Defensie goed voor 34 lintjes!

Ze zetten zich in voor Defensie. En daarmee voor vrede en veiligheid. Vaak combineerden ze dat met tal van andere activiteiten op vrijwillige basis. 34 (oud-)defensiemedewerkers kregen hiervoor vandaag een koninklijke onderscheiding. Minister Ruben Brekelmans reikte er in Den Haag 9 persoonlijk uit. De anderen kregen het lintje van de burgemeester in hun woonplaats.

Een van de gedecoreerden was eerste-luitenant buiten dienst Ton Monster. Hij zet zich met passie in voor veteranen van de luchtmobiele brigade en hun thuisfront. “Als een veteraan u nodig heeft, loopt u een stapje harder. Ongeacht het tijdstip van de dag”, zei Brekelmans. Zo belde de politie u op zondagavond over een veteraan die in de problemen zat. Die wilde alleen met u spreken. U stapte onmiddellijk in de auto en voorkwam verdere escalatie van de situatie.

Monster onderhoudt ook warme contacten met nabestaanden van gesneuvelde militairen. Daarnaast zette hij verschillende projecten op om veteranen die zijn vastgelopen in het leven een zinvolle dagbesteding te geven. Een voorbeeld is een winkeltje op de kazerne in Schaarsbergen, gerund door veteranen.

Brekelmans: “U bent loyaal, integer én een enorme inspirator. Mede door uw inzet zijn vele veteranen en nabestaanden geholpen. Daarom heeft het Zijne Majesteit behaagd u te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.”

Militaire geschiedenis

Ook bij professor Wim Klinkert speldde de minister een koninklijke onderscheiding op. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Dit voor zijn verdiensten voor het vakgebied militaire geschiedenis.

“Dankzij mensen zoals u hebben we een beter begrip van ons verleden. En dat helpt om deze onzekere tijden beter te duiden”, aldus Brekelmans. “De sterke officieren die nu voor ons klaar staan, zijn mede gevormd door uw onvermoeibare inzet, wijsheid en toewijding.” Met de aspirant-officieren bezocht Klinkert slagvelden en oorlogsgraven. En besprak daar de morele dilemma’s van de militair.

Klinkert was actief in vele stichtingen en verenigingen. Daarnaast gaf hij veteranen uit binnen- en buitenland duiding van militaire operaties waaraan zij deelnamen. Zo hielp hij hen om beladen ervaringen te verwerken.

De gedecoreerden

De gedecoreerden:

Ridder in de Orde van Oranje-Nassau:
de heren W.H. van Anen, J.G.S. van den Boogaard, F.J.M. Dirks, H.A.J.M. Jacobs, A.G. Haasjes, P.L.J. Klijn, W. Klinkert, P.C.J. Mensink (bij bevordering), generaal-majoor b.d. A. Tieland en de heren F.T.C. Voogt en J.M.M. van der Werf.

Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden:
Majoor J. Bagijn, eerste-luitenant E. Feijten, luitenant-ter-zee der eerste klasse K.M. Heemskerk-van Nelfen, luitenant-kolonel J.M. Jansen, kapitein-luitenant-ter-zee E.C.L. Jolink.

Lid in de Orde van Oranje-Nassau:
de heren W.M.M. van den Berg, A. van Gils, A.M. Hoogstrate, F. Horst, mevrouw G.E.C. van Melick-Schroeders, eerste-luitenant T.A. Monster, mevrouw P. IJdo, de heren M.W.M. Schriks, A.J.M. van Uffelen en R.J. Zevenhuizen.

Lid in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden:
ritmeester G.J. Castelijns, luitenant-kolonel b.d. E.P. Doomernik, adjudant R. Jansen, luitenant-kolonel J.S. Kleinkramer, korporaal J.H. Koppelaar, luitenant-ter-zee der tweede klasse P.H. Kuiper, sergeant R. Lentjes en korporaal eerste klasse S.D. Statie.

Genoemde onderscheidingen zijn aangevraagd door tussenkomst van het ministerie van Defensie.