Nederland sluit 10-jarige veiligheidsovereenkomst met Oekraïne

Nederland maakte op 12 juli vorig jaar bekend om, net als de G7, met Oekraïne afspraken te gaan maken over veiligheid, zogeheten veiligheidsarrangementen. Dit gebeurde tijdens de NAVO-top in Vilnius. Sindsdien is Nederland met Oekraïne in gesprek om hier invulling aan te geven. De veiligheidsovereenkomst bevat onder meer afspraken over militaire steun voor de middellange en lange termijn en de samenwerking voor het verstevigen van de defensie-industrie. Daarnaast gaan ze over het vergroten van de (cyber-)weerbaarheid van Oekraïne en het versterken van de interoperabiliteit van het Oekraïense leger met de NAVO.

Ollongren: “Oekraïne vecht niet alleen voor haar vrijheid en veiligheid, maar ook voor die van ons, voor heel Europa. Met de veiligheidsovereenkomst die wij als kabinet vandaag aankondigen maken wij met Oekraïne afspraken over de gezamenlijke vrijheid voor de komende 10 jaar. Oekraïne moet ervan op aan kunnen dat zij niet alleen op de korte, maar ook de lange termijn op onze steun kan rekenen. Nederland steunt Oekraïne, samen met internationale partners, met de versterking van de IT-infrastructuur en traint Oekraïens defensiepersoneel op meerdere terreinen. Met deze veiligheidsovereenkomst geeft Nederland ook een sterk signaal af aan het Kremlin.”

Nederland leverde tot nu toe ruim € 2,8 miljard aan militaire steun

Tot nu toe leverde Nederland ruim € 2,8 miljard aan militaire steun, meldt het kabinet vandaag ook in een brief aan de Tweede Kamer. Die steun bestaat uit financiële bijdragen aan internationale fondsen, zoals het International Fund for Ukraine. Maar ook uit de levering van wapens, munitie en materieel direct aan Oekraïne (vanuit eigen voorraad en samen met de industrie). Daarnaast bestaat de steun uit leveringen samen met diverse coalities van partnerlanden. Dat gebeurt in nauw overleg met Oekraïne en bondgenoten.

Oekraïne heeft de Russische agressor sinds de invasie zware verliezen toegebracht, aan het front, in de lucht en rond en in de Zwarte Zee. Desondanks is de situatie op de grond nog steeds zeer zorgwekkend. Om Poetins troepen te verdrijven heeft het land grote behoefte aan materieel en vooral munitie om effectief te kunnen opereren. De internationale steun speelt daarbij een cruciale rol.

“Veiligheid en vrijheid zijn niet gratis”, zegt Ollongren. “Oekraïne moet Rusland verslaan. We weten wat de Russische agressor aanrichtte in de gebieden die Oekraïne sinds de zomer heeft weten te bevrijden. We kunnen ons zo een voorstelling maken van wat nu mogelijk gebeurt in de bezette gebieden in het oosten en zuiden. Daarom steunen wij Oekraïne in hun strijd. Het is essentieel om de militaire steun aan Oekraïne te continueren en te intensiveren, niet in de laatste plaats omdat Oekraïne ook voor onze vrijheid vecht.”

24 F-16-toestellen

Nederland geeft samen met Denemarken en de Verenigde Staten leiding aan de luchtmachtcoalitie van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG). Het kabinet heeft besloten 24 F-16-toestellen gereed te stellen voor levering. Om de vliegtuigen inzetbaar te houden werkt Defensie in deze coalitie ook aan een breed ondersteuningspakket met reserveonderdelen en munitie.

Trainingen

Nederland heeft bijgedragen aan 24 verschillende opleidingstrajecten. Het gaat onder meer om basistrainingen, zoals Interflex. Hierbij zijn tot nu toe bijna 35.000 Oekraïense militairen klaargestoomd voor de strijd in hun land. Momenteel wordt Oekraïens marinepersoneel in Nederland getraind op de mijnenjagers die vanaf 2025 beschikbaar komen voor de Oekraïense marine.

Verder leverde Nederland een bijdrage aan specialistische opleidingen en aan collectieve compagnie-, bataljons-, en staf- en leiderschapstrainingen.

De minister is trots op het werk dat Defensie doet om Oekraïne te ondersteunen. “De afgelopen 2 jaar heeft Defensie op alle niveaus en op verschillende locaties hard gewerkt om steun te organiseren voor Oekraïne. Ik ben dankbaar en zeer trots op deze collega’s en op alles wat zij gepresteerd hebben, terwijl we tegelijkertijd hard werken aan de versterking van de krijgsmacht.”