Ceremonieel tenue

Het netste pak van de Limburgse Jager is het ceremonieel tenue. Zij dragen dat uniform alleen tijdens speciale gelegenheden. Bijvoorbeeld tijdens staatsbezoeken, een taptoe of op Prinsjesdag.

Oorsprong en ceremonieel tenue

Elk regiment heeft zo'n uniek tenue. Van oorsprong droeg het Tamboer- en Fanfarekorps der Limburgse Jagers het ceremonieel tenue van Regiment Limburgse Jagers. Dit muziekkorps kreeg het tenue in 1957 aangeboden door de Limburgse burgerij.

Traditioneel jagersuniform

Het ceremonieel tenue van RLJ is gebaseerd op het traditionele jagersuniform. Het is geen kleurrijk uniform. De jagers droegen van oudsher groene uniformen met zwart leerwerk, juist om niet op te vallen op het gevechtsveld. Daarom is het ceremoniële tenue van RLJ ook groen, zonder veel poespas. Broek en jas zijn afgezet met karmozijnrode biezen. De koppel is van zwart leer. Alleen de slobkousen zijn wit.

De kleuren (groen en karmozijnrood) werden ook gebruikt door het Bondscontingent 'Limburgse Jagers'. Die kleuren zie je verder terug in de ondergrond van het baretembleem.

De rangonderscheidingstekens van manschappen en onderofficieren, de zogenoemde chevrons, zijn volgens 'oud model' zoals die tot 1940 gangbaar waren. Bij officieren is de rang te herkennen aan de fourragères. Dat zijn de kwasten op de linkerschouder.

Officieren hebben in plaats van een koppel een oranje bandsjerp, zoals dat hoort als de sabel wordt gedragen. De oranje kleur symboliseert de verbondenheid met het Koningshuis.

Het hoofddeksel is voor iedereen gelijk. Dat is de zogenoemde veldbaret, met het baretembleem en de korte karmozijnrode pluim.

Dragers

RLJ heeft geen eigen muziekkorps meer, maar het tenue kan worden gedragen door een muziekkorps van de Koninklijke Landmacht. Het ceremonieel tenue wordt ook gedragen door de erecompagnie en de vaandelwacht.

En wie hart heeft voor het regiment mag het ook op zijn of haar eigen bruiloft dragen. De regimentscommandant moet daarvoor eerst toestemming geven.