Minister Ollongren: ‘Hele samenleving moet voorbereid zijn op groot conflict’

Van grote werkgevers, tot vervoersbedrijven, ziekenhuizen en jongerenorganisaties. De gehele samenleving moet voorbereid zijn op een grootschalig militair conflict waarbij Nederland betrokken raakt. Dat zei minister van Defensie Kajsa Ollongren gisteren tijdens de conferentie Defensie en Samenleving in Den Haag. Bijna 100 vertegenwoordigers van civiele organisaties brainstormden over hoe zij kunnen bijdragen aan de militaire paraatheid. 

Vergroot afbeelding
Archieffoto: opvang van gewonde militairen tijdens een oefening. Opvang van gewonden geldt ook voor civiele slachtoffers.

Ollongren benadrukte dat de samenleving zich meer bewust moet worden van de oorlogsdreiging. “Het is niet denkbeeldig dat de NAVO binnen enkele jaren betrokken raakt bij een grootschalig militair conflict. De bewustwording begint hier, in zalen zoals deze. En die moet ook naar buiten”, aldus de bewindsvrouw. “Voor een geloofwaardige afschrikking moet de hele samenleving inzetgereed zijn. Van keukentafel tot formatietafel moet duidelijk zijn waar we mee te maken hebben.”

Cyberexperts en ziekenhuizen

De deelnemers aan de conferentie brainstormden in kennissessies over een gezamenlijke reactie op de dreiging. Ze bespraken verschillende samenwerkingen tussen Defensie, bedrijven en andere organisaties. 

Werkgevers kunnen bijvoorbeeld hun personeel uitlenen om als reservist of cyberexpert aan de slag te gaan in de krijgsmacht. Ziekenhuizen moeten zich nu al voorbereiden op eventuele opvang van gewonden. En bedrijven als NS en ProRail stellen hun infrastructuur beschikbaar om troepen sneller naar het front te krijgen.

Vergroot afbeelding Militair transport op het spoor
Militair transport op het spoor.

Spoorbruggen aanpassen

Maar dat lukt niet van de ene op de andere dag. ProRail-CEO John Voppen: “Er is een lange periode geweest dat militair transport op het spoor weinig aandacht kreeg. Er staat ons flink wat te doen. We moeten bruggen aanpassen en nauwe bochten verbreden. Dan kunnen we zware voertuigen zoals tanks beter vervoeren.”

Reizigers zullen soms last ondervinden van die werkzaamheden en militaire transporten. Maar volgens Voppen kan dat ook bijdragen aan de bewustwording. “Het is een vervelende boodschap als een intercitytrein niet kan rijden vanwege een militair transport. Maar je laat er ook mee zien: de dreiging is echt, dit is nu nodig.”

Zandzakken op de Dam

De bijdrage van de samenleving aan de militaire paraatheid kwam ook maandagavond al aan bod tijdens de Koningslezing in Amsterdam. Minister Ollongren sprak daar meer dan 200 relaties van Defensie toe: van gemeenteraadsleden tot politiemensen en brandweerlieden. Ze wees hen op hun verantwoordelijkheid tijdens een eventueel conflict. 

“Wie houdt de wacht over de Nachtwacht, als het onverhoopt nodig is? Wie leggen er zandzakken om het monument op de Dam en het Spinozamonument, zoals nu ook gebeurt in Kyiv en Odessa? Er kan straks iets van u gevraagd worden, als professional.” 

Reden voor paniek is er volgens de minister niet. “Maar als we ons nú bewust zijn van wat er kán gebeuren, dan komen we straks niet voor nare verrassingen te staan. En stel dat het tóch gebeurt, dan heeft iedereen een taak die bijdraagt aan het grotere geheel. Want de vrijheid, veiligheid en stabiliteit van onze samenleving, die kunnen we niet volledig outsourcen aan de mensen met een uniform.”