geïntegreerd met elkaar dat ze naadloos en zonder kwaliteitsverlies samenwerken. Dat gebeurt in een draadloos en continu gesynchroniseerd netwerk”, zegt Van der Maat. “Eenheden kunnen daardoor op het moderne gevechtsveld mobieler, flexibeler en sneller optreden. De oorlog in Oekraïne toont het belang van een zo kort mogelijke tijd tussen het detecteren van een luchtdreiging met de radar en het afvuren van een projectiel.”

Uit marktonderzoek blijkt dat maar 1 leverancier kan voldoen aan deze eisen. Het gaat om het consortium Kongsberg Defence & Aerospace (KDA) uit Noorwegen, samen met Raytheon uit de Verenigde Staten. Ander voordeel is dat deze partijen al zaken doen met verschillende NAVO-partners. Dat verbetert de mogelijkheid om internationaal samen te werken.

De eerste nieuwe systemen voor de middellange afstand (tot 50 kilometer) zijn vanaf 2026 leverbaar. Dat betekent dat de huidige zogeheten Medium Range Air Defence (MRAD)-systemen tot uiterlijk 2027 in gebruik blijven. Vanaf 2028 zijn ook de systemen op korte afstand (tot 15 kilometer) beschikbaar. Dit zogenoemde Short Range Air Defence (SHORAD)-systeem wordt geleverd op het Armoured Combat Support Vehicle G5 (ACSV G5). 

Vergroot afbeelding Een voertuig voor luchtafweer.
Impressie van de nieuwe ACSV G5-voertuigen.

Ondersteuning

Bij Defensie is het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) verantwoordelijk voor de inzet van de luchtverdediging. Het landmachtonderdeel ondersteunt hiermee onder andere de gemechaniseerde en gemotoriseerde brigades.

Het DGLC beschikt over verschillende luchtverdedigingssystemen. Op de (zeer) korte afstand worden bijvoorbeeld de Stinger-raketten gebruikt. Die worden nu vanaf Fennek-voertuigen gelanceerd of vanaf de schouder na eigen visuele waarneming. De ACSV G5-voertuigen vervangen op termijn de huidige Fennek-voertuigen voor het bereik over de korte afstand. Op zeer korte afstand blijft de draagbare inzetmethode bestaan.

Voor de middellange afstand wordt het huidige NASAMS-systeem met lanceerinstallaties, AMRAAM-raketten en radars gefaseerd vervangen. Hiervoor komt een nieuw en gemoderniseerd NASAMS-systeem met een groter bereik. Voor lange afstand wordt het Patriot-wapensysteem gebruikt, wat de laatste tijd ook veel in het nieuws komt omdat het ook door Oekraïne wordt ingezet als luchtafweersysteem.

Internationale samenwerking

Met de vervanging en modernisering van de luchtverdediging draagt Defensie bij aan de nationale en internationale capaciteiten op dit gebied. Binnen de NAVO zijn er afspraken gemaakt over waar landen aan moeten voldoen. Nederland is met de nieuwe capaciteit zodoende in staat om van grotere waarde te zijn in EU en NAVO-verband en gezamenlijk optreden met partnerlanden.