Onder dak

De band tussen 42 Bataljon Limburgse Jagers en Limburg is nog steeds ijzersterk. De parate bataljons zijn al jaren weg uit de provincie, maar ze hebben daar wel degelijk hun wortels.

Limburgs verleden

Vroeger waren de stamonderdelen van Regiment Limburgse Jagers vaak in de Limburgse garnizoenen zoals Maastricht, Roermond en Venlo gelegerd. Vooral het 2e Regiment Infanterie was een echt Limburgs regiment. Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) lag dit regiment ook in Limburg, samen met 13 RI, een ander stamonderdeel van RLJ. Toen bleef Nederland buiten schot. In de meidagen van 1940 niet. Vele stamonderdelen van RLJ verdedigden het zuiden van Nederland tijdens de Duitse inval.

Na de oorlog kwam 2 RI terug naar Limburg, samen met 6 RI en 11 RI. In 1950 verdwenen die regimenten en werd RLJ opgericht. Bij het regiment werden de dienstplichtigen opgeleid voor de parate eenheden. Dit gebeurde in de Ernst Casimirkazerne in Roermond en in de Frederik Hendrikkazerne in Venlo (Blerick).

De parate eenheden (en andere onderdelen van RLJ) lagen overal in het land. Maar 3 legerplaatsen zijn  onlosmakelijk verbonden met RLJ en vooral met 42 BLJ. Dat zijn de legerplaatsen in:

  • Ermelo (Generaal Spoorkazerne);
  • het Duitse Seedorf;
  • Oirschot (Generaal-majoor De Ruyter van Steveninckkazerne).

Van Ermelo naar Seedorf

42 BLJ zag in Ermelo het levenslicht. In het voorjaar van 1958 kwamen de eerste militairen op de gloednieuwe legerplaats Ermelo aan. 42 BLJ zou daar maar een paar jaar verblijven, want in 1963 vertrok het bataljon naar Duitsland. De legerplaats in Seedorf, gelegen tussen Hamburg en Bremen, was 43 jaar lang het 'thuis' van de Limburgse Jagers. Al die tijd hield 42 BLJ de blik naar het oosten gericht. Toen was het Tschüss Seedorf. De Koude Oorlog was voorbij.

In 2006 keerde het bataljon terug in Nederland. Daarmee kwam een einde aan een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van 42 BLJ. Maar er begonnen ook nieuwe episodes: in Oirschot, op de Balkan, in Irak en in Afghanistan.