Noord-Europa strijdvaardiger in schemerzone tussen vrede en conflict

Hoe daadkrachtig en gezamenlijk te reageren op (hybride) dreigingen, zoals een incident in de wateren tussen de Noordzee en de Oostzee. Het was een van de zaken die 10 Europese Defensieministers van de Joint Expeditionary Force (JEF) vandaag en gisteren bespraken in Helsinki. Ook tekenden ze voor een Policy Direction, een richtinggevend document waarmee het samenwerkingsverband een politiek mandaat heeft om breder operationeel te worden. Die is bedoeld om Noord-Europa veilig te houden.

Vergroot afbeelding Bewindslieden poseren.
10 Europese Defensieministers van de Joint Expeditionary Force kwamen samen in Helsinki.

De JEF is opgezet als aanvulling op de NAVO en kan verschillende militaire activiteiten uitvoeren, van crisismanagement tot operaties in het hybride domein. Het samenwerkingsverband richt zich in de 1e plaats op Noord-Europa: van het Noord-Atlantisch gebied in het westen tot het Hoge Noorden en de Baltische Zee-regio in het oosten. De JEF is sinds 2018 inzetbaar. Tot nu toe hebben alleen oefeningen onder JEF-vlag plaatsgevonden, nog geen echte operaties. 

Grey zone

Ondertussen heeft de Joint Expeditionary Force zich verder ontwikkeld en is er nu ook een mandaat om zich meer op hybride zaken te richting. Minister Ank Bijleveld-Schouten is voorstander van de voorgenomen uitbreiding van de activiteiten. “Daarbij verruimen we het operatiegebied richting de grey zone. Zeg maar het grijze gebied tussen vrede en conflict. Hierbij vervaagt de grens tussen oefenen en inzet, net als die tussen militaire en civiele instrumenten. Denk aan strategische communicatie of het afslaan van een poging om vitale infrastructuur te hacken. Ook, of misschien wel juist in dat schemergebied, blijft het essentieel dat we vastbesloten en eensgezind optrekken bij het verdedigen van onze vrijheid en waarden.” 

Om deze reden deelden de aanwezigen hun ervaringen met dreigingen vanuit andere staten. Om lessen van elkaar te leren, maar ook om beter voorbereid te zijn op een snelle en eensgezinde reactie bij uiteenlopende dreigingen.

Met hetzelfde doel hielden de ministers een zogenoemde Table Top Exercise. Hierbij oefenden ze hoe om te gaan met mogelijke incidenten en militaire dreiging vanuit een ander land in de wateren tussen de Noordzee en de Oostzee. Om het realiteitsgehalte te verhogen lieten ze zich adviseren door beleids- en militaire directeuren. Dit alles om de strategische en militaire besluitvorming te testen en te verfijnen. Duidelijk werd dat besluiten in het domein van interstatelijke competitie een brede regeringsaangelegenheid is. Dat betekent dat Defensie niet zomaar kan optreden zonder andere ministeries te betrekken. 

Deelnemende landen

Het Verenigd Koninkrijk heeft de leiding en per activiteit besluiten partners over hun deelname. De partnerlanden zijn Denemarken, Estland, Finland, IJsland, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen en Zweden.