Indië-herdenking: “sommigen verbraken het stilzwijgen na ruim 70 jaar”

Een oorlog gaat nooit uit je hoofd. Je kunt zwijgen, het wegstoppen en meegaan met de waan van de dag, maar de ervaringen verlaten je lichaam niet. Dat geldt ook voor de veteranen in de strijd in het voormalig Nederlands-Indië. Deze woorden sprak minister Ank-Bijleveld-Schouten vandaag bij de Indië-herdenking in Roermond. Ook Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim was aanwezig.

Ze benoemde dat de Indië-veteranen deden wat van hen werd verlangd. Maar dat ze niet altijd een warm onthaal kregen toen ze terugkeerden op Hollandse bodem. “Naast begroetingen en weerzien was er ook onverschilligheid, of volgden er kwetsende woorden en beledigingen. De dankbaarheid maakte bij velen plaats voor ongenoegen over het optreden in een verloren oorlog en een gebrek aan steun.”

Bijleveld: “De verhalen en herinneringen werden gedeeld met wapenbroeders, maar niet met de omgeving. Zij wilden niet luisteren. Dus men zweeg.” De minister refereerde in dit verband aan de indrukwekkende documentaire ‘Onze Jongens op Java’ van Coen Verbraak. Sommigen verbraken het stilzwijgen pas voor Coens camera. Na ruim 70 jaar.

Extreme omstandigheden

Volgens de bewindsvrouw is het waardevol dat mensen kennis nemen van de extreme omstandigheden van toen, bezien in het licht van die tijd. “Want zij besloten niet zelf om te gaan. Zij kregen de opdracht daartoe.”

“Het collectieve gebrek aan belangstelling na terugkeer hadden onze Indië-veteranen niet verdiend”, aldus Bijleveld. Ook negatieve en onvolledige beeldvorming over latere missies daalt volgens haar op veteranen neer. “Hun levens worden beïnvloed door een samenleving die een genuanceerd oog mist voor de zeer moeilijke omstandigheden waarin zij hun werk moeten doen. Veteranen staan er voor ons land, en wij moeten er staan voor hen.”

Volledige verhaal

In dat licht benoemde ze ook het belang van research naar militaire missies, waaronder het lopende brede Indië-onderzoek. “Het is belangrijk om het volledige verhaal te vertellen. Niet alleen het optreden van de militairen, maar juist de besluitvorming en aansturing vanuit de politiek en lokaal bestuur. Juist om deze ervaringen in de context te plaatsen en te duiden. Ook de pijnlijke en lelijke kanten van de oorlog”, aldus de minister.

In het voormalig Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea brachten tussen 1945 en 1962 meer dan 6.200 militairen het hoogste offer.