Militaire beveiliging NAVO-top
Om de NAVO-top in 2025 in Den Haag te beveiligen werd ook Defensie ingezet. Militairen, reservisten en andere medewerkers zorgden door heel Nederland voor veiligheid, de ceremoniële ontvangst van deelnemers en de logistiek. De inzet bestond uit een militaire operatie en daarnaast uit politietaken van de marechaussee.
Militaire operatie Orange Shield
De inzet vanuit Defensie heette operatie Orange Shield. Door de spanningen in de wereld en de vele hoogwaardigheidsbekleders was dit de grootste logistieke en veiligheidsoperaties ooit in Nederland. Omdat de operatie in Nederland was, viel Defensie onder civiel gezag.
Tekst gaat verder onder de video.
Video: operatie Orange Shield
Gericht op voorkomen van dreiging
Defensie hielp zo mee aan een veilige, ongestoorde, waardige en gastvrije NAVO-top in Den Haag. De inzet was vooral bedoeld om dreiging te voorkomen of eventuele gevolgen zo klein mogelijk te houden. Als het nodig was kon Defensie meteen ingrijpen.
Veiligheidsmaatregelen
Defensie zorgde op verschillende manieren voor een veilige NAVO-top. Natuurlijk meldde Defensie niet alles wat er gebeurde, omdat sommige beveiligingsmaatregelen bijvoorbeeld geheim moeten blijven.
Inzet op zee
De marine bewaakte en beveiligde op en vanuit zee, en de Nederlandse kust. Allereerst door civiele autoriteiten te ondersteunen bij tijdelijke veiligheidsmaatregelen op zee, zoals afgesloten vaarroutes. Daarnaast door samen met NAVO-partners de hele Noordzee veilig te houden.
- Marineschepen hielden het scheepverkeer in de gaten en beveiligden de Nederlandse kust.
- Teams van de explosieven opruimingsdienst controleerden op en vanuit zee op explosieven. En ze stonden stand by voor als er een dreiging zou zijn met explosieven.
Inzet op land
Op land ondersteunde de krijgsmacht op meerdere locaties bij veiligheidsmaatregelen. Bijvoorbeeld door tijdens de top locaties te bewaken en beveiligen. Soms gebeurde dit samen met de politie. Voordat de top begon controleerden militairen locaties op dreigingen.
- Teams van de EOD stonden stand by voor als er een dreiging zou zijn met explosieven.
- CBRN-eenheden stond stand by voor als er een dreiging zou zijn met chemische, biologische, radioactieve of nucleaire stoffen.
- Militairen bewaakten en beveiligden locaties waar gasten van de top aanwezig waren. En locaties waar militair materieel werd ingezet voor de top. Dit gebeurde soms samen met de politie.
- Voorafgaand aan de top hielpen militairen om locaties te controleren op dreigingen.
- Defensie zette systemen in om drones uit het luchtruim te houden.
- Honden van de marechaussee en luchtmacht bewaakten de vliegtuigen.
- Chauffeurs van Defensie reden de staatshoofden in een stoet van auto’s, limousines en bussen naar hun hotels.
- De explosieven opruimingsdienst controleerde de auto’s met spiegels en honden. De politie bewaakte de stoet.
- De route vanaf het vliegveld tot de hotels werd vrijgehouden.
- Opritten en afritten werden afgesloten, en onderweg hielden militairen vanuit observatiepunten de omgeving in de gaten.
- Vanuit de bewaakte hotels vertrokken de deelnemers in konvooi naar het World Forum in Den Haag.
- Toen de conferentie was afgelopen werden de staatshoofden terug begeleid.
Inzet vanuit de lucht
Defensie bewaakt en beveiligt altijd al het luchtruim van Nederland, België en Luxemburg. Dit gebeurt afwisselend met België. Tijdens de NAVO-top gebeurde dit door Nederland, en met extra maatregelen.
- Apache-gevechtshelikopters bewaakten het luchtruim boven Den Haag. Zij vlogen vanaf voormalig Marinevliegkamp Valkenburg, tussen Katwijk en Wassenaar.
- Militairen bewaakten het luchtruim vanaf de grond, vanuit zee en vanuit de lucht. Onder meer door de luchtgevechtsleiding in Nieuw Milligen en F-35-gevechtsvliegtuigen. Daarbij werkten ze samen met marineschepen en luchtverdedigingssystemen zoals het Patriot-systeem.
Inzet voor cyberveiligheid en op informatiegebied
- Om hackpogingen te voorkomen en te bestrijden werkten diverse defensieve cybereenheden samen met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
- Defensie ondersteunde met het verzamelen van inlichtingen en met IT-personeel.
Ondersteuning bij logistiek
Voor de logistiek ondersteunde Defensie onder andere met:
- Chauffeurs.
- Gastvrouwen en gastheren in het World Forum in Den Haag.
- Transportmiddelen.
Politietaken Koninklijke Marechaussee
De Koninklijke Marechaussee was er vooral voor de openbare orde en veiligheid. Voor, tijdens en vlak na de top besteedde de marechaussee extra aandacht aan de dagelijkse taken zoals grensbewaking en beveiliging. De marechaussee had hiervoor 9.000 extra diensten gepland. Bijvoorbeeld voor specialisten op het gebied van documentcontrole, opsporing en inlichtingen, motorrijders, beveiligingsteams, observatieteams, arrestatieteams en explosievenverkenners. Ook leverde de marechaussee een grote bijdrage aan persoonsbeveiliging.
Marechaussee werkt onder Justitie en Veiligheid
De Koninklijke Marechaussee maakte deel uit van Defensie, maar voerde haar politietaken uit onder gezag van onder andere het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast leverde de Koninklijke Marechaussee op een aantal plaatsen bijstand aan de Nationale Politie. De marechaussee maakte daarom geen deel uit van operatie Orange Shield.
Militairen bereiden zich voor
Voordat de top begon bereiden militairen en burgermedewerkers zich voor door te trainen en te oefenen.
Inzet vanaf verschillende locaties in Nederland
De militaire inzet tijdens de top gebeurde vanaf verschillende locaties in Nederland, waaronder eigen Defensielocaties. Daarnaast was Defensie ook op enkele tijdelijke locaties aanwezig, die waren aangewezen als te bewaken en beveiligen militair object. Dit gebeurde door bewapende militairen. Dit deden zij samen met de politie en waar nodig met de marechaussee.
Tijdens de opbouw, inzet en afbouwperiode waren er dan vaker militairen in de omgeving te zien, die bezig waren met bevoorraden, onderhoud en inzet. Defensie hield daarbij zoveel mogelijk rekening met de omgeving, en stemde eventuele gevolgen af met lokale overheden of civiele gezagsdragers. Wanneer nodig werd informatie met de omgeving gedeeld.