In memoriam: Cornelis Pieter van den Hoek Ridder MWO
Ridder Militaire Willems-Orde Cornelis Pieter van den Hoek is donderdag 12 februari 2015 op 93-jarige leeftijd in Werkendam overleden. De verzetsstrijder ontving de hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding voor zijn heldendaden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland.
Van den Hoek heeft eind 1944 en begin 1945 de geheime verbinding tot stand gebracht tussen bezet en bevrijd Nederland. Dat gebeurde voor het Bureau Inlichtingen van de Nederlandse Regering. Van den Hoek legde 37 keer 18 kilometer af door de Biesbosch en over de Merwede. Hij roeide tussen tal van uiterst waakzame vijandelijke posten en patrouillerende boten heen en weer.
Toen de oorlog begon, toen kregen we hier allemaal Duitse vliegtuigen overvliegen. Ik zat ondergedoken in de Biesbosch. We zaten in een ark, met 4 personen. En her en der zaten nog veel meer onderduikers. Toen kwamen ze op het idee hier in Werkendam, ik zal maar zeggen het bestuur van het verzet... we kregen dus toen de septemberdagen, het terugtrekken van de Duitsers... en die trokken terug door de Biesbosch. En die moesten allemaal over het water heen. Toen kwamen ze met het idee, dat ze zeggen... als we nou die Duitsers gevangen nemen, dan hebben wij wapens en dan kunnen we tezijnertijd meehelpen. Ik zeg, is het niet mogelijk om steeds heen en weer te varen en crossing te gaan doen? Ja, dat gaan we doen. Dus toen zijn we samen gaan crossen.
In het eerste begin toen ging het zowat om 3 nachten per week, dat we overgingen. Wij waren toen met z'n tweeën. We hadden een cilinderrevolver. Eén. En dat was ons wapen. Wij gingen naar de wal, lopen, en toen kwamen we 2 Duitsers tegen. We maakten een praatje. Maar die andere onderduikers stonden op het brugje, van Sint Jan. Dat was een weg, je moest over dat brugje heen. Dus die stonden al zo'n beetje tegen die leuning aan. En wij komen met die 2 Duitsers aanstappen. Die Duitsers niks in de gaten. Dus we lopen op dat brugje, staan halverwege, en wij met z'n tweeën ook tegen de leuning. En toen was het: handen omhoog. En toen wilden de Duitsers zich overgeven. Maar die ene Duitser nam z'n geweer van z'n schouder. En ik dacht eigenlijk, dat gaat niet goed. Dus ik doe een sprong op die Duitser. En we gaan samen tegen de vlakte. Een van die onderduikers schoot en die schoot gelukkig tussen onze benen door in de brug. Dus er was geen mens geraakt. Maar die Duitsers waren gevangen genomen.
De kapitein zei, jongens we moeten varen want de berichten moeten weg. Een eindje van het huis vandaan lag een bootje en de Duitsers voeren steeds over naar de andere kant. Naar een andere polder. Daar hadden ze een mitrailleur staan. Dus geregeld voeren ze daar heen. Ze hielden het ijs allemaal los. Dus we nemen dat bootje, we varen over. We klauteren de 3 treden naar de dijk. En bovenaan de dijk staat een Duitser. Wer da? Handen omhoog!
Nou, toen werden we van Utrecht vandaan, op transport naar het Waterlookamp, dat was een werkkamp in Amersfoort. Kunnen we niet ontsnappen? Maar dan moeten we achter de wc's een voor een over dat prikkeldraad heen. Daar lagen rollen achter... en dan eroverheen springen. Want het stond niet onder stroom. Nou eh, het plan beraamd.
Zondagavond, er was een bijeenkomst in een van de grote barakken. Wij er stiekem tussenuit. En wij achter die barakken. En een voor een eroverheen. Als de schijnwerpers net voorbij waren, een erover springen en lopen de bosjes in. En zo zijn we alle 3 eroverheen gegaan en eruit gekomen.
Nou, toen kwam de koningin en die slaat je tot Ridder en dan komt de prins en die slaat je ook tot Ridder. Nou dat is allemaal... een heel gebeuren wat je dus... ja ik was toen geloof ik 24 jaar.
Toen ben een boek gaan schrijven, over de crossings. Dat was in 1994, geloof ik, ja zoiets. En dat heeft me goed geholpen. Ik ben heel tevreden. Want ik heb alles wat ik heb. En ik heb genoeg.