NAVO-ministers: “Op elk moment en op elke plek kunnen reageren op dreigingen tegen het verdragsgebied”

De afgelopen 2 dagen spraken de ministers van Defensie van de NAVO-landen in Brussel over diverse onderwerpen. Finland en Zweden waren als ‘genodigden’ ook aanwezig bij de sessies. Tijdens de NAVO-top in Vilnius, in juli dit jaar, zullen finale besluiten worden genomen.

Vergroot afbeelding De minister in gesprek met collega's.
Minister Ollongren steunt de komst van een nieuw NATO Force Model.

Op de agenda stond uiteraard ook de situatie in Oekraïne, maar ook hoe het bondgenootschap naar aanleiding van de verslechterde veiligheidssituatie de afschrikking en verdediging versterkt. Hiervoor hebben de militaire commandanten van de NAVO en de bondgenoten de laatste maanden gewerkt aan een voorstel voor een nieuw NATO Force Model. Dat heeft als doel in het hele bondgenootschap meer troepen op een hogere gereedheid te hebben. Het merendeel van deze troepen is gestationeerd in het thuisland en is op afroep beschikbaar met verschillende reactietijden.

“Het bondgenootschap dient te beschikken over voldoende snel inzetbare militaire capaciteiten voor alle 3 de kerntaken van de NAVO. We moeten zorgen dat we op elk moment en op elke plek kunnen reageren op dreigingen tegen het verdragsgebied. De oorlog in Oekraïne maakt dat pijnlijk duidelijk”, aldus minister Ollongren. Het NATO Force Model moet tijdens de NAVO-top in Vilnius in juli officieel bekrachtigd worden.

Vergroot afbeelding Vergaderzaal van de NAVO.
In Brussel werd de basis gelegd voor de top in Vilnius in juli.

2%-norm

Ook de 2%-norm kwam ter tafel. Tijdens de NAVO-top in Vilnius besluiten bondgenoten over hoe de versterking van de noodzakelijke afschrikking en verdediging van het NAVO-verdragsgebied gefinancierd wordt.

Nederland voldoet in 2024 aan de 2%-norm. Minister Ollongren pleit vooral voor zekerheid over langdurig stabiel financieren zodat Nederland langjarig de investeringen kan doen die nodig zijn voor de eigen veiligheid.

De minister onderstreepte ten slotte tijdens de ministeriele ook het belang van een grotere coördinerende rol van de NAVO bij de bescherming van onderzeese vitale infrastructuur. Nederland steunt het voorstel voor een centraal informatieknooppunt voor monitoring en bescherming van deze infrastructuur. Via dit initiatief wisselen overheden en de private sector informatie uit. Nederland pleit daarbij voor nauwe samenwerking met de EU en met de industrie.

Vergroot afbeelding Minister Kajsa Ollongren met verschillende microfoons voor haar tijdens het interview.
De minister besprak onder meer de levering van meer materieel aan Oekraïne.

Overleg over Oekraïne

Een dag eerder kwam de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) al bij elkaar. Hierbij was ook de Oekraïense minister van Defensie aanwezig. Hij informeerde de meer dan 50 aanwezige landen over de laatste stand van zaken aan het front. Duidelijk is dat Rusland blijft doorgaan met grootschalige militaire agressie.

De UDCG-landen willen Oekraïne onverminderd bij blijven staan. De gevechten worden intensiever en Oekraïne bereidt zich voor op een offensief. Tijdens de bijeenkomst spraken zij over de noodzaak tempo te maken met het leveren van wapens om de Oekraïense verdediging verder te versterken. Dat moet gebeuren door luchtafweer, pantservoertuigen, artillerie en munitie te leveren. Ook moderne gevechtstanks kwamen in Brussel ter sprake. Nederland maakt deel uit van een coalitie die deze samen met onder meer Duitsland, Polen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten gaat leveren. Nederland draagt onder andere bij met munitie.