Meer militaire medische professionals na 25-jarige ‘ziekenhuisrelatie’
Het aantal chirurgische teams van Defensie groeit. Bij een conflict kunnen de teams direct aan de slag om gewonde militairen de best mogelijke zorg te bieden. Dat regelt het Instituut samenwerking Defensie en Relatieziekenhuizen (IDR). Vandaag viert het 25 jaar partnerschap met civiele ziekenhuizen.
Defensie beschikt over een pool van medische professionals met militaire training. Het gaat om chirurgen, anesthesiologen, anesthesiemedewerkers, OK‑assistenten en IC/SEH‑verpleegkundigen.
Die beroepsmilitairen werken in 14 relatieziekenhuizen, verspreid over het land. Op die manier houden ze hun vaardigheden op peil. Tegelijkertijd beschikken die ziekenhuizen over extra personeel waar ze niet voor betalen. Ook doen de ziekenhuizen bijzondere kennis en ervaring op het gebied van traumazorg op.
Uitwisseling van personeel
Als tegenwicht voor het extra personeel dat de ziekenhuizen van Defensie krijgen, wordt zorgpersoneel in de ziekenhuizen gevraagd reservist te worden. Die leidt het IDR met zijn instructiegroep zelf op tot reservist. Tegelijkertijd zorgt het IDR ervoor dat de medische militairen elk jaar hun ‘groene’ vaardigheden onderhouden. Ze trainen met focus op hoofdtaak 1 en beoefenen hun medische skills dagelijks.
Missies
Teams die uit beroepsmilitairen en reservisten bestaan, ondersteunen militaire missies in het buitenland. Ze waren afgelopen jaren bij vele operaties betrokken, van Bosnië tot Afghanistan, van de Afrikaanse kust tot Irak. Tijdens die uitzendingen is veel geleerd. Keer op keer heeft het IDR‑team het verschil gemaakt, maar daarbij liepen sommige leden wel krassen op. Ook de corona-pandemie heeft diepe sporen achtergelaten.
De 14 relatieziekenhuizen zijn Haaglanden MC in Den Haag, Erasmus MC en Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam, Leids UMC in Leiden, NWZ Groep Alkmaar, Amsterdam UMC, Frisius MC, UMC Utrecht, Gelre Ziekenhuizen in Ede, Radboud MC in Nijmegen, UMC Groningen, Medisch Spectrum Twente in Enschede, Máxima MC in Eindhoven en Maastricht UMC.