4 broers krijgen postuum eerbetoon

De broers Piet, Tinus, Cees en Leo Grootendorst werden vandaag postuum onderscheiden voor hun inzet tijdens onder meer de Tweede Wereldoorlog. Riet, de 86-jarige weduwe van Leo, ontving het Nederlands Nieuw-Guinea-kruis uit handen van Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Martin Wijnen. De andere medailles werden in ontvangst genomen door de kinderen van de 3 broers. Dit gebeurde op de Kromhout Kazerne in Utrecht.

Vergroot afbeelding Een BS-ploeg in actie in Amsterdam met onder meer een Duitse Panzerfaust.
Beeld: ©Beeldbank WOII - Verzetsmuseum Amsterdam
Een BS-ploeg in actie in Amsterdam. Geen van de gedecoreerden staat op de foto.

De broers kwamen alle 4 ter wereld in Berkel en Rodenrijs. De oudste, Piet (12-06-1923), begon zijn militaire loopbaan bij de Binnenlandse Strijdkrachten (BS). Hier diende hij van 5 september 1944 tot en met 16 september 1945. In deze periode was hij onder meer bewaker bij Kamp Duindorp te Scheveningen. Dit was in mei 1945 ingericht als een bewarings- en verblijfskamp voor NSB-ers die werden ingezet om de wijk te herstellen. Piet Grootendorst kreeg postuum het Mobilisatie-Oorlogskruis en de Herinneringsspeld Binnenlandse Strijdkrachten.

Vergroot afbeelding Armband Binnenlandse Strijdkrachten (BS) met blauwe banen en het woord 'oranje' daar in een oranje baan tussenin.
Armband Binnenlandse Strijdkrachten.

Tinus

Tinus (19-10-1924) begon op dezelfde dag als zijn broer bij de BS, maar hij bleef uiteindelijk tot 1 november 1979 verbonden aan Defensie. Die dag ging hij als adjudant bij de marechaussee met FLO. In de tussenliggende periode maakte hij veel mee. Om te beginnen de 1e politionele acties. Op 8 augustus 1945 meldde Tinus zich als oorlogsvrijwilliger aan bij het Regiment Stoottroepen.

Op 21 juli 1947 trok zijn bataljon in Indonesië  op naar Praboemoelih en het olieveld bij Tjalangdimar (Operatie Limburg). Op 2 augustus werd met succes een tegenaanval afgeslagen van de TNI, Soekarno’s Indonesische leger. Tijdens zijn verblijf in Indië kwamen 24 man van het bataljon om. Ook 1 van Tinus’ kameraden sneuvelde. Terwijl ze een patrouille door de sawa liepen werd de jongen voor zijn neus door een sniper doodgeschoten. Dit maakte grote indruk op hem. Terug in Nederland kreeg hij op 18 maart 1948 het Ereteken voor Orde en Vrede toegekend. Begin mei 1948 ging hij bij de marechaussee. Zijn familie ontving vandaag voor hem een Trouwe Dienst Medaille (12 en 24 jaar), het Mobilisatie-Oorlogskruis en de Herinneringsspeld Binnenlandse Strijdkrachten.

Cees

Cees (1-1-1926) werd op 5 november 1946 als dienstplichtig soldaat ingelijfd bij het 4e Bataljon van het 12e Regiment Infanterie. Op 23 mei 1946 vertrok hij naar Nederlands-Indië. Net als broer Tinus nam ook Cees deel aan Operatie Limburg. Op 22 juli 1949 liep Cees met een patrouille in een hinderlaag. Cees raakte bovendien door scherven gewond aan zijn benen nadat iemand op een mijn stapte. Hij werd  gerepatrieerd en verbleef van 10 februari tot 4 april 1950 in het Militair Herstellingsoord te Doorn, nu het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg. De versierselen behorende bij het Ereteken Orde en Vrede werden vandaag aan zijn nabestaanden uitgereikt.

Leo

Het lijkt er op dat zijn broers Leo (8-10-1933) enthousiast hadden gemaakt voor Defensie. Want al op zijn 15e meldde hij zich bij het Marine Opkomst Centrum in Voorschoten. Na afronding van de opleiding Radio Afstandpeiler Plot der tweede klasse volgde plaatsing aan boord van Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau. Hiermee vertrok hij op 21 april 1951 voor 9 maanden naar Nieuw-Guinea. Terug in Nederland volgde onder meer een plaatsing op de Hr.Ms. Kortenaer van 8 juni 1953 tot 8 oktober 1954. In deze periode volgde hij ook de opleiding voor opleiding Radio Afstandpeiler Plot der eerste klasse. Leo ging met eervol ontslag op 1 april 1956. Zijn nabestaanden kregen vandaag het Nederlands Nieuw-Guinea Herinneringskruis.