Erkenning voor ex-leden ‘Stay Behind’-organisatie

Met een brief heeft het kabinet in het openbaar erkentelijkheid en grote waardering uitgesproken aan de ex-leden van de ‘Stay Behind’-organisatie. En aan hun nabestaanden. De organisatie bestond in Nederland van 1946 tot 1992. Doel was tijdens een vijandelijke invasie en bezetting van Nederland verzetsactiviteiten uit te voeren in opdracht van de regering.

Leden van deze organisatie hebben zich jarenlang professioneel op hun verantwoordelijke en moeilijke taak voorbereid in het belang van Nederland. Dit bracht in meerdere gezinnen veel spanningen met zich mee. En het legde beperkingen op in de persoonlijke levens- en familiesfeer. De inzet verdient volgens het kabinet daarom de allerhoogste waardering.

Werkverband van (klein)kinderen

Officieel heette de organisatie Operaties en Inlichtingen (O&I). (Klein)kinderen van de ex-leden verzamelden zich in het Werkverband ‘Stay Behind’ en vroegen al langer om meer archiefonderzoek te doen naar de rol, verantwoordelijkheid en activiteiten van hun (groot)vaders.

De ministeries van Defensie en Algemene Zaken hebben met de vertegenwoordiging van het werkverband afgesproken dat er verder archiefonderzoek komt. Daarmee wordt gekeken of er nog onbekende gegevens zijn. De ministeries beoordelen daarna of die informatie gedeeld kan worden met de ex-leden van de O&I-organisatie en hun nabestaanden. Dat hangt af van wet- en regelgeving.

Eerder onderzoek

Over de organisatie O&I hebben voormalig minister-president Kok en voormalige minister van Defensie Voorhoeve onderzoek laten doen door historicus Dr. D. Engelen. Dit onderzoek is in 2005 openbaar gemaakt. Daarna kwam de 'Stay Behind'-organisatie uitgebreid aan bod in publicaties en andere nieuwsuitingen.