Mariniers en luchtmobiele militairen trotseren na 12 jaar weer Surinaamse jungle

Zo’n 120 militairen van 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers zitten sinds gisteren in de Surinaamse jungle. Het is voor het eerst in 12 jaar dat Nederlandse militairen weer in het Zuid-Amerikaanse land trainen. In het genadeloze oerwoud leren ze gedurende 6 weken hoe te opereren en overleven. Dat gebeurt bij hitte, extreem hoge luchtvochtigheid, met levensgevaarlijke planten en dieren en ook nog eens met een ‘vijand’ in de buurt.

Vergroot afbeelding Militairen tijdens een training in de jungle.
Archieffoto uit 2006 van militairen tijdens een training in de Surinaamse jungle.

Een speciale ceremonie op de Ayoko kazerne en een kranslegging bij het Koreaanse oorlogsmonument in Paramaribo vormden gisteren het startsein voor de jungletraining. Die komt voort uit een hernieuwde militaire samenwerking tussen beide landen.

Om deze historische gebeurtenis luister bij te zetten waren er verschillende Nederlandse en Surinaamse hoogwaardigheidsbekleders bij de ceremonie. Onder hen de Nederlandse ambassadeur in Suriname Henk van der Zwan. Ook de waarnemend bevelhebber van het Surinaamse leger luitenant-kolonel Werner Kioe A Sen was hierbij aanwezig.

De leiding van de training is in handen van 20 Nederlandse instructeurs. Zij worden ondersteund door Surinaamse collega jungle-experts. Naast basisvaardigheden zoals overleven en navigeren, is het hoofddoel van de training het uitvoeren van militaire operaties in junglegebied. Die behoren vanwege de zware klimatologische omstandigheden tot de lastigste ter wereld.

Baileybrug gebouwd

Afgelopen week is de laatste hand gelegd aan de voorbereidingen. Ruim 100 Nederlandse en 50 Surinaamse militairen nemen de organisatie, logistiek en geneeskundige verzorging van de deelnemers op zich. Vanuit de Ayoko kazerne trekken de deelnemers meermaals dagenlang de jungle in. Tijdens de training maken de militairen ook gebruik van de Saramaccarivier.

Militairen van de genie verrichten opknapwerkzaamheden op het kamp en in de omgeving. Zij hebben bijvoorbeeld de legeringsgebouwen voorzien van nieuw sanitair, water en stroom. Ook is er een stalen baileybrug gebouwd, waardoor de nabijgelegen Colakreek toegankelijker is geworden.