Toespraak CDS tijdens herdenking 25 jaar Herculesramp

De toespraak van Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim op 15 juli 2021 tijdens de herdenking van de Herculesramp, van 25 jaar geleden.

We hoorden net de klanken van de trompet... die langzaam wegebden in de stilte.

De stilte, die luider klinkt dan menig woord of lied.

2 minuten.

Voor uw kind.

Uw broer. Zus.

Vriend. Vriendin.

Uw geliefde.

34 bijzondere en jonge mensen, die niet meer bij ons zijn.

Ze worden hard gemist.

Nog iedere dag.

Ik ben dankbaar dat ik vandaag in uw midden mag zijn om hen samen met u te gedenken.

Toen ik het nieuws over de ramp hoorde, werkte ik als Apache-vlieger in de Verenigde Staten.

7 tijdszones en ruim 8.000 kilometer van deze plek vandaan.

Een neergestort militair vliegtuig... op de Vliegbasis Eindhoven.

Het eerste ogenblik kun je het nog niet helemaal bevatten.

Daarna besefte ik: er wordt gehandeld.

De hulp is vlakbij.

Maar helaas hielp het niet...

De enorme impact van het ongeval werd pas veel later pijnlijk duidelijk.

Hoe moeilijk moet dit voor u zijn geweest, 25 jaar geleden.

Het moment dat u hoorde dat het toestel met uw dierbare niet op de baan landde, maar ernaast ter aarde stortte.

De grote onzekerheid.

Het langzaam indalende besef.

Het immense verdriet.

De rouw. De onmacht. De woede...

De moeizame reactie van onze organisatie toen maakte het voor u nog lastiger.

Uw littekens, zichtbaar en onzichtbaar, zijn blijvend.

Net als voor sommige collega’s, die het afschuwelijke ongeval meemaakten en hier ook vandaag aanwezig zijn.

Hulpverleners die met de kennis van dat moment, vol overgave hun mouwen opstroopten en deden wat er van hen verwacht mocht worden.

Dat later bleek dat er veel meer mensen in de Hercules zaten dan zij wisten, is voor sommigen iets waar zij tot op de dag van vandaag mee worstelen.

En ik zie ook de strijd van de overlevenden.

Stuk voor stuk ontzettend sterke en positieve mensen, met een enorm doorzettingsvermogen, die hun leven weer moesten opbouwen, vanaf de grond af aan.

En dat terwijl de gedachte hen maar niet los liet: waarom mag ik nog leven... en mijn kameraden niet meer?

Alles veranderde in 1 klap, deze dag in 1996.

Voor u allen.

En hoe moeilijk is het nog steeds.

Ik weet dat het voor sommigen nog voelt als de dag van toen.

Dat de spanningen in uw lichaam weer oplopen als deze herdenking nadert.

Maar ik zie ook hoe verbonden u bent.

Hoe u als lotgenoten, met steun van de Stichting Herculesramp, samen de herinneringen aan uw dierbaren levend houdt.

Hoe u troost vindt bij elkaar, en tegelijkertijd een voorbeeld bent voor elkaar, en nog vele anderen. Want niemand kan zo’n groot verlies alleen dragen.

Je put kracht uit de band die je samen deelt, door de gebeurtenissen die je samen hebt meegemaakt.

Hoe vreselijk deze ook zijn.

Militairen herkennen dit ook.

Zij gaan voor elkaar door het vuur.

Soms letterlijk.

Uit het nummer dat zo dadelijk wordt gespeeld, komt de zin:

‘We are all one great band of brothers’.

Uw dierbaren deelden die ongelofelijk sterke militaire band.

Of ze nu van de Belgische luchtmacht, of van de Nederlandse landmacht waren.

En daarnaast deelden de meesten van hen, als musici van het Fanfarekorps, de passie voor muziek.

De muziek, die ook u allen hier dichter tot elkaar brengt.

Ieder jaar weer... en ieder jaar meer.

Dames en heren,

Zoals burgemeester Jorritsma ook aanhaalde, wordt de Herculesramp vaak een vergeten ramp genoemd.

Maar u zult het nooit vergeten.

En ook wij zullen het nooit vergeten.

Uw dierbaren blijven in onze herinnering.

Altijd.

Dank u wel.