NAVO-landen trekken samen op bij aanschaf materieel voor versterking Defensie

De NAVO-bondgenoten gaan nog meer samenwerken bij het gezamenlijk aanschaffen van militair materieel. Het doel is om meer gezamenlijke standaarden te ontwikkelen. Materieel dat voldoet aan deze eisen is sneller en eenvoudiger te produceren. Daarnaast bevordert het werken met hetzelfde materieel ook de inzet in gezamenlijke operaties en biedt het schaalvoordelen. Minister Kajsa Ollongren ondertekende hiervoor vandaag in Brussel verschillende overeenkomsten en intentieverklaringen.

Vergroot afbeelding Ministers ondertekenen documenten.
Minister Ollongren zette als een van de vele ministers haar handtekening.

Zo doet Nederland mee met 10 NAVO-bondgenoten bij het opstellen van eisen voor grondgebonden luchtverdediging. Het zogeheten memorandum of understanding (MoU) moet op termijn zorgen voor gezamenlijke eisen op het gebied van luchtverdediging, met name wat betreft command & control. Dit is een van de essentiële componenten van een luchtverdedigingssysteem. Hiermee worden de systemen van verschillende leveranciers namelijk met software en interfaces aan elkaar gekoppeld.

Naast Nederland zetten vandaag Denemarken, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Italië, Noorwegen, Slovenië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hun handtekening. Door het opstellen van gezamenlijke eisen willen de bondgenoten de luchtverdediging op bepaalde onderdelen uitwisselbaar maken, wat de samenwerking bevordert.

In het MoU gaat het specifiek om componenten voor grondgebonden luchtverdediging op zeer korte afstand (tot 5 kilometer), korte afstand (5-10 kilometer) en middellange afstand (minimaal 25 kilometer). Maar ook om systemen die kunnen optreden tegen raketten, artillerie en mortieren.

Heldere eisen

Minister Ollongren: “Nederland investeert, net als andere NAVO-bondgenoten, fors in haar krijgsmacht. Door vooraf samen heldere eisen en gezamenlijke standaarden te formuleren, stellen we de industrie in staat om efficiënter te produceren. Zo gaan we fragmentatie tegen en verbeteren we de interoperabiliteit. Bovendien krijgen onze militairen het hoogwaardige materieel dat ze nodig hebben.”

AWACS-vliegtuigen

Verder is gesproken over de vervanging van de huidige 14 AWACS-vliegtuigen van de NAVO. Deze toestellen bewaken het Europese luchtruim. Zij bereiken in 2035 het einde van hun levensduur. Nederland is een van de landen die mee wil doen aan de versnelde vervanging van deze radarvliegtuigen. De toestellen zijn in het Duitse Geilenkirchen gestationeerd. Het vervangen van de toestellen zal de geluidsoverlast in Limburg verminderen.

Munitie

8 landen sluiten zich aan bij het Multinational Ammunition Warehousing Initiatives (MAWI)-project, een Belgisch initiatief. Dit is een samenwerking voor de opslag en distributie van munitie. Het totaal aan landen komt daarmee op 20. Nederland doet al 2 jaar mee. Het eerste opslag- en distributiepunt is vorig jaar in Estland geopend. Daarnaast treedt Roemenië toe tot een project voor de verwerving en life-cycling management van essentiële munitiesoorten in het landdomein.

Ruimte

De komende jaren zet de Nederlandse krijgsmacht nadrukkelijk in op intensivering van samenwerking binnen de NAVO en de EU op het gebied van ruimte. Naast Nederland willen nog 13 andere landen hieraan bijdragen.