Toespraak luitenant-generaal Mario Verbeek bij het KNIL-monument op Bronbeek

Toespraak van luitenant-generaal Mario Verbeek bij het KNIL-monument op Bronbeek in Arnhem op 4 mei 2021.

Geachte burgemeester Marcouch, geachte bewoners van Bronbeek, geachte genodigden,

Vandaa 4 mei herdenken wij alle mannen en vrouwen, jong en oud, die hun leven gaven voor onze vrijheid.

Wij doen dat vandaag met elkaar bij het KNIL-monument (de basis van Bronbeek).

We leggen straks bloemen bij de grote monumenten op dit landgoed van de Japanse Vrouwenkampen, jongenskampen, zeetransporten, de Birma-Siam en Pakan Baroe spoorweg, de slag in de Javazee, gevallen Arnhemmers, Papua’s, en anderen.

Geachte aanwezigen,

Wat fijn om u allen te zien. Wat fijn om hier met u te kunnen en te mogen herdenken.

Waarom herdenken we eigenlijk?

Herdenken is herinneren. Het betekent niet weg kijken. Verantwoordelijkheid nemen.

Herdenken is daarmee letterlijk opnieuw denken, niet alleen als functie van het individuele brein, maar ook en vooral van onze collectieve maatschappij.

Herdenken geeft ons daarbij de opdracht het spoor van de geschiedenis niet te laten vervagen en gaat uit van de vaststelling dat het verleden niet voltooid is.

Op 4 mei vertellen we elkaar vaak verhalen. Verhalen die er toe doen met als doel de herinnering levend te houden. Ons te leren niet te ontkennen. Ons te doen beseffen dat vrijheid een werkwoord is.

Veel verhalen gaan bij herdenken terecht over de gruwelen waarbij hele bevolkingsgroepen werden beoordeeld op hun afkomst en mensen niet werden beoordeeld naar wie of wat hij of zij als individu is.

Verhalen die ons tot op de dag van vandaag raken, verhalen die ons nog steeds verbijsteren maar ook nieuwe vragen oproepen.

Weten we wie we zijn? Hoe tolerant zijn we als 'het andere' dichterbij komt? Weten we hoe sterk we zijn als het tegenzit?

Wellicht zijn wij meer dan gewenst of gehoopt vatbaar voor verleiders die ons komen vertellen wie wij zijn en wie wij moeten vrezen.

Geen herdenken zonder dit angstige vermoeden, zo sprak Arno Grunberg in de Nieuwe Kerk een jaar geleden. Woorden die ik vandaag bewust opnieuw laat doorklinken.

Niets is immers vanzelfsprekend. Niet ons denken. Niet ons doen. En zeker niet onze vrijheid.

Dat verlies van vrijheid elk moment kan optreden werd voor velen van ons het afgelopen jaar letterlijk voelbaar. Corona heeft de wereld om ons heen, heeft uw en mijn wereld doen veranderen.

Ik herinner mij nog goed 4 mei vorig jaar, met onze koning op een lege dam.

Herdenken werd toen, door de zichtbare en voelbare leegte in stilte, juist intenser dan ooit.

Ook hier op dit fraaie landgoed in Arnhem werd u als bewoner letterlijk stukje bij beetje door het onzichtbare virus van uw vrijheid beroofd. De poorten sloten zich letterlijk om u heen en het zo nodige contact met anderen kwam pijnlijk op grote afstand te staan.

De coronamaatregelen hebben gelukkig in algemene zin goed gewerkt maar hebben niet voorkomen dat een van onze bewoners, Gert Jan Alberts, tijdens een bezoekuur toch werd besmet met het COVID-19 virus. Hij overleed op 12 februari op 84-jarige leeftijd.

Machinist 1 olieman Gert Jan Alberts, geboren op 3 april 1936 in Purmerend, was drager van het herinneringskruis Nieuw Guinea. We denken met respect en verbondenheid vandaag aan jou. En eren in jou alle andere verloren kameraden.

Geachte aanwezigen,

Laten we vandaag in onze herdenking op deze mooie plek in Nederland met elkaar kracht vinden.

Kracht vinden in een tijd die steeds sneller lijkt te gaan.

Van het bord 'verboden toegang voor Joden' bij de ingang van Park Sonsbeek hier niet zo ver vandaan, naar de haatberichten op Twitter, Facebook, Instagram en andere social media.

Het voelt als een kleine, snelle alsook ingewikkelde stap in onze open en kwetsbare samenleving. Een samenleving waar iedere mening moet kunnen worden geuit. Vrijheid voedt zich immers door tolerantie.

Juist nu op anderhalve meter van elkaar, met een coronapaspoort op komst. Juist nu vragen we ons af hoeveel vrijheid individuen in een samenleving kunnen hebben en hoeveel vrijheid ze mogen hebben.

Als we straks even met elkaar stil zijn, dan kunnen we als we goed naar ons zelf luisteren, juist in deze stilte zacht de antwoorden horen.

In de overtuiging dat herdenken in stilte onze wijsheid voedt.

Dank u wel.