Individuele specialisatie

Een commandoploeg bestaat uit een officier en ongeveer 8 onderofficieren/manschappen. Zo’n ploeg herbergt 2 x 4 individuele specialisaties. Dit kunnen verbindingsspecialisten, demolitie-experts, precisieschutters of medisch specialisten zijn.

De verbindingsspecialist

Vroeger was de verbindingsspecialist (comspec) de man van de radioverbindingen. In de moderne tijd omvat zijn werk veel meer: fotografie en video, satellietverbindingen, afluisteren en elektronische oorlogsvoering.

De demolitie-expert

De demolitie-expert (demspec) is er vooral om belangrijke vijandelijke doelen te vernietigen of saboteren door ze op te blazen. Hij beheerst ook het zogenoemde ‘breachen’. Commandotroepen krijgen door explosieven toegang tot een gebouw of ruimte. De laatste jaren richten de demspecs zich ook op de search, het onderkennen van bermbommen. Dit komt door de opkomst van geïmproviseerde explosieven in Irak en Afghanistan.

De precisieschutter

De precisieschutter (sniper) moet met gespecialiseerde wapens doelen kunnen raken op grote afstand. Maar dat is niet alles. Een sniper moet hiervoor zijn doel kunnen lokaliseren, identificeren en ongezien benaderen. Camouflage en besluipen zijn daarom belangrijke onderdelen van dit specialisme.

De medisch specialist

De opleiding van de medisch specialist (medic) duurt van de 4 het langst. De medic krijgt een intensieve medische training. Hierna kan hij onder oorlogsomstandigheden ernstige traumaslachtoffers in leven houden. De medics draaien ook mee bij civiele medische instanties en op ambulances. Zo doen zij ervaring op.