IJzige kou krijgt landmachtmilitairen in Litouwen niet klein

Met het einde van hun rotatie in zicht, kregen Nederlandse landmachtmilitairen in Litouwen de afgelopen dagen nog even een zware training. Zij hielden letterlijk en figuurlijk het hoofd koel tijdens schietoefeningen ver onder het vriespunt.

Vergroot afbeelding Een militair ligt in de sneeuw en kijkt door het vizier van zijn schietwapen.
De zogeheten marksmen schoten op doelen 400 meter verderop.

Je moet het maar kunnen met een thermometer die -10 graden aangeeft. Onder tijdsdruk het doel treffen, dat ruim 400 meter verderop staat. Met gevoelloze vingers en een van de kou rillend lijf. Niet bepaald ideale omstandigheden om te schieten. De langeafstandsschutters, zogeheten marksmen, van 43 Gemechaniseerde Brigade gingen de uitdaging aan.

Gevoelloze trekkervingers

De marksmen schoten met de Heckler & Koch 417, een semi-automatisch precisiewapen voor de langere afstand. Ook werd er getraind met de Glock 17, waarbij gevoelloze trekkervingers het schieten flink bemoeilijkten.

De laatste loodjes wegen ook in Litouwen het zwaarst. Hoewel de militairen vanaf begin januari stapsgewijs weer terug naar Nederland gaan, moeten zij vrienden en familie tijdens de feestdagen missen. “Dat weet je van tevoren, maar realiseer je je nog eens extra op deze momenten”, zegt een van de militairen.

Vergroot afbeelding Een militair in besneeuwd landschap richt zijn wapen op een houten bord, met daarop persoonssilhouetten op papier.
Ook werd met de Glock geschoten.

Russische dreiging

De brigade, momenteel 270 man sterk, maakt deel van uit de zogeheten enhanced Forward Presence (eFP). De 4 eFP’s in de Baltische staten en Polen beschermen de oostgrens van de NAVO en hebben een afschrikwekkende werking tegen Russische agressie. In de praktijk wordt er intensief getraind, vaak in multinationaal verband met andere aanwezige NAVO-partners.

Die dreiging is in tijden niet zo serieus geweest als nu. Alleen speelt die zich vooral richting Oekraïne af, een stuk zuidelijker dan waar de Nederlandse militairen zitten. Het is in de wandelgangen voer voor gesprek. “Het heeft de aandacht”, zo luidt de officiële lezing.