Jaarverslag Geweldsaanwendingen 2022 Koninklijke Marechaussee

In dit jaarverslag publiceert de Koninklijke Marechaussee het aantal en soort gebruikt geweld in 2022, en hoe dit verder is afgehandeld.

Inleiding

Sinds 1 juli 2020 is het meld- en beoordelingsproces in de artikelen 17 tot en met 19 in de ‘Ambtsinstructie voor de politie, KMar en andere opsporingsambtenaren’ gewijzigd waardoor er relatief nog kort, te weten 2,5 jaar, met het nieuwe proces is gewerkt. Trends die normaliter pas na een lange periode kunnen worden gedestilleerd, zijn daarom nu nog moeilijk te onderkennen. Desondanks zijn er enkele zaken die opvallen en hierna aan bod komen.

Meldproces sinds 1 juli 2020

Sinds de wijziging is de eerste toets van het door de militair van de KMar (of van een ander krijgsmachtonderdeel in geval van bijstand) aangewende geweld niet meer belegd bij de meerdere, maar bij de hulpofficier van justitie (HOVJ). De HOVJ dient in bepaalde gevallen een geweldsregistratie op te maken waarover de Commandant KMar (C-KMar) een oordeel dient te vellen. Het oordeel kan luiden dat het aangewende geweld (on)rechtmatig en/of (on)professioneel was. De rechtmatigheidstoets behelst de vraag of is voldaan aan de normen van artikel 7 Politiewet 2012 en de normen van de artikelen 1 tot en met 16 van de Ambtsinstructie (‘Is aan de regelgeving voldaan?’). De professionaliteitstoets bevat dezelfde criteria als de politie hanteert, zodat een eenvormige beoordeling van aangewend geweld in het kader van politietaken in Nederland wordt bewerkstelligd. De professionaliteitscriteria zijn ‘zorgvuldig’, ‘respectvol’, ‘de-escalerend’, ‘moedig maar niet overmoedig’ en ‘voorspelbaar’ (‘Is gehandeld zoals de KMar het graag ziet?’).

De Adviescommissie Meldingen Geweldsaanwending (hierna de Adviescommissie) ondersteunt C-KMar sinds de wijziging van de Ambtsinstructie bij de vorming van zijn oordeel. In de adviescommissie is een extern lid opgenomen omwille van zoveel mogelijk objectiviteit.

De wijziging van het meld- en beoordelingsproces brengt ook met zich mee, dat op een zakelijke wijze jaarlijks publicatie dient plaats te vinden van het aantal en soort aangewend geweld en de afdoening daarvan (zie artikel 19 Ambtsinstructie). Dit verslag dient daartoe.

Geweldsmutaties 2022

In de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 is in totaal 442 maal door militairen van de KMar een geweldsmutatie opgemaakt en gemeld aan een HOVJ. Hieronder volgt een weergave van fysiek aangewend geweld en de inzet van de geweldsmiddelen zoals deze staan genoemd in de Ambtsinstructie. Aangezien halverwege 2020 het meldproces is gewijzigd, wordt voor dat jaar alleen het totaal aantal aangewend geweld gegeven.

Geweldsaanwendingen 2022-2020
Jaar 2022 2021 2020
Fysiek geweld tegen personen 289 265
Fysiek geweld tegen zaken (bv deur/raam forceren, auto klemrijden) 6 4
Wapenstok 26 8
Pepperspray 7 10
Vuurwapen (richten en/of lossen van (waarschuwings)schoten) 14 11
Wapen met niet penetrerende projectielen 0 0
Hond (surveillance/AOT) 0 0
Stroomstootwapen 0 0
Traangas 0 0
Waterwerper 0 0
Totaal 442 298 185

De KMar heeft ruim 6.000 medewerkers en in totaal 21 brigades (waarvan 1 eskadron genoemd), waaronder een brigade in het Caribisch gebied waar de KMar op 6 eilanden van het Koninkrijk der Nederlanden haar taken uitvoert. Het geweld dat door de KMar in het Caribisch gebied wordt uitgeoefend, wordt niet in dit verslag meegenomen, vanwege andere grondslagen waarop de KMar daar taken uitvoert.

Bij sommige brigades is geen geweld aangewend, bijvoorbeeld de Brigade Recherche en bij sommige relatief veel, zoals de Brigade Politie & Beveiliging Schiphol. Dit is inherent aan de verschillende taakstellingen van de brigades en mate van dagelijkse interactie met burgers.

Geweldsregistraties 2022

In genoemde periode is 11 maal een geweldsregistratie opgemaakt door de HOVJ (in 2021 was dat 10 maal en in 2020 was dat 9 maal). Het is meermaals voorgekomen dat 2 of meer militairen betrokken waren bij 1 voorval waar zij allen geweld en soms ook verschillende soorten geweld hebben aangewend. De HOVJ heeft er veelal voor gekozen dan 1 geweldsregistratie op te maken. De 11 geweldsregistraties betreffen daarom meer geweldsaanwendingen, te weten 26 geweldsaanwendingen (die onderdeel uitmaken van het totaal aantal aangewend geweld over 2022, zoals hierboven vermeld).

De geweldsregistraties betreffen 1 maal fysiek geweld (bijv. aanleggen arm- of beenklemmen), 1 maal wapenstok, 1 maal pepperspray en 17 keer vuurwapengebruik in de zin dat alleen is gericht en het vuurwapen gericht is gehouden en 3 maal vuurwapengebruik waarbij 3 waarschuwingsschoten zijn gelost. Het gebruik van het vuurwapen was steeds ter aanhouding van een verdachte.

In 2 van de 11 gevallen is het OM in kennis gesteld van de geweldsaanwendingen. Dit had overigens niet gehoeven, omdat de geweldsaanwendingen niet tot de dood, of zwaar lichamelijk letsel leidde en evenmin was sprake van vuurwapengebruik met letsel tot gevolg. Geen van deze meldingen heeft in 2022 tot een strafrechtelijke vervolging geleid.

Ten aanzien van de 11 geweldsregistraties was het oordeel van C-KMar 9 maal ‘rechtmatig en professioneel’, en 2 maal ‘rechtmatig maar onvoldoende professioneel’. Een van de doelen van het meld- en beoordelingsproces is het leren als individu en als organisatie zodat de kwaliteit van de uitoefening van de, vergaande, geweldsbevoegdheid wordt gewaarborgd en zo nodig wordt verbeterd. In 6 van de 11 gevallen zijn verbetermaatregelen genomen, zoals een bepaalde procedure nog eens goed onder de aandacht brengen binnen de brigade of een evaluatiegesprek met de politie houden in verband met het gezamenlijke optreden. In alle gevallen wordt het oordeel met het onderliggende (uitgebreide) advies aan de betrokkenen en de desbetreffende HOVJ verstrekt, zodat hen inzicht wordt geboden in de (rechts- en professionaliteits)afwegingen en ter lering.

Voor de afdoening van de geweldsregistraties heeft de KMar zichzelf een termijn van 8 weken gesteld, zodat de KMar-militair relatief snel de beoordeling weet, wat ook een van de doelen van de wijziging van het meld- en beoordelingsproces is geweest. In 5 van de 11 is de termijn net niet gehaald; de overschrijding bedroeg 1 tot 3 weken.

Afwijkingen proces

Doordat een arrestatieteam (AT) van de BSB ook in DSI-verband optreedt, is met de politie afgesproken dat als een lid van dat AT in DSI-verband geweld heeft aangewend, de politie in beginsel het meld- en beoordelingsproces doorloopt. Over het oordeel wordt de KMar evenwel tijdig geïnformeerd. Het staat de KMar vrij om zo nodig disciplinaire of verbetermaatregelen te treffen.

Met de Inspectie Justitie en Veiligheid, die toezicht houdt op het gehele uitzettingsproces van vreemdelingen, is eveneens een werkafspraak gemaakt dat alle inzet van hulpmiddelen en het aangewende geweld ten aanzien van vreemdelingen ook aan de Inspectie wordt gemeld. Indien een HOVJ (van de Brigade Vreemdelingenzaken) een geweldsregistratie opmaakt in het kader van de uitzetting van een vreemdeling, zal over de afdoening afstemming plaatsvinden om dubbel werk en tegenstrijdige oordelen te voorkomen. Net als in 2021 het geval was, is in 2022 gezien de criteria in artikel 17, derde lid van de Ambtsinstructie, het niet nodig gevonden een geweldsregistratie inzake de uitzetting van een vreemdeling op te maken.