Ollongren en Van der Maat nemen intrek in ministerie

De nieuwe minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat hebben vandaag hun intrek genomen in het ministerie van Defensie in Den Haag. Het kabinet is eerder vandaag beëdigd door de koning.

Vergroot afbeelding De nieuwe minister en staatssecretaris komen aan.
De nieuwe bewindslieden kwamen vanmiddag aan op het ministerie.

Ollongren volgt Henk Kamp op, die sinds november van vorig jaar minister was na het vertrek van Ank Bijleveld-Schouten. Kamp nam eerder vandaag afscheid van het personeel. Hij nam de afgelopen periode ook de taken van de staatssecretaris waar, aangezien Barbara Visser eind augustus minister van Infrastructuur en Waterstaat werd.

Als minister is Ollongren verantwoordelijk voor het algemeen defensiebeleid. Zij gaat onder meer over de toekomstige samenstelling en toerusting van de krijgsmacht en de inzet. Ook internationale zaken als het NAVO- en EU-beleid vallen onder haar verantwoordelijkheden. Ollongren was in het vorige kabinet vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. De AIVD viel hierbij onder haar verantwoordelijkheid. Eerder was ze onder meer wethouder en locoburgemeester in Amsterdam en secretaris-generaal bij Algemene Zaken.

Van der Maat krijgt als staatssecretaris de dossiers personeel, materieel en vastgoed. Voor Van der Maat is het zijn eerste politieke functie in Den Haag. Hij was tot voor kort lid van de Gedeputeerde Staten in Brabant en lococommissaris van de Koning van die provincie.

Defensie kan deze kabinetsperiode rekenen op € 10,7 miljard extra. Dat geld gaat voor een groot deel naar het structureel versterken van de krijgsmacht. Zo worden opleidingen en trainingen verbeterd, komt er extra munitie, meer en betere veteranenzorg en wordt vastgoed op Defensielocaties verduurzaamd. Ook worden achterstanden op het gebied van IT ingelopen en weggewerkt en is er meer geld beschikbaar voor modernisering van het loongebouw en de arbeidsvoorwaarden.

Vergroot afbeelding De minister en zijn opvolgers.
Scheidend minister Kamp heette zijn opvolgers welkom.

Trots op krijgsmacht

Ollongren: “Ik vind dat we trots kunnen zijn op de krijgsmacht die wij hier in Nederland hebben. Ik kijk er naar uit om de organisatie, de moedige mannen en vrouwen van Defensie te leren kennen en de komende jaren met hen samen te werken. Het is onze taak om hen in staat te stellen hun werk goed te kunnen doen. Daarom moet er fors geïnvesteerd worden en ik ben blij dat dat kan. We gaan met de organisatie snel aan de slag met de Defensienota, waarin we bepalen hoe dat geld wordt besteed.”

“Daarnaast staat ons de komende jaren een opgave te wachten om meer samen te werken met onze bondgenoten in de NAVO en Europa. We moeten als Europa beter in staat zijn onze eigen problemen op te lossen. Ik heb vanuit mijn vorige functie gezien hoe kwetsbaar we zijn voor bijvoorbeeld cyberaanvallen en maatschappelijke ontwrichting. Door mijn studie internationale betrekkingen ben ik ook geboeid door de geopolitieke situatie, dus hier ligt wel mijn hart.”

Impact op samenleving

Van der Maat: “Als regionaal bestuurder heb ik met eigen ogen gezien welke impact Defensie in de samenleving heeft. Het is indrukwekkend om te zien hoe Defensie altijd klaarstaat voor wie het nodig heeft. Niet alleen hier in Nederland, maar ook in het buitenland. Dan denk ik aan het verlenen van bijstand tijdens COVID-19 en het bieden van noodhulp van Limburg tot Haïti. Nog los van de missies, trainingen en oefeningen.”

“Om dat allemaal te kunnen doen, hebben we genoeg getrainde mensen nodig. Die mensen moeten kunnen rekenen op goede arbeidsvoorwaarden, opleidingsmogelijkheden, goed materieel en moderne huisvesting. De komende jaren wil ik er voor zorgen dat we als Defensie ook een aantrekkelijke werkgever zijn.”

Prettige kennismaking

Secretaris-generaal Gea van Craaikamp en Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim kijken uit naar de samenwerking met de nieuwe bewindspersonen. “De eerste kennismaking is prettig verlopen, dat geeft vertrouwen voor een goede samenwerking in de komende regeerperiode. Daarin kunnen we gezamenlijk de in het regeerakkoord gegeven richting en gemaakte keuzes op een goede manier voor de krijgsmacht uitwerken.”