Wervingscampagne richt zich op Generatie D

Defensie is vandaag gestart met een nieuwe arbeidsmarktcampagne. Die richt zich op jongeren met de juiste mentaliteit. Deze ‘Generatie D’ wil werk doen dat ertoe doet, gelooft in de kracht van samenwerking en wil op persoonlijk vlak groeien.

Vergroot afbeelding De staatssecretaris opent een wervingscampagne door op een rode knop te drukken.
Staatssecretaris Christophe van der Maat (links) lanceerde de campagne.

Centraal in de campagne staat de overtuiging dat er altijd mensen zijn die hun nek willen uitsteken voor een ander. Dat er altijd een generatie is van doeners en doorzetters. Mensen die snappen dat je dingen samen moet oppakken. Generatie D is dan ook niet verbonden door een jaartal, maar door dezelfde mindset. Daarmee is er dus nauwelijks verschil tussen een middelbare scholier, een actief dienende militair of een veteraan die de dienst heeft verlaten.

Staatssecretaris Christophe van der Maat lanceerde vanochtend de campagne tijdens een werkbezoek aan het Dienstencentrum Personeelslogistiek in Amsterdam. “Ik ben trots op deze nieuwe campagne. Generatie D laat zien dat Defensie een geweldige plek is om talenten te ontwikkelen en vaardigheden op te doen die nergens anders zijn te leren.”

Breed publiek

Met de campagne hoopt Defensie een breed publiek aan te spreken. Zoals jongeren die misschien nooit aan een baan bij de krijgsmacht zouden denken. Generatie D laat zien dat Defensie een geweldige plek is om talenten te ontwikkelen en vaardigheden op te doen die nergens anders zijn te leren. Die inkijk in de krijgsmacht wordt gespiegeld aan de wereld waarin de jongeren leven. En dan blijken er ineens allemaal paralellen te zijn.

Generatie D wordt de komende maanden uitgediept met specifieke deelcampagnes. Ook zijn er vervolgcampagnes gericht op de ‘beïnvloeders’ van jongeren. Denk aan decanen, ouders en vrienden. Zodat ook die het een goed idee vinden als zij bij Defensie gaan werken.

De nieuwe campagne is te zien op tv, YouTube, buitenreclame en natuurlijk social media.