Veiligheid Defensie: ‘Het begin is er…maar versnelling is nodig!’

Bij Defensie wordt steeds bewuster met veiligheid omgegaan. Het personeel is gemotiveerd om verbeteringen blijvend door te voeren. Wel kan de voortgang sneller. Dit schrijven minister Ank Bijleveld en staatssecretaris Barbara Visser vandaag aan de Kamer in reactie op het 2e jaarrapport van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid.

Het jaarrapport ‘Het begin is er…maar versnelling is nodig!’ is het 2e in een serie van 3. De commissie toetst in de periode 2018-2020 de voortgang van het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’.

Bijleveld: “Wij nemen uw boodschap  ter harte. Ook wij vinden dat het verbeteren van veiligheid op een aantal plekken sneller kan en moet. Ik heb er vertrouwen in dat u volgend jaar niet meer spreekt van ‘een begin’, maar van ‘een nieuw ingeslagen weg’.”

De commissie concludeerde vorig jaar dat Defensie alleen op basis van het plan van aanpak niet structureel veiliger wordt. Daarom krijgt nu ook ‘het organiseren van veiligheid’ nadrukkelijk aandacht.

Vergroot afbeelding Minister Ank Bijleveld neemt het jaarrapport van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid in ontvangst.
Minister Ank Bijleveld neemt het jaarrapport van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid in ontvangst.

Grondoorzaken diep verankerd

Het doel is het aanpakken van de grondoorzaken van de veiligheidsproblemen. Die zijn vaak diep verankerd in de bedrijfsvoering. Het afgelopen jaar zijn samen met de defensieonderdelen de belangrijkste grondoorzaken onderzocht. Dit heeft 5 prioriteiten opgeleverd die samen de Agenda voor Veiligheid vormen:

  1. Het realiseren van een veiligheidsmanagementsysteem; 
  2. Deskundigheid op de werkplek;
  3. Zelfbeschikkingsmacht commandanten;
  4. Balans tussen gevechtskracht en ondersteuning; 
  5. Werk- en leefomgeving voldoen aan de geldende normen.

Meetbaar

Defensie onderschrijft de opvatting van de commissie dat aan de prioriteiten SMART-doelstellingen en normen (specifiek, meetbaar, realistisch, tijdgebonden) moeten worden gekoppeld. Dat proces wordt de komende periode versneld. In oktober van dit jaar hebben de Defensieonderdelen SMART plannen uitgewerkt, waarin inzichtelijk is gemaakt hoe de te behalen doelstellingen per prioriteit wordt bereikt. Dat betekent een versnelling ten opzichte van het eerder bepaalde tijdpad van eind 2020.  

Visser: “We hebben een ambitieuze agenda. De grondoorzaken liggen per definitie diep in de organisatie, maar dat neemt niet weg dat er nu momentum is om dingen aan te pakken.”

Voorbeelden

Het onderzoek heeft een aantal structurele knelpunten aan de oppervlakte gebracht dat de komende jaren wordt aangepakt. Het afgelopen jaar zijn verschillende ontwikkelingen in gang gezet die bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid. Bijvoorbeeld binnen het munitiedomein, waar de munitieketen nader is onderzocht.

Ook het vastgoed blijft een aandachtspunt dat complexe keuzes vraagt binnen de Defensiebegroting. Daarop vooruitlopend is € 2 miljard extra vrijgemaakt. De focus hierbij is de veiligheid en het voldoen aan wet- en regelgeving.

Maar ook op het gebied van personeel gebeurt er veel. Zo wordt er toegewerkt naar een nieuw personeelsmodel. Dat moet zowel de behoeften en professionele ontwikkeling van medewerkers faciliteren, als de ambitie van de organisatie. 

Vooruitlopend op een aangepast personeelsbeleid is aan de Centrales van Overheidspersoneel een voorstel gedaan. Namelijk om voor een aantal specifieke functiegroepen de maximale functieduur te verlengen van 5 naar 7 jaar en om een langere looptijd in rang te bewerkstelligen.

Schaarste

Het afgelopen jaar zijn een aantal ontwikkelingen al in gang gezet. Net als bij vele andere organisaties speelt ook bij Defensie schaarste in mensen en middelen een rol en in potentie raakt dat de veiligheid. Echter, de schaarste bepaalt nu niet het risico. Het komt er op aan hoe met de schaarste wordt omgegaan. De uitvoerbaarheid van de opdracht is nu nog nadrukkelijker de norm geworden.