Meest gestelde vragen en antwoorden over militair radarstation Herwijnen
Over het nieuw te plaatsen militair radarstation in Herwijnen zijn er op verschillende momenten vragen gesteld. Alle vragen en antwoorden staan, per thema, op deze pagina bij elkaar.
Nut en werking van een militair radarstation
Defensie werkt hard om Nederland veilig te houden. Dit doet Defensie bijvoorbeeld door het Nederlandse luchtruim te bewaken en militaire luchtoperaties te begeleiden. Hier zijn militaire radars voor nodig, die het Nederlandse luchtruim kunnen ‘bekijken’. Dit zijn de radars in Wier en Nieuw-Milligen. Deze radars zijn meer dan 40 jaar in gebruik, en aan vervanging toe. Als de radars het niet (goed) meer doen, kan Nederland niet goed worden beschermd. Daarom wil Defensie de radars zo snel mogelijk vervangen.
Een radar stuurt een signaal (puls) de lucht in. Zit er iets in de lucht, dan reflecteert het radarsignaal daar tegenaan. Het signaal kaatst dan terug naar de radar (echo). Een radarmedewerker hoort dan een piepje en/of ziet een stipje op zijn radarscherm.
Een radar kent 2 standen:
- Een roterende modus, waarbij de radar steeds ronddraait om om zich heen te kijken. De radar zendt dan een signaal (puls) uit, en luistert of er een reflectie (echo) terugkomt. Dit uitzenden en luisteren gaat de hele tijd door.
- Een starende modus, waarbij de radar tijdelijk kort 1 kant op kijkt. Tijdens een training, of nadat een object in de lucht is ontdekt, kan de radar op een ‘starende’ stand worden gezet. De radar draait dan niet rond, maar kijkt een korte periode 1 kant op. Bijvoorbeeld om een specifiek doel in de ruimte te bekijken om te bepalen of dit een vijandig object is.
Straling
Een radar is een stralingsbron die werkt met radiogolven. Een radar geeft, net als bijvoorbeeld elektriciteitsmasten, magnetrons en telefoons, niet-ioniserende elektromagnetische straling af. Dit is een andere soort straling dan ioniserende straling die in kerncentrales voorkomt of in ziekenhuizen worden gebruikt. Ioniserende straling heeft zoveel energie dat het cellen kapot kan maken. Niet-ioniserende straling van een radar heeft hier niet genoeg energie voor, en kan dus geen cellen kapot maken.
Infographic met uitleg over:
- ioniserende straling: extreem laagfrequente velden (ELF), radiofrequente velden (RF), infrarood licht;
- niet-ioniserende straling: ultraviolet licht, röntgenstraling, gammastraling.
Van militaire radars voor luchtruimbewaking komt niet-ioniserende elektromagnetische straling. Om mensen tegen teveel van deze straling te beschermen, zijn er grenzen gesteld aan de maximale stralingssterkte. De in Nederland geldende grenzen staan in normen van de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection (ICNIRP). In Nederland mogen dus elektromagnetische velden niet boven de limieten uit deze ICNIRP-norm komen.
De ICNIRP-norm kijkt onder andere op twee manieren naar straling:
- De piekveldsterkte, uitgedrukt in Volt per meter (V/m).
- De tijdgemiddelde veldsterkte, uitgedrukt in Volt per meter (V/m)?
Defensie houdt zich bij haar nieuwe radars aan de op dat moment geldende ICNIRP-richtlijnen.
Uit onderzoeken van TNO blijkt dat de SMART-L-radar in alle gevallen voldoet aan de ICNIRP-norm. Zowel voor de norm die op dit moment juridisch geldt (de norm uit 1998), als voor de nieuwe norm (uit 2020). Het Fraunhofer Instituut uit Duitsland bevestigt de conclusie van TNO. Ook de samengetelde straling van alle stralingsbronnen in Herwijnen (KNMI-weerradar, mobiele telefonie, de te verwachten 5G-infrastructuur, de navigatieradars van schepen op de Waal, in combinatie met een Defensieradar) blijft onder de norm.
Deze samengestelde straling komt maximaal tot 40% van de norm bij de dichtstbijzijnde woonunit in Herwijnen. Bij een samengestelde straling die boven 100% van de norm uitkomt, zou er meer samengestelde straling zijn dan volgens de norm mag. Bij de berekeningen is voor alle stralingsbronnen uitgegaan van het meest negatieve scenario, dus wanneer de straling het hoogst zou zijn, waarin alle bronnen tegelijkertijd op een object gericht zijn. In de praktijk komt dat echter vrijwel niet voor.
Een onafhankelijke, internationale groep wetenschappers (de International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection, afgekort ICNIRP) bepaalt de norm. Dit doen ze door al hun wetenschappelijke informatie, kennis en ervaring te gebruiken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Raad van de Europese Unie adviseren over het gebruik van de ICNIRP-norm. De Gezondheidsraad gebruikt deze internationale adviezen voor een landelijk advies. Zo komt er een norm waar veel steun voor is vanuit de wetenschap en politiek. Defensie vertrouwt hierop, en zorgt dat de straling van haar radars binnen de normen – en dus veilig – blijft.
Op dit moment geldt de ICNIRP 1998-norm in Nederland en wordt door de Rijksoverheid gewerkt aan de verankering van de ICNIRP-normen in wetgeving. (Inter)nationale gezondheidsorganisaties, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Raad van de Europese Unie en de Gezondheidsraad, gaven een positief advies over deze norm. In maart 2020 is 22 jaar aan wetenschappelijk onderzoek verwerkt tot een nieuwe ICNIRP 2020-norm. De Gezondheidsraad adviseert de blootstellingslimieten van de ICNIRP uit 2020 te gebruiken. De WHO en de Raad van de EU hebben hierover nog geen advies gegeven. In het rapport van de Gezondheidsraad van 2 september 2020 staat dat de Raad van de EU ernaar gaat kijken. Het is nog niet duidelijk wanneer dit gaat plaatsvinden.
Defensie heeft geen invloed op de geldende norm gehad en zal dit ook niet krijgen.
Niet-ioniserende straling van de SMART-L radar kan in potentie voor opwarming van het lichaam zorgen, zoals ook gebeurt wanneer je hardloopt of trap loopt. Maar dat kan alleen als de geldende ICNIRP-limiet wordt overschreden. De ICNIRP-richtlijnen hebben grote veiligheidsmarges. Dit om te voorkomen dat er (in de toekomst) een negatief gezondheidseffect optreedt, ook voor kwetsbare groepen zoals kinderen, vrouwen die zwanger zijn of ouderen.
Omwonenden van Herwijnen hebben vragen en zorgen over de hoeveelheid straling van een militair radarstation. Ook omdat er in Herwijnen een KNMI-weerradar en zendmasten voor mobiele telefonie staan (nu 4G, in de toekomst mogelijk 5G). Daarnaast zijn er navigatieradars van schepen op de Waal. In opdracht van Defensie onderzocht TNO wat er gebeurt als deze stralingsbronnen op hetzelfde moment straling afgeven. Dit blijkt onder de richtlijn te blijven van de Internationale Commissie voor niet-ioniserende stralingsbescherming (ICNIRP). Bij elkaar opgeteld komt de straling tot een derde van deze richtlijn. Hiermee houdt de Rijksoverheid zich aan de wet- en regelgeving. De hoeveelheid straling is dus geen reden om te stoppen met de plannen voor een militaire radar in Herwijnen.
Nederland houdt zich bij het beschermen tegen elektromagnetische velden (straling) aan de limieten van de ICNIRP. Deze commissie is goedgekeurd door de Wereldgezondheidsdienst. En de Europese Unie adviseert het gebruik van de ICNIRP-richtlijn. De fabrikant van de militaire radar (Thales) heeft berekend dat de straling van de radars niet boven de limieten van ICNIRP uitkomt. Uit de berekeningen blijkt dat er geen effect is op de gezondheid. TNO heeft gekeken hoe Thales de berekeningen maakte, en vond geen reden om hieraan te twijfelen.
Er is veel aandacht voor een mogelijk verband tussen straling en gezondheidsklachten. Verschillende organisaties doen hier onderzoek naar. Een overzicht van onderzoeken en hun resultaten staat op het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid (Kennisplatform EMV). Dit platform brengt organisaties met kennis van elektromagnetische velden samen met de organisaties die eerstelijns contacten hebben over dit onderwerp. In het Kennisplatform EMV werken organisaties samen als RIVM, TNO, GGD GHOR Nederland, Agentschap Telecom, DNV GL en ZonMw. De Gezondheidsraad heeft een adviserende rol. Het Kennisplatform is ook een aanspreekpunt voor mensen die vragen hebben of bezorgd zijn over straling.
Defensie heeft geen rol in de (wetenschappelijke) onderzoeken. Ze verwacht wel dat de politiek en de wetenschap de uitkomsten van toekomstige onderzoeken gebruiken voor een (maatschappelijk) debat. Op termijn kan de (ICNIRP-)normering hierdoor weer veranderen. Als dit gebeurt, houdt Defensie zich aan de nieuwe norm. Welke norm in Nederland ook geldt, Defensie zal zich er aan houden. En als dit niet gaat, neemt Defensie passende maatregelen, zodat alsnog aan de norm wordt voldaan.
Het met zekerheid kunnen uitsluiten dat een bepaald fenomeen of effect bestaat, is onmogelijk. Wel zijn er normen die rekening houden met gezondheid en wordt er continu onderzoek gedaan:
- Wetenschappers doen regelmatig onderzoek naar mogelijke effecten van elektromagnetische straling op de gezondheid. Soms leiden deze onderzoeken tot nieuwe inzichten. De ICNIRP-norm wordt dan aangepast.
- Uit onderzoeken van TNO blijkt dat de SMART-L-radar zal voldoen aan de geldende en herziene ICNIRP-richtlijnen. Volgens TNO, de GGD Gelderland-Zuid en het ALS-centrum (onderdeel van de Universiteit Utrecht) is er geen aanleiding om aan te nemen dat er een verband is tussen radarstraling en negatieve gezondheidseffecten of het voorkomen van de ziekte ALS in Herwijnen.
- Op dit momenteel wordt de SMART-L radar in Wier gebouwd en getest. Hierbij wordt de stralingsblootstelling gemeten in de omgeving van de radar. Defensie wil zeker weten dat deze niet boven de normen gaat uitkomen. Mocht de gemeten straling te hoog zijn, dan wordt de radar direct uitgezet en neemt Defensie passende maatregelen. Defensie praat met de leverancier van de radar (Thales) over een zelfde aanpak in Herwijnen. Dus met testen op locatie, voor de radar echt in gebruik gaat.
Verschillende organisaties, zoals de Gezondheidsraad, onderzoeken een mogelijk of potentieel verband tussen (radar)straling en negatieve gezondheidseffecten. Een overzicht van onderzoeken en hun resultaten staat op het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid. Het Kennisplatform verzamelt relevante onderzoeken en kennis op gebied van (radar)straling en is het aanspreekpunt voor mensen die vragen hebben of bezorgd zijn.
Locatie Herwijnen
De radars moeten het hele Nederlandse luchtruim kunnen bekijken. Daarom is het belangrijk de radarstations te verspreiden over Nederland. Op de locatie in Wier (Friesland) is een nieuwe radar neergezet. Later dit jaar gaat Defensie met deze nieuwe radar werken. De locatie in Nieuw-Milligen is niet goed genoeg meer. Er zijn heuvels in de buurt van Nieuw-Milligen. Daardoor kan de radar laagvliegende objecten zoals drones niet goed ontdekken. Na onderzoek vond Defensie in Herwijnen een betere locatie met vrij zicht zodat de radar verder kan ‘kijken’. Eerder stond er een radar van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Defensie heeft in Herwijnen het stuk grond van de LVNL gekocht.
De locatie Broekgraaf 1 in Herwijnen is om verschillende redenen gekozen. Het:
- Ligt in een omgeving zonder veel verstoring op hoogte (hoogbouw, heuvels, bossen, etc.);
- Zorgt, samen met de radar in Wier, voor de beste spreiding van militaire radars over Nederland;
- Zorgt voor een betere radardekking op lage hoogte (dan andere (militaire) locaties);
- Zorgt voor een betere dekking boven onder andere Zeeland, Brabant, Limburg en de Randstad (dan andere (militaire) locaties);
- Stuk grond is al van Defensie en klaar om er iets op te bouwen.
In het najaar 2019 zijn andere locaties onderzocht door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Bewoners van Herwijnen konden voor het onderzoek locaties doorgeven. Uit het onderzoek bleek dat er geen betere, snel beschikbare locaties zijn. Het plaatsen van een militaire radarstation op een van de andere locaties kent nadelen ten opzichte van Herwijnen. De grond moet nog worden gekocht, en klaar gemaakt worden om er op te kunnen bouwen. Ook is er een wijziging van het bestemmingsplan nodig. De betreffende gemeenten hebben per brief laten weten niet bereid zijn mee te werken aan de mogelijke komst van een radar. Om door te kunnen gaan met een van de andere locaties, moet er - net als in Herwijnen - een Rijkscoördinatieregeling (RCR) starten. Het proces van het kopen en bouwklaar maken van de nieuwe locatie, het wijzigen van de bestemmingsplan en het doorlopen van een nieuwe RCR zorgt voor vertraging van minimaal 27 – 42 maanden. In deze extra vertraging bestaat het risico dat de huidige, ruim 40 jaar oude radar in Nieuw Milligen kapot gaat. Dit risico kan Defensie niet nemen. Daarvoor is het beschermen van het Nederlandse luchtruim té belangrijk. Daarom blijft Defensie bij haar keuze voor Herwijnen. Wel wacht Defensie eerst nog onderzoek af.
Eerst wachten op onderzoek
Vanwege een motie die is aangenomen in de Tweede Kamer worden er geen onomkeerbare stappen genomen in dit proces. Defensie heeft de intentie uitvoering te geven aan de motie. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van het stoppen met de RCR en alternatieve mogelijkheden om het luchtruim te bewaken. Zo kunnen Defensie en het kabinet een afweging maken tussen de motie, het nationaal veiligheidsbelang en een zorgvuldige inpassing in de omgeving. Het is de bedoeling hier na de zomer 2021 duidelijkheid over te hebben.
Rijkscoördinatieregeling (RCR)
Met een Rijkscoördinatieregeling (RCR) kan sneller worden besloten over projecten die belangrijk zijn voor Nederland. Bij een RCR zorgt de Rijksoverheid voor het maken van een (ruimtelijk) plan. Ook vraagt de Rijksoverheid vergunningen aan, die nodig zijn om het plan voor elkaar te krijgen. Hierbij let ze altijd op mogelijke gevolgen van het plan op de omgeving. En kijkt ze of alles volgens wetten, regels en normen gebeurt. De RCR is een zorgvuldig proces dat stap voor stap gebeurt. Er wordt eerst een plan, het Rijksinpassingsplan, gemaakt. Dan kunnen burgers en de gemeente het plan bekijken. Daarna is er ruimte om met een formele zienswijze op het (bijgestelde) plan te reageren. De wettelijke basis voor de RCR is te vinden in paragraaf 3.6.3. van de Wet ruimtelijke ordening.
Om een militaire radar in Herwijnen te plaatsen is een wijziging van het bestemmingsplan van de gemeente nodig. De gemeenteraad van de voormalige gemeente ging daar in 2018 niet mee akkoord. Het bestuur van de nieuwe gemeente West Betuwe wilde in 2019 geen nieuwe procedure starten voor een wijziging van het bestemmingsplan. Omdat het plaatsen van een militaire radar van nationaal belang is, startte Defensie een Rijkscoördinatieregeling (RCR). De Eerste en Tweede Kamer gingen in 2019 akkoord, waarna op 14 februari 2020 het besluit kwam om een Rijkscoördinatieregeling te starten voor radarstation Herwijnen.
Oorspronkelijk lag het voorontwerp inpassingsplan tot en met 12 oktober 2020 ter inzage. Tot die tijd kon er op het voorontwerp worden gereageerd. Op 10 oktober werden het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie geattendeerd dat het indienen van een reactie via www.rvo.nl met webbrowser Safari niet altijd mogelijk was. Dit had te maken met de ICT-omgeving van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit was helaas niet op korte termijn op te lossen. De reactietermijn is daarom verlengd tot 10 oktober 2020, zodat iedereen de gelegenheid had om te reageren.
In de volgende fase wordt het ontwerp coördinatie besluit gepubliceerd. Dit besluit bevat het ontwerp inpassingsplan en de ontwerp omgevingsvergunning. Bij dit ontwerp besluit komt ook een overzicht van de reacties en antwoorden op het voorontwerp inpassingsplan. Iedereen kan deze informatie bekijken. Defensie biedt opnieuw een mogelijkheid om eventuele vragen te beantwoorden. Wie dat wil, kan een officiële reactie (zienswijze) geven op het ontwerp. De laatste stap is dat het rijksinpassingsplan en de definitieve besluiten kunnen worden bekeken. Hier komt een Nota van Zienswijzen bij, met een reactie op ingediende zienswijzen. Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, kunnen in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is geen bezwaarfase. Van de procedure van de Rijkscoördinatieregeling is een uitleg met infographic.
Eerst wachten op onderzoek
Vanwege een motie die is aangenomen in de Tweede Kamer worden er geen onomkeerbare stappen genomen in dit proces. Defensie heeft de intentie uitvoering te geven aan de motie. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van het stoppen met de Rijkscoördinatieregeling en alternatieve mogelijkheden om het luchtruim te bewaken. Zo kunnen Defensie en het kabinet een afweging maken tussen de motie, het nationaal veiligheidsbelang en een zorgvuldige inpassing in de omgeving. Het is de bedoeling hier na de zomer 2021 duidelijkheid over te hebben.
Nee, dit is niet het geval. In principe gaan de stappen die genomen worden in de Rijkscoördinatieregeling gewoon door, onafhankelijk van de behandeling in de Eerste en Tweede Kamer. De RCR-procedure is wettelijk zo ingericht dat deze niet afhankelijk is van het politieke proces. De RCR biedt alle ruimte voor het indienen van zienswijzen, en vervolgens ook voor het indienen van beroep bij de Raad van State.
Eerst wachten op onderzoek
Toch neemt Defensie geen onomkeerbare stappen in dit proces, vanwege een motie die is aangenomen in de Tweede Kamer. Defensie heeft de intentie uitvoering te geven aan de motie. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen van het stoppen met de Rijkscoördinatieregeling en alternatieve mogelijkheden om het luchtruim te bewaken. Zo kunnen Defensie en het kabinet een afweging maken tussen de motie, het nationaal veiligheidsbelang en een zorgvuldige inpassing in de omgeving. Het is de bedoeling hier na de zomer 2021 duidelijkheid over te hebben.
Overig
De VNG Handreiking is een hulpmiddel dat gemeenten kunnen gebruiken bij het ontwerpen van een bestemmingsplan, en is niet juridisch bindend. Hier heeft de Raad van State eerder een uitspraak over gedaan in een andere zaak. Het beschrijft met welke milieuaspecten gemeenten bij het ruimtelijk inpassen van bouwprojecten die in een bepaalde milieucategorie vallen, rekening mee moeten houden. De radar valt in milieucategorie 6. Dit is de zwaarste categorie. Hier wordt in de VNG Handreiking een richtafstand van 1.500 meter tussen het project en de dichtstbij gelegen milieugevoelige objecten (huizen) aangeraden. Omdat de richtafstanden geen wettelijke eisen zijn, kan hiervan afgeweken worden, bijvoorbeeld als onderbouwd wordt dat de bouw en het gebruik van het project binnen de normen blijft. Met de Rijkscoördinatieregeling (RCR) is er sprake van een procedure op Rijksniveau. Defensie is niet verplicht om daarbij de richtafstanden uit de VNG Handreiking aan te houden. Wel zal Defensie in de RCR-procedure moeten onderbouwen dat het project op deze locatie binnen alle geldende milieunormen blijft.
In de buurt van de geplande radar in Herwijnen staat een boerderij. De afstand tussen de radar en de rand van het stuk grond dat bij de meest dichtstbij staande boerderij hoort, is circa 300 meter. Een tijdelijke woning op het stuk grond van de boerderij ligt op 370 meter van de geplande radarlocatie.
Bij de bouw en het gebruik van de radar worden geen gevaarlijke stoffen gebruikt. Ook is er geen ontploffingsgevaar. Bij ingebruikname van de radar zal deze voldoen aan alle geldende normen voor straling en geluid. Dit laten onderzoeken van TNO, die zijn gecontroleerd door het Fraunhofer Instituut, zien. Daarom is de radar op deze locatie mogelijk, ook al staat er een tijdelijke woning op 370 meter.
Iedereen die denkt recht te hebben op een vergoeding voor geleden planschade, kan hiervoor een claim indienen. Dit kan pas na een definitieve beslissing om de radar te bouwen. Als dit gebeurt, dan krijgen belanghebbenden informatie over hoe en waar ze een eventuele claim kunnen indienen. Het eerste loket voor planschade(advies) is de gemeente.
Staat uw vraag er niet bij, of wilt u meer informatie? Laat dit dan weten via het contactformulier.
Heeft deze informatie u geholpen?
Let op: als u op ‘Ga verder’ klikt, moet u naar beneden scrollen en kiest u voor ‘Wijzig’ of ‘Verstuur’.