Impact levering militaire goederen Oekraïne op krijgsmacht acceptabel

Het leveren van militaire goederen aan Oekraïne heeft gevolgen voor de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht, maar is nog steeds te verantwoorden. De leveranties hebben geen directe gevolgen voor de Nederlandse bijdrage aan bondgenootschappelijke verdediging en de missies die Nederland uitvoert in het buitenland. Dit schrijven minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat in een brief aan de Tweede Kamer.

Impact beperken

Om te besluiten welk materieel Defensie wel en niet kan leveren, kijkt de krijgsmacht eerst of het de gevraagde goederen zelf heeft en kan missen. Hierbij heeft materieel dat al aangemerkt staat voor afstoting de voorkeur, omdat dit geen invloed heeft op het opleidingsniveau en- getraindheid van militairen. Een andere optie waar Defensie gebruik van maakt is het kopen van militaire goederen bij de industrie om het aan Oekraïne te schenken. Tot slot levert Defensie in een beperkt aantal gevallen ook materieel dat wel door de krijgsmacht zelf gebruikt wordt.

Van alle leveringen brengt de CDS in kaart wat de consequenties zijn voor (1) opleiding en training van eigen personeel, (2) voorraadniveaus en (3) doorontwikkeling van de krijgsmacht. Hierbij kijkt Defensie ook naar maatregelen om de eventuele impact op te vangen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het versneld aanvullen van voorraden.

Een relatief kleine hoeveelheid materieel komt uit de voorraden van de krijgsmachtdelen. Ondanks dat ook hiervan de impact als acceptabel is beoordeeld, is dit vaak wel moeilijk voor Defensiemedewerkers om te zien. De krijgsmacht is immers nog niet op orde en de militairen hebben dit materieel soms zelf ook nodig om hun werk goed te kunnen doen. Een voorbeeld hiervan was de levering van de Pantserhouwitsers die aanvankelijk op weerstand bij een aantal medewerkers van de landmacht stuitte. Deze bezwaren zijn meegenomen in de besluitvorming. Defensie heeft een zorgvuldige weging gemaakt van de impact van de levering op de gereedheid. Gezien de huidige omstandigheden en de urgentie van het Oekraïense verzoek is deze impact acceptabel. Doorslaggevend was dat het gaat om 5 systemen uit de logistieke reserve, waardoor de impact op de directe taakuitoefening van de Nederlandse landmacht gering is. Ook na de levering van de 5 artilleriestukken aan Oekraïne, heeft de landmacht nog voldoende Pantserhouwitsers om vanuit die operationele reserve de vuurkracht op land te versterken. 

Wat kan Defensie nog meer leveren?

De mogelijkheden voor Defensie om meer materieel te leveren nemen af. Daarom onderzoekt Defensie de mogelijkheden om meer militaire goederen bij de industrie te kopen en te schenken aan Oekraïne. Ook kan Defensie blijven leveren door intensief samen te blijven werken met internationale partners.

Defensie dient waar mogelijk de uitgaven via het ministerie van Financiën in bij de Europese Unie. De EU compenseert een deel van de door Nederland gemaakte kosten. Defensie gebruikt dit geld om de slagkracht en het voortzettingsvermogen van de krijgsmacht te herstellen.