Onderzoek scheepsramp Van Imhoff

Bijna 80 jaar na dato komt er een onderzoek naar de ondergang van de Van Imhoff. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) gaat zich vanaf vandaag verdiepen in de toedracht en nasleep van deze scheepsramp. Het koopvaardijschip werd op 19 januari 1942 door een Japans vliegtuig gebombardeerd. Meer dan 400 Duitse burgers kwamen om het leven.

Vergroot afbeelding Stoomschip 'Van Imhoff'.
Stoomschip 'Van Imhoff'.

De Nederlandse bemanning en bewakers verlieten het zinkende schip. De bijna 500 Duitse burgergeïnterneerden in het scheepsruim lieten ze achter. Meer dan 400 van hen kwamen om.

Deze burgers waren sinds mei 1940 vanwege hun Duitse afkomst in Nederlands-Indië geïnterneerd. Het was de bedoeling hen vanwege de verwachte Japanse aanval op Nederlands-Indië naar interneringskampen in Brits-Indië te brengen.

Rol van de Nederlandse staat

Het historisch onderzoek gebeurt op verzoek van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie. Het richt zich onder meer op de periode van internering, de scheepsramp zelf en de nasleep voor de nabestaanden. Ook de rol van de Nederlandse staat wordt onderzocht. 

Een gezicht voor de slachtoffers

Het is de bedoeling om de slachtoffers ‘een gezicht’ te geven. Daarvoor wil het NIMH samenwerken met nabestaanden. Het onderzoek neemt ongeveer 2 jaar in beslag. Naar verwachting worden de conclusies in 2024 gepresenteerd.